Van 30 september tot 3 november 1996 zijn wij in Nepal geweest. Het was een fantastische reis in een land met zowel een indrukwekkende cultuur als een overweldigend landschap. Vooral de trektocht van 17 dagen die we liepen rond het Annapurna-massief was geweldig. Een bijzondere bijkomstigheid is dat hier de basis gelegd is voor onze liefde voor meerdaagse trektochten! Hieronder een reisverslag dat wij op verzoek over deze reis hebben geschreven voor een nieuwskrantje voor collega's:
NEPAL:
SURVIVAL OF THE FITTEST (een reisverslag op verzoek)
Enkele
feiten:
Nepal
is
ongeveer
vier
keer
zo
groot
als
Nederland
en
ligt
ingeklemd
tussen
India
en
China.
Het
is
een
arm
land
met
een
gemiddeld
jaarinkomen
van
fl. 300,=.
Nergens
ter
wereld
vind
je
zo'n
groot
hoogteverschil,
variërend
van
100
tot
8848
meter
(Mount
Everest).
Reizen:
Liefst
met
lokale
bussen:
bagage
op
het
dak,
paar
geiten
erbij
en
alle
mensen
die
echt
niet
meer
in
de
bus
passen.
In
de
bus:
kippen
in
het
bagagerek,
je
voeten
over
een
schaap
heen
en
maar
hopen
dat
áls
de
bus
kantelt,
hij
tenminste
op
de
weg
blijft.
Over
een
afstand
van
150
km
doet
de
bus
minimaal
zes
uur.
Kosten:
fl. 2,=.
De
Himalaya:
Lopen
van
dorpje
naar
dorpje
over
de
oude
handelsroutes
samen
met
ezelskaravanen en
dragers.
Over
hangbruggen,
langs
watervallen
en
tempels,
door
rivieren.
In
twee
weken
330
km.
lopen,
van
800
naar
5400
meter,
met
rugzak.
Elke
dag
om
zes
uur
op,
zelf
water
zuiveren,
gezegend
worden
door
een
lama,
hoogteziekte.
Tropische
hitte,
stortbuien,
sneeuw,
zandstormen.
Safari: Doel:
neushoorns
zien.
Dit
kan
op
een
aantal
manieren:
A: Slapen
op een verhoogde vlonder in de rijstvelden (erg leuk en spannend,
helaas geen neushoorns gezien).
B: Te
voet door de jungle met een gids. De regels: neushoorns zijn groot en
gevaarlijk. Kom je er een tegen, klim dan z.s.m. in een boom. Kom je
een beer of een tijger tegen, klim dan z.s.m. in een zo dun mogelijke
boom. Reken vooral niet op je gids, die zit meestal als eerste in de
boom (erg leuk en spannend, gelukkig geen neushoorns gezien).
C: Op
de rug van een olifant de jungle in. Lekker veilig, alleen oppassen
voor laaghangende takken (neushoorns gezien!!).
Raften:
Met
z'n
achten
in
een
rubberboot
over
een
rivier
vol
stroomversnellingen.
Ga
niet
voorin
de
boot
zitten,
de
kans
dat
je
er
dan
in
een
stroomversnelling
uitvalt
is
zeer
reëel. Wanneer
de
gids
de
hoosemmer
extra
goed
vastbindt,
is
dat
een
teken
om
je
in
de
komende
stroomversnelling
zelf
ook
goed
vast
te
houden.
De
mensen:
Vriendelijk
en
vrolijk.
Hoe
meer
goud
door
hun
neus,
hoe
mooier.
Hordes
kinderen
die
vaak
een
stukje
met
je
mee rennen.
De
mensen
hebben
één
nadeel:
ze
zijn
altijd
verkouden,
zakdoeken
kennen
ze
niet
en
ze
rochelen
aan
een
stuk
door.
Godsdienst:
Hindoes
en
Boeddhisten
leven
vredig
naast
elkaar.
Koeien
zijn
heilig
en
lopen
los
op
straat.
Behandel
ze
met
respect,
je
kunt
namelijk
nooit
weten
van
wie
het
een
reïncarnatie
is.
Bidden
is
erg
gemakkelijk:
je
schrijft
een
gebed
op
een
vlaggetje,
hangt
dit
in
de
wind
en
het
gebed
wappert
bij
elke
windvlaag
vanzelf
de
wereld
in.
Bij
de
restauratie
van
een
tempel
na
een
aardbeving
bleven
zoveel
stenen
over
dat
er
een
extra
tempeltje
naast
gebouwd
kon
worden.
Dat
de
gerestaureerde
versie
niet
meer
zo
op
het
origineel
leek,
ach,
wat
geeft
het.
Hotels:
Zeer
eenvoudig
maar
wel
goedkoop
en
de
huisdieren
krijg
je
er
gratis
bij
(kakkerlakken,
spinnen,
andere
ondefinieerbare
insecten,
muizen).
In
de
bergen
geen
elektriciteit. Neem
nooit
een
kamer
boven
de
keuken,
want
er
wordt
op
een
houtvuurtje
gekookt,
zodat
je
's
ochtends
vroeg
je
kamer
wordt
uitgerookt.
Is
dit
nu
leuk,
vakantie?
Ja,
dit
is
geweldig!
Rond
te
kunnen
lopen
in
zo'n
andere
wereld
met
een
indrukwekkende
cultuur
en
een
prachtige,
afwisselende
natuur
(jungle,
bergen,
woestijn).
Wel
waardeer
je
de
luxe
thuis
daarna
des
te
meer
(elektriciteit,
stromend
water,
geen
troep
en
chaos).
Toch
zou
ik
zo
weer
terug
willen,
wie
gaat
er
mee?
Hieronder volgt nog een selectie van onze foto's:
Tijdens onze allereerste wandeling door Kathmandu stonden we onverwacht oog in oog met een mooie stoepa.
De trektocht rond de Annapurna begon tussen de rijstvelden.
In de daaropvolgende dagen werden de bergen steeds hoger en de dorpjes steeds Tibetaanser.
Veel sneeuw, weinig zuurstof, maar bijna op de Thorung La, met 5416 meter de hoogste pas van de tocht.
Aan de andere kant van de pas veranderde het landschap drastisch, in een woestijnachtige hoogvlakte.
Maar een aantal dagen later liepen we weer tussen de bananenpalmen, rieten hutjes en rijstvelden.
Nog een laatste terugblik op de 8000-ers vanaf Poon Hill.
In Pokhara bijkomen van alle inspanningen, mét uitzicht op Machapuchare (Fishtail Mountain).
Terug in Kathmandu: volop kleurstoffen te koop bij de hindoeistische Pashupatinath tempel.
Vanuit Kathmandu op de fiets een dagje naar Patan, het leek een reis terug in de tijd!