01 november 2003

Groeten uit Peru

Het lijkt nog niet zo lang geleden dat we in Vilcabamba ons eerste reisverslag schreven, maar ondertussen hebben we alweer heel wat kilometers in Peru afgelegd en veel leuke dingen gezien en gedaan.

REISROUTE
Vilcabamba - Piura - Trujillo - Huaraz - NP Huascarán - Lima - Pisco - Huacachina - Nazca - Cusco - Inca Trail - Puno - Cañón del C
olca - Arequipa

BELEVENISSEN
Na alle nare verhalen die we gehoord hadden over corrupte douanebeambten, geldwisselaars met vals geld en exorbitant geprijsd transport door niemandsland, viel het oversteken van de grens met Peru ons erg mee. We hadden dan ook een kleine grensovergang en een doorgaande bus gekozen. Na het invullen van de nodige formulieren en het halen van verschillende stempels, reden we ruim een half uur later Peru al binnen. Wat meteen opviel was dat Peru een stuk armer was dan Ecuador, met armoedige huisjes op het platteland en sloppenwijken bij de steden. Wel waren de wegen erg goed en stond bij elk bruggetje over de vele droge rivierbeddingen een groot bord met de naam en lengte van de brug.
De bus zette ons af in een buitenwijk van Piura, zonder geld, want wisselen had ons op de grens niet verstandig geleken omdat we geen valse van echte soles konden onderscheiden (wat ons overigens nu ook nog niet altijd goed afgaat). Gelukkig vonden we een taxichauffeur bereid om ons, tegen een meer dan redelijke vergoeding, langs diverse geldautomaten te rijden, totdat we er een vonden die onze bankpas accepteerde.
Omdat in Piura verder weinig te beleven viel, namen we nog diezelfde avond een nachtbus naar Trujillo. We hadden verwacht dat de bus rond 8 uur ´s morgens in Trujillo zou aankomen, maar hij had blijkbaar hard gereden, want al om 4 uur zaten wij op het busstation. Daar hebben we nog maar wat bijgeslapen, tot het licht genoeg was om op zoek te gaan naar een hotel. Trujillo ligt aan de kust, die in Peru bestaat uit een woestijnachtig gebied. Toch is dit al vele jaren bewoond, getuige de vele restanten van oude culturen. Wij bezochten de ruïnes van Chan-Chan, de grootste lemen stad ter wereld. De stad dateert uit de 13e eeuw en veel van de muren zijn mooi versierd met patronen die met de zee te maken hebben, zoals vissen, zeevogels, golven en visnetten (oftewel ruitvormen).
 
Via een mooie route door een rivierkloof met ruige, droge bergen en als begroeiing alleen af en toe wat cactussen reden we de volgende dag verder naar Huaraz. Deze plaats ligt op 3100 meter, aan de voet van de Cordillera Blanca, de bergketen met de hoogste bergen van Peru. Vanaf het dakterras van ons hotel hadden we een prachtig uitzicht op de vele witte toppen van Nationaal Park Huascarán. Hier wilden we graag de vierdaagse Santa Cruz trek lopen, maar omdat de trek onder andere een overnachting op 4250 meter inhoudt, moesten we eerst een paar dagen acclimatiseren in Huaraz. Tijd genoeg om inkopen te doen op de lokale markt: eten voor vier dagen en niet te vergeten coca-bladeren, die schijnen te helpen tegen hoogteziekte (lekker is anders). Gelukkig konden we een deel van onze bagage achterlaten in het hotel, zodat het eten en de tent goed in de rugzakken pasten. 
Eindelijk konden we weer eens een wandeling door de bergen maken. We klommen omhoog door een nauw dal met aan beide kanten rotsen begroeid met bromelia´s. Vervolgens liepen we langs felblauwe bergmeren omgeven door hoge witte toppen, waaronder de Huascarán, met 6768 meter de hoogste berg van Peru en de Alpamayo (een soort Matterhorn, maar dan hoger), volgens sommigen de mooiste berg ter wereld. Het hoogste punt van de trek was een pas van 4750 meter, vanwaar we een prachtig uitzicht hadden op de omliggende gletsjers. Ook zagen we veel dieren onderweg, en dan vooral ezels, die gebruikt werden door de toeristen die geen zin hadden om hun eigen bagage te dragen.
Na vier dagen verruilden we de rust van de bergen voor de drukte van Lima, een grote stad (8 miljoen inwoners) met even grote tegenstellingen: een modern centrum met westerse winkels, koloniale gebouwen en aan de rand van de stad veel sloppenwijken. We waren met name in Lima om een reisgids voor Chili te kopen, wat gelukkig gelukt is. Daarnaast bezochten we het Museo de la Nación om wat meer te weten te komen over de culturele geschiedenis van Peru.
Omdat we nooit genoeg kunnen krijgen van pinguïns, maakten we hierna vanuit Pisco een boottochtje naar een eiland voor de kust, waar deze grappige vogels voorkomen, naast grote kolonies aalscholvers, Jan van Genten en zeeleeuwen.
 
Daarna reisden we verder naar het zuiden, naar Huacachina, een idyllische oase, iets wat we niet verwacht hadden in Peru aan te treffen. Dit dorpje ligt middenin de woestijn aan een meertje omgeven door palmbomen temidden van hoge zandduinen. Veel is er niet te doen en dat is ook wel eens lekker, dus na het beklimmen van een paar zandduinen hebben we de rest van de tijd uitgerust van ons zware reisleven.
Hierna waren we helemaal klaar voor het bekijken van de mysterieuze Nazca-lijnen. Deze figuren, lijnen en geometrische vormen zijn in de woestijn aangebracht door de bovenste laag donkere stenen te verwijderen, waarna een licht laag overblijft. Heel bijzonder is dat de figuren enorm groot (een 180 meter lange hagedis, een 90 meter grote aap, een condor met een vleugelwijdte van 130 meter), maar perfect van vorm zijn, terwijl dit alleen vanuit de lucht goed te zien is. Hoe de makers dit voor elkaar hebben gekregen, is nog steeds een raadsel.

Ook is nog altijd niet bekend wie de makers waren en vooral waarom de lijnen gemaakt zijn. Het meest waarschijnlijk is dat ze gemaakt zijn door een pre-Inca cultuur, zo´n 2000 jaar geleden, misschien voor religieuze doeleinden of voor astronomische waarnemingen. Een andere theorie gaat uit van landingsplaatsen van buitenaardse wezens, maar het Peruviaanse Ministerie van Cultuur ervaart dit als een belediging, omdat het de voorouders van de Peruvianen tekort zou doen. Wij vlogen over de lijnen in een 4-persoons vliegtuigje, waarbij de passagiers geadviseerd werd niet te eten voor de vlucht, vanwege de acrobatische toeren van het vliegtuigje. Dit draaide namelijk een cirkel rond elk figuur, waarbij het vliegtuig bijna verticaal in de lucht hing. En dit zowel linksom als rechtsom, zodat de passagiers aan beide kanten een goed uitzicht hadden. Het was een bijzondere en spectaculaire ervaring en het halve uur vloog voorbij.
Helaas eindigde onze vlucht op het politiebureau, omdat degene waarvan we het ticket gekocht hadden geen luchthavenbelasting bleek te betalen. Ons werd daarom gevraagd om aangifte te doen, iets wat maar tien minuten zou duren. In het foto-archief vonden we al snel de foto van de verdachte, blijkbaar een bekende van de politie, maar het intypen van onze verklaring, vier pagina´s lang, op een ouderwetse typemachine, verliep beduidend minder snel. Ruim twee uur later stonden we weer buiten, na de Spaanstalige verklaring getekend te hebben met handtekening en vingerafdruk. En waren we hard toe aan een ontbijt, want het was inmiddels 12 uur.
 
Met een nachtbus reisden we in 16 uur naar Cusco. De weg door de Andes was bijna geheel verhard, maar net niet helemaal, waardoor de achtervering van de bus het begaf in een diepe kuil. De chauffeur reed gewoon door, alleen iets langzamer en al stuiterend bereikten we Cusco. We namen onze intrek in een bijzonder hotel, Los Niños. Dit hotel wordt gerund door twee Nederlanders die acht jaar geleden naar Cusco zijn gekomen om straatkinderen te helpen. Inmiddels hebben ze zelf 12 kinderen geadopteerd, 18 kinderen in twee andere pleeggezinnen ondergebracht en runnen ze twee hotels. Met onder andere de winst van de hotels krijgen nog eens 250 kinderen zes dagen per week te eten, kunnen ze douchen, sporten en krijgen ze medische hulp. Hoewel het hotel ons budget eigenlijk ver te boven ging, hadden we het voor dit geweldige project graag over (voor meer info: www.ninoshotel.com). Cusco is wel de culturele hoofdstad van Peru en is daardoor erg toeristisch. Het heeft een gezellig centrum met veel koloniale gebouwen, musea, kerken en Inca-restanten. Wij bekeken deze bezienswaardigheden drie dagen lang, terwijl we wachtten op het vertrek van onze Inca Trail tour. 
Als reiziger heb je op veel plekken op deze wereld het gevoel dat je eigenlijk jaren te laat bent en dat geldt zeker voor de Inca Trail. Deze beroemde vierdaagse wandeling die eindigt in Machu Picchu, mag je sinds een paar jaar niet meer zelfstandig lopen. Je bent nu verplicht om te lopen in een groep, met gids en dragers, iets wat ons erg tegenstaat. Toch wilden we deze wandeling niet missen, dus boekten we een tour, waarbij we met negen toeristen, een gids, een kok en acht dragers op pad gingen. En onze groep was niet de enige, er liep een hele optocht van groepen (en dan schijnt het in het hoogseizoen nog drie keer zo druk te zijn!). De route op zich was erg mooi. Hij liep over oude Inca-paden, tussen hoge steile bergen, door nevelwoud en langs Inca-ruïnes. De groep was gezellig, het eten erg lekker (elke ochtend om half zes coca-thee op bed!) en voor de verandering hadden we nu eens een ruime tent.
Op dag vier zagen we vanaf de Poort van de Zon Machu Picchu diep beneden ons liggen. Deze bekendste Inca-ruïne stond al jaren hoog op ons verlanglijstje en het was dan ook een bijzonder moment. De hele dag liepen we tussen de ruïnes, bekeken de naadloos gestapelde muren waar de Inca´s om bekend staan, de huizen, tempels en baden. Ook beklommen we de Huayna Picchu, de steile berg die achter de ruïnes te zien is op de bekende foto´s (waarvan wij er ook minstens tien gemaakt hebben).
Met de trein reisden we terug naar Cusco en vandaar met de bus verder naar Puno, gelegen aan het Titicaca-meer.
Het was een mooie rit over een hoogvlakte, door kleine dorpjes met traditioneel geklede mensen en eindelijk zagen we grote aantallen lama´s.
Het Titicaca-meer hadden we een aantal jaar geleden al vanaf de Boliviaanse kant bekeken en nu beperkten we ons tot de Peruviaanse kant. We maakten een boottocht over het meer en bezochten de Uros, een bijzondere stam die op drijvende “eilanden” woont die geheel van riet gemaakt zijn. Op een eiland staan 10 tot 15 rieten huisjes, waar evenzovele families in wonen. Omdat de onderlaag van het riet natuurlijk wegrot in het water, wordt er van bovenaf steeds vers riet toegevoegd. Het was een grappige ervaring om op zo´n rieten eiland te lopen, het golfde en je had steeds het gevoel dat je er doorheen zou zakken. Daarna maakten we een tochtje op een traditionele Uros-boot die ook geheel van riet gemaakt was. 
Ons laatste wandeling in Peru maakten we in de Cañón del Colca, een diepe kloof in een onherbergzaam landschap. De eerste dag daalden we 1200 meter steil af in de cañon, tot aan de rivier. We kwamen door een paar kleine plaatsjes waar de bevolking nog traditionele kleding droeg. Vooral de vrouwen zagen er prachtig uit in hun lange, wijde rokken en felgekleurde, geborduurde blouses en hoeden. We overnachtten in een hut van bamboe en palmbladeren in een oase, mét een natuurlijk zwembad. De volgende dag wachtte ons een klim van 1200 meter steil omhoog, over de kleurige rotsen begroeid met verschillende soorten cactussen. Op de rand van de cañon was een uitzichtpunt vanwaar je ´s ochtends condors kon zien opstijgen, de grootste vliegende vogels ter wereld met een vleugelwijdte van drie meter. We zagen er verschillenden vlak langs ons zweven, een indrukwekkend gezicht. 
En nu zijn we in Arequipa, de één-na-grootste stad van Peru, gelegen aan de voet van de vulkaan El Misti, die vanuit het koloniale centrum goed te zien is. We hadden geluk, want op de dag dat we hier aankwamen, was net de jaarlijkse processie ter ere van ´Señor de los Milagros´ (Heer van de Wonderen). Een hele straat werd belegd met religieuze kunstwerken van bloem­blaadjes en gekleurd zaagsel, waar de processie (bestaande uit honderden zingende mensen met kaarsen, rondom een beeltenis van de heilige die door een groep mannen op hun schouders gedragen werd) ´s avonds dwars doorheen liep.

HET WEER
Peru is, net als Ecuador, qua klimaat in drie zones te verdelen: de kuststrook, de Andes en het Amazonegebied. De kuststrook is woestijnachtig, dus droog en warm, maar in deze tijd van het jaar hangt er vrijwel continu een grijze mist, veroorzaakt door de lage temperatuur van het zeewater. In de Andes is het nu het begin van de regentijd, maar daar hebben wij gelukkig niet zoveel van gemerkt. Tijdens de trektochten die we gemaakt hebben, was het overdag vrijwel altijd goed weer en hebben we alle bergen goed kunnen zien. De temperatuur wordt er vooral bepaald door de hoogte: overdag was het gemiddeld zo´n 20°C en één keer heeft het gevroren tijdens een nacht kamperen in de bergen. In het Amazonegebied is het de droge tijd, maar daar zijn wij niet geweest.

BEVOLKING
Peru heeft 26 miljoen inwoners en lijkt armer dan Ecuador. Bijna de helft van de bevolking is van Indiaanse afkomst. Met name in het zuiden van Peru gaan zij nog traditioneel gekleed. De vrouwen dragen wijde, gekleurde plooirokken, bolhoedjes en dragen kind of boodschappen in een felgekleurde, gestreepte doek op hun rug. Ook in Peru spreekt vrijwel niemand Engels, maar alleen Spaans of Quechua (de vroegere taal van de Inca´s). Dus ons Spaans gaat langzaam vooruit.

VAN DE MENUKAART
Ja, we hebben onze vegetarische principes even overboord gezet en Peru´s specialiteit, cuy (geroosterde cavia), gegeten.
Aangezien het dier in z´n geheel geroosterd wordt, rest er geen twijfel wat er op je bord is beland. Veel vlees zit er niet aan en het smaakt een beetje als vette kip.
Een andere Peruviaanse specialiteit is ceviche, rauwe vis gemarineerd in citroensap, chilipepers en uien. Aangezien toeristen wordt afgeraden om rauwe vis te eten, hebben wij dit gerecht geprobeerd met champignons in plaats van vis. Het wordt geserveerd met een aardappel, één van de 600 soorten die Peru kent.
Daarnaast hebben we vaak pizza gegeten omdat er veel pizzeria´s zijn met een echte houtoven, waardoor de pizza´s heerlijk smaken.
Ook hebben we regelmatig Peru´s bekendste drankje, Pisco Sour, gedronken. Dit is een mengsel van druivenbrandewijn, citroensap, suiker en opgeklopt eiwit, lekker!
Een andere nationale drank is Inka Kola, een zoete, felgele softdrink die naar bubblegum smaakt en vooral bij de lokale bevolking favoriet is. Wij hielden het liever bij gewone cola.
Op de menukaarten kwamen we weer diverse bijzondere gerechten tegen:

  • baker potatoes
  • cheese unions
  • Gordon blue (waar hebben we die eerder gezien?)
  • a portion of fried fries
  • chesse roll
  • energy bears
  • coked potatoes
  • rice with vegetables and weat very tast

KOSTEN
Peru is iets goedkoper dan Ecuador, maar nog altijd duur naar Aziatische maatstaven. De munteenheid is de Nuevo Sol en aangezien er veel vals geld in omloop is, worden bij elke transactie met name de biljetten grondig gecontroleerd. Valse munten raak je gelukkig gemakkelijker kwijt.
De Inca Trail was wel een grote kostenpost (US$ 180 p.p.), maar georganiseerde dagtours daarentegen waren vaak erg goedkoop. Soms maar US$ 5 voor een hele dag, inclusief transport en gids.
Een aantal prijsvoorbeelden:

- goedkope hotelkamer: € 3.50 - € 4.50 p.p.
- goedkope warme maaltijd: € 1.50 - € 2.50
- busreis: ± € 0.70 p.p. per uur

STEMMING
Hoewel Peru bekend staat als één van de onveiligste landen van Zuid Amerika, met name wat betreft diefstal en roofovervallen, hebben we ons er niet zo onveilig gevoeld, waarschijnlijk wennen we al aan het idee. Wel zijn we weer erg voorzichtig geweest en hebben waardevolle spullen en geld zoveel mogelijk achtergelaten in het hotel. Maar met z´n tweeën wandelen in Nationale Parken was geen probleem (“very safe, no attacks”, zoals de lokale bevolking ons verzekerde).
We vonden Peru een leuk reisland: veel en afwisselende bezienswaardigheden, alles gemakkelijk per openbaar vervoer te bereiken, goede trekkingmogelijkheden.
Het reizen bevalt nog steeds erg goed, we missen Nederland nog helemaal niet. Hadden we tijdens onze vorige lange reis na twee maanden al een verlanglijstje met Nederlandse etenswaren, nu denken we daar nog nauwelijks over na (hoewel een volkoren boterham met kaas trouwens wel zou smaken). We hebben wel nog steeds een erg hoog reistempo, verblijven zelden langer dan 1 à 2 dagen op één plek, staan bijna elke dag om 5 à 6 uur op en weekenden om uit te rusten, daar doen we hier niet aan. Dit komt vooral omdat we zoveel willen zien en doen in relatief weinig tijd. Desondanks hebben we veel zin in de landen die er nog aan zitten te komen.

WIST U DAT...

  • er tijdens iedere busrit verkopers de bus binnenkomen om een verkooppraatje te houden?
  • na een verhaal van een half uur vaak blijkt dat het om niet meer dan een paar snoepjes gaat?
  • ons in een bus zelfs een keer een muizenval te koop aangeboden werd?
  • in de kathedraal van Cusco een levensgroot schilderij hangt van het Laatste Avondmaal?
  • de maaltijd bestaat uit cuy (geroosterde cavia)?
  • we onze TAME-dekens al regelmatig gebruikt hebben tijdens koude kampeernachten in de bergen?
  • in plaats van prikkeldraad hier soms cactussen bovenop een muur geplant worden?
  • Machu Picchu´s meest bijzondere en belangrijkste heiligdom een grote zonnewijzer is, uitgehakt uit een rotsblok?
  • deze sinds kort wat minder accuraat is doordat tijdens het opnemen van een commercial voor Cusqueña, Peru´s bekendste biermerk, een camera op de wijzer is gevallen en er een stuk vanaf is gebroken?
  • wij ´s avonds toch gewoon een Cusqueña hebben gedronken?
  • een zak chips die we meenamen over een hoge pas door de lage luchtdruk tot een vervaarlijke ballon opzwol?
  • op Taquile eiland in het Titicaca-meer de mannen breien?

PLANNING
Morgen nemen we de bus naar Arica in Chili. De komende tijd willen we van noord naar zuid door dit langgerekte land reizen en daarbij af en toe een klein stukje Argentinië meenemen. Als laatste bezoeken we Paaseiland. Voor dit alles hebben we de tijd tot 24 december, want op Kerstavond verlaten wij Zuid Amerika.


Chau vanuit Peru,

Gerbert en José