31 januari 2001

Groeten uit Vietnam

Ons reisjaar zit er helaas alweer bijna op. Ook de laatste twee maanden hebben we veel moois van Azië gezien en daarbij ook nog onverwachte plaatsen aangedaan: wie had ooit kunnen denken dat tussen Bangkok en Hanoi Dalfsen in de reisroute zou verschijnen?! Het hoe en waarom kunnen jullie lezen in ons zevende en laatste reisverslag.

REISROUTE
Bangkok - Amsterdam - Dalfsen - Losser - Zutphen - Naarden - Amsterdam - Bangkok - Hanoi - Halong Bay - Hanoi - Sapa - Bac Ha - Hanoi - Ninh Binh - Hoi An - Nha Trang - Dalat - Ho Chi Minh city (Saigon) - Mekong Delta - Ho Chi Minh city - Phnom Penh - Siem Reap - Ko Wai - Bangkok

BELEVENISSEN
In Nieuw Zeeland hadden we al gehoord dat Gerbert op korte termijn terug zou moeten naar Nederland voor een sollicitatiegesprek. Omdat onze reiskleding nou niet bepaald geschikt is om in te solliciteren, gingen we direct vanaf Bangkok's vliegveld door naar de drukke weekendmarkt. Met onze rugzakken nog op schuifelden we bij 35°C tussen de dringende mensenmassa (een kwart miljoen bezoekers per dag) en de bijna 9000 overvolle kraampjes. Daar vonden we voor ruim twee tientjes een nette broek en blouse, replica's van bekende merkkleding, maar, volgens de verkoper: "quality even better, sir".
Eenmaal terug in het centrum gingen we op zoek naar een ticket naar Nederland. 
Op korte termijn wegkomen uit Bangkok was niet zo'n probleem, maar er terugkomen wel, omdat het hoogseizoen in Thailand aangebroken was. We hadden al wel een enkeltje Bangkok - Amsterdam voor onze definitieve terugvlucht eind januari. Hiervoor konden we geen geld terug krijgen, maar we mochten wel proberen de vlucht kosteloos te verzetten. Alleen ging deze Pakistan Airlines vlucht maar één keer per week en de eerstvolgende, twee dagen later, was vol, dus lieten we ons op de wachtlijst zetten. Die twee dagen, 4 en 5 december, liepen we op en neer tussen reisbureau (komen we op de vlucht?), internetcafé (is de datum van het gesprek al bekend?) en telefooncel (Pakistan Airlines, hoe lang is de wachtlijst?). Op 5 december 's avonds, toen de Sinterklaascadeautjes, gedichten en pepernoten al klaar lagen, hoorden we van Pakistan Airlines dat we kans maakten om op de vlucht te komen en dat we zo snel mogelijk naar het vliegveld moesten komen om stand-by te staan. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want het was de verjaardag van de koning en op straat was het net zo druk als tijdens Koninginnedag in Amsterdam. Gelukkig waren we nog net op tijd op het vliegveld en kort voor het vertrek van de vlucht hoorden we dat we mee mochten. Via Islamabad (Pakistan zag er prachtig uit vanuit de lucht, de K2 lag er zonnig bij, de mensen op het vliegveld waren erg vriendelijk, we werden zelfs al bij hen thuis uitgenodigd, wie weet een volgende reisbestemming?) en Frankfurt landden we om 5 uur 's middags op Schiphol. We belden José's familie, die in Dalfsen Sinterklaas aan het vieren was en nog van niets wist, en sprongen in de trein.  
Wat onwennig zaten we in onze verlopen kleren, lurkend aan een pak (lang gemiste) karnemelk, tussen alle forensen, maar de vele files en het geklaag over de trein die vijf minuten te laat was, kwamen ons vaag bekend voor. De eerste dag was het wel een gek idee om weer in Nederland te zijn, maar alles wende verrassend snel. De sollicitatiegesprekken van Gerbert verliepen goed, binnenkort begint hij aan een driejarig project op het AMC.
Wij begonnen na te denken over het vervolg van onze reis: wilden we terug naar Azië of nog even heel iets anders? Voor veel andere bestemmingen was het niet het goede seizoen, bovendien vonden we het wel leuk om onze reis in Azië af te maken. Het kostte de nodige moeite, maar we vonden een ticket en twee dagen later liepen we weer door Bangkok alsof we niet weg geweest waren.
Voor het oorspronkelijke plan, een rondje Laos, Vietnam, Cambodja overland, hadden we niet genoeg tijd meer.
We besloten Laos te schrappen, regelden een erg duur spoedvisum voor Vietnam en een vliegticket naar Hanoi. Omdat ook het krijgen van een spoedvisum nog twee dagen duurt, hadden we eindelijk tijd om een bezoekje te brengen aan de drijvende markt van Damnoen Saduak, iets wat we al lang van plan waren. We namen de eerste lokale bus vanuit Bangkok en waren vroeg genoeg op de markt om te zien hoe de lokale bevolking handel dreef vanuit boten die waren volgeladen met kleurige koopwaar. 
Een uurtje later stroomden de toergroepen binnen en al snel waren er meer boten met toeristen dan drijvende marktkramen op het water.
Op 23 december vlogen we met Air France naar Hanoi, in het noorden van Vietnam. Toen we met een minibusje van het vliegveld naar de stad reden, viel het ons op dat veel vrouwen de bekende Vietnamese conische hoeden op hadden.
 
Daarnaast droegen veel mensen een soort juk met twee rieten manden, om hun handelswaar of oogst te vervoeren. En in Hanoi waren de straten overvol met toeterende brommers en fietsen. Hanoi was verder een mooie stad die door de ruime opzet niet zo groot aandeed: veel groen, weinig hoogbouw en brede lanen met brede stoepen. We bekeken er een aantal tempels en pagodes en bezochten het mausoleum van Ho Chi Minh. Het mausoleum lag aan een groot, open plein met daarvoor een brede straat met tribunes erlangs voor parades, zoals je dat in wel meer communistische landen ziet. We moesten opstellen in rijen van twee en in een nette, lange stoet schuifelden we langs de erewacht het gebouw binnen. Ho lag er piekfijn bij, hij was namelijk net terug van z'n jaarlijkse onderhoudsbeurt in Rusland.
Ondertussen was het Kerstavond geworden en we hadden gelezen dat er in de kathedraal een avondvullend programma zou zijn met onder andere kerstliedjes en een nachtmis. Daar wilden we graag naar toe om nog iets van de kerstsfeer mee te krijgen. Hoewel in een deel van de hotels en restaurants wel een kunstkerstboom stond, compleet met knipperende, gekleurde lampjes, was het toch moeilijk om een kerstgevoel te krijgen bij tropische temperaturen en omringd door een grotendeels boedhistische bevolking. Toen we naar de kathedraal toeliepen, was het erg druk op straat en hoe dichter we bij onze bestemming kwamen, hoe drukker het werd. We dachten dat deze mensen vast niet allemaal naar de kathedraal op weg zouden zijn, maar dat viel tegen. Het programma bleek plaats te hebben in de openlucht en het plein voor de kathedraal stond vol met duizenden mensen, die in een vele malen luidruchtiger feeststemming verkeerden dan de gemiddelde Nederlandse kerkganger op Kerstavond. Niet helemaal wat wij ons ervan voorgesteld hadden dus. Na nog even naar dit feestgedruis gekeken te hebben, baanden we ons met veel moeite een weg door de mensenmassa en liepen naar een klein protestants kerkje. Daar pikten we vanuit de deuropening nog net de zegen en het slotlied "we wish you a merry Christmas" mee. Dit was tenminste iets en terug op onze hotelkamer zongen we zelf nog maar wat kerstliedjes bij een kaarsje. In ieder geval was het een Kerstavond om nooit te vergeten.
In Vietnam is alleen Eerste Kerstdag een vrije dag, dus grepen we op Tweede Kerstdag onze eerste mogelijkheid aan om een visum aan te vragen bij de Cambodjaanse ambassade. We hadden gelezen dat dit zeven werkdagen zou duren, wat ons erg slecht uit zou komen, maar gelukkig waren de regels onlangs versoepeld en hadden we al diezelfde middag het visum op zak.
Individueel reizen op de manier die wij leuk vinden, samen met de lokale bevolking in het openbaar vervoer, is vaak erg moeilijk in Vietnam. Veel bezienswaardigheden zijn niet met het openbaar vervoer te bereiken, soms zijn lokale bussen zelfs verboden voor toeristen en voor treinen betalen buitenlanders vijf keer zoveel als Vietnamezen. Georganiseerde tours daarentegen zijn er in overvloed en zijn goedkoop. Omdat vrijwel alle toeristen van deze tours gebruik maken en omdat bijna elke Engels sprekende Vietnamees wel connecties heeft bij de reisbureautjes, is het extra moeilijk om informatie te krijgen over individueel reizen. Hoewel wij er helemaal niet van houden om in toeristenbusjes van de ene naar de andere attractie te worden gedirigeerd, zijn we toch regelmatig bezweken voor het gemak en prijskaartje van deze tours. Het onderstaande programma zal veel Vietnam-gangers dan ook wel bekend voorkomen.
Vanuit Hanoi gingen we eerst een dagje naar de Perfume Pagoda, een boedhistische tempel in een grot in de bergen. Na een busrit van twee uur werden we in kleine bootjes anderhalf uur lang door een prachtig landschap van heuvels en rijstvelden geroeid, naar het begin van een wandelpad. 
Hiervandaan was het nog een uurtje lopen door de heuvels naar de tempel. Voor ons tenminste, een paar Vietnamese groepsgenoten deden er wel twee uur over, maar zeulden dan ook zware tassen mee. Tot onze verbazing (de lunch was namelijk bij de tour inbegrepen) kwamen hieruit tevoorschijn: een grote hoeveelheid fruit, een paar blikjes bier en zowaar een gebraden kip. Dit alles bleek echter niet voor eigen consumptie, maar voor de goden bestemd te zijn en werd met veel ceremonie in de tempel geofferd. De enorme lastenverlichting had overigens geen invloed op het wandeltempo voor de terugweg. Onze volgende tour was een tweedaagse naar Halong Bay. We voeren door deze baai met duizenden hoge, steile krijtrotseilanden, bekeken een druipsteengrot en overnachtten op een van de eilanden. 
Tenslotte gingen we nog vier dagen naar de bergen ten noorden van Hanoi, vlakbij de Chinese grens. Hier wonen veel bergvolkeren die nog traditioneel gekleed gaan: de vrouwen dragen veelal rokken versierd met kleurig borduurwerk, donkere hesjes afgezet met zilveren gespen of gekleurde biezen en felgekleurde, geruite hoofddeksels. Iedere groep heeft z'n eigen variant. Eén keer per week komen de mensen vanuit de bergen naar de dichtstbijzijnde markt om onderling hun producten te verhandelen. 
De markten van Sapa en Bac Ha, die wij bezochten, boden dan ook een erg kleurige aanblik. Verder hebben we in de omgeving van beide plaatsen nog een halve dag gewandeld. Het was heerlijk om weer over onverharde paden door de bergen met mooie rijstterrassen te lopen en de lokale bevolking in en om hun hutjes aan het werk te zien. Het geheel deed ons wel een beetje aan de "foothills" van Nepal denken.
Ook vierden we in Bac Ha Oudjaar, zonder oliebollen of vuurwerk en met wijn in plaats van champagne. Verder was er trouwens helemaal geen Oudjaarssfeer, want Vietnamezen vieren het Chinese Nieuwjaar, dat dit jaar op 24 januari viel.
Na al deze georganiseerde tours waren we blij dat we op eigen gelegenheid naar Ninh Binh konden reizen, even ten zuiden van Hanoi. Toen we aankwamen bij het hotel dat we hadden uitgezocht, zagen we al aan de steigers dat er een verbouwing aan de gang was. De vloer in de hal was er uitgebroken, de trap was afgeplakt, maar de kamer zag er netjes uit én we kregen een dollar korting vanwege de verbouwingsoverlast. We lieten ons daarmee overhalen om te blijven, maar al gauw bleek dat we in de lunchpauze gearriveerd waren. Voor het lawaai dat daarna volgde, leek één dollar korting aan de erg magere kant.
In Vietnam overnacht je trouwens bijna altijd in simpele hotels in plaats van in guesthouses zoals in veel Aziatische landen. De kamers zijn in allebei meestal even kaal en kunnen wel een likje verf gebruiken. De hotels hebben een receptie, een handdoek en een zeepje en soms een tv op de kamer (Vietnam 1 en 2), dit alles tegen een behoorlijke meerprijs. Guesthouses daarentegen worden vaak door een familie in hun eigen huis gerund, zijn wat rommeliger van opzet, maar hebben daardoor meestal wel meer sfeer.
In Ninh Binh hebben we ons verder goed vermaakt. We hebben fietsen gehuurd (Vietnamees model met boodschappenmand voorop) en twee dagen over binnenweggetjes door de prachtige omgeving gefietst. Steile krijtrotsen rezen op uit de rijstvelden, we hadden het gevoel dat we door Guilin in China fietsten, al kennen we dat helaas alleen van foto's. 
We zagen mannen met buffels de velden omploegen en vrouwen met Vietnamese hoeden rijst planten, terwijl ze tot hun knieën in de blubber stonden. We namen de nachtbus naar Hué, maar omdat we niet zoveel zin hadden in een grote stad, besloten we direct door te gaan naar Hoi An. Dit is een klein, gezellig havenplaatsje met sfeervolle straatjes, oude koopmanshuizen en een drukke markt, waar je bij wijze van spreken over de hoeden kon lopen. Daar trotseerden we de minder aangename geur van de vismarkt voor een paar mooie foto's. 
Verder maakten we een uitstapje naar de duizend jaar oude tempelruïnes van My Son. Deze lagen in een mooie jungle-setting, maar waren behoorlijk vervallen, deels door de tand des tijds en deels door Amerikaanse bombardementen. De bomkraters waren poeltjes vol planten en vissen geworden. Hoewel Vietnam meer dan tweeduizend kilometer kustlijn heeft, zijn er slechts weinig echte badplaatsen. Eén daarvan was Nha Trang, onze volgende bestemming. Daar hebben we voor het eerst van ons leven twee ligstoelen gehuurd onder een rieten parasol op het witte strand vol palmen en een middagje genoten van deze luxe. 
Daarnaast boekten we een dag een snorkel-boottrip. We hadden ons een klein bootje voorgesteld met een handjevol mensen zoals in bijvoorbeeld Indonesië, dus we schrokken wel even toen we 's ochtends bij de boot aankwamen en er meer dan veertig mensen mee bleken te gaan. Ook het snorkelen viel tegen, er waren wel mooie koralen, maar het zicht was slecht en er waren nauwelijks vissen. Toen er na de lunch ook nog "entertainment" op het programma bleek te staan, besloten we er maar het beste van te maken en klapten met de vrolijk zingende bemanning mee. De stemming kwam erin, want toen daarna de drijvende bar te water werd gelaten, doken wij er direct achteraan en dreven even later met een beker huisgestookte wijn in onze reddingsboei op het water. En zo werd het toch nog gezellig.
Hierna namen we de bus naar Dalat, een plaats in de heuvels in het binnenland. Door de hoge ligging (1500 m) is het klimaat er koel. Daardoor is het een favoriete vakantiebestemming voor Vietnamezen en is er veel landbouw mogelijk. Thee, koffie, groente, fruit en bloemen zijn de belangrijkste gewassen. Wij kochten op de markt voor dertig cent een bosje bloemen om onze kale hotelkamer wat op te fleuren. We hadden in de omgeving van Dalat een berg willen beklimmen, maar daarvoor bleken een vergunning en een gids verpicht. Na alle georganiseerde tours wilden we juist graag iets met z'n tweeën doen en daarom hielden we het maar bij een paar lokale bezienswaardigheden (zomerpaleis van de laatste keizer, waterval, pagode, bloementuin).
Vanuit Dalat gingen we met de bus naar Saigon, dat sinds 1976 Ho Chi Minh City heet, maar dat door vrijwel niemand zo wordt genoemd. Saigon was zo mogelijk nog drukker dan Hanoi en weer hadden de brommers de overhand. 
Tot nu toe hadden wij nog niet veel van Vietnam's recente oorlogsverleden meegekregen, op wat bomkraters en veel mensen met ontbrekende ledematen na, maar daar besloten we in Saigon verandering in te brengen. We begonnen met een bezoek aan het Oorlogsmuseum, waar, naast wat wapentuig, indrukwekkende en soms shockerende foto's te zien waren. Daarna bezochten we het Reunification Palace, waar in 1975 de macht werd overgenomen door het communistische Noord Vietnamese leger, wat het einde van de oorlog betekende. Het paleis was nog in dezelfde staat als tijdens de machtsoverdracht. Alleen waren wij er een paar dagen voor Tet (het Chinese Nieuwjaar), ter ere waarvan een deel van het gebouw was omgetoverd tot een feestelijke markt. Terwijl we door de statige gangen en vertrekken liepen, schalde "Last Christmas" (?!) door het gebouw. En vlak voor de entree van de imposante conferentiezaal kochten wij bij een marktkraampje een goedkope fleecedeken.
Als laatste "oorlogsattractie" maakten we een dagtocht naar de Cu Chi tunnels, een 200 kilometer lang, ondergronds gangenstelsel, tijdens de oorlog door de Vietcong gebruikt als schuilplaats. We zagen de vele nare valkuilen die gebruikt werden tegen de Amerikanen, liepen door een gesimuleerd mijnenveld (met klappertjes als mijnen) en kropen op handen en voeten door de nauwe tunnels.
In de buurt van de tunnels bezochten we ook een Caodai tempel. Caodaïsme is een relatief nieuwe godsdienst, waarbij geprobeerd is een perfecte combinatie te maken van een aantal wereldgodsdiensten. De tempel was dan ook een kleurig geheel.
Vanuit Saigon maakten we nog een tweedaagse tour naar de Mekong Delta. We hadden een prijsbewuste gids die ons al tijdens de busreis lekker probeerde te maken: "Mekong Delta very cheap. Big duck, three kilo, only two dollars!". En als hij zag dat iemand van de groep iets op een markt gekocht had, vroeg hij onmiddellijk wat ervoor betaald was, schudde meewarig zijn hoofd en zei: "Next time I buy". En dat deed hij dan ook, aan vers fruit hadden we die dagen geen gebrek. De tour speelde zich verder vooral op het water af. We voeren op kleine bootjes over de rivieren en kanalen van de delta en over een paar drijvende markten. Van verre kon je al zien wat er op een boot verkocht werd, een productexemplaar bungelde aan een touwtje in de mast. Verder bezochten we een aantal lokale industrieën (rijstpapier-, gepofte rijstcracker- en rijstnoodle-productie, bloempottenbakkerij) en zagen het dagelijkse leven langs de waterkant. De vele zwaaiende kinderen deden ons aan Indonesië denken.
Wij zwaaiden de kinderen en Vietnam gedag en namen de bus naar Cambodja. Het kostte ons bijna een uur om de grens over te komen, via acht verschillende loketten: 1. visum en uitreisformulier controle, 2. visum en uitreisformulier stempelen, 3. stempelcontrole, 4. rugzakken openen, 5. visum inleveren, (via niemandsland naar Cambodja lopen), 6. inreisformulier invullen, controle visum Cambodja, verklaren waar ons Vietnamees visum gebleven was, 7. gezondheidsverklaring invullen, 8. laten overschrijven gezondheidsverklaring en controle vaccinatieboekje. Maar we kwamen er in ieder geval zonder extra kosten doorheen. De lokale bevolking stopt meestal wat dollars in het paspoort om zich te verzekeren van een soepele afhandeling van alle formaliteiten. Kleine oneffenheden zoals het kwijt zijn van het uitreisformulier of het niet hebben van een vaccinatieboekje kunnen op deze manier door de vingers worden gezien. En als je niet wilt betalen zit je, volgens onze buschauffeur althans, voor de rest van je leven vast in niemandsland.
Eenmaal in Cambodja leken we in een andere wereld te zijn beland: een slechte weg vol kuilen en gaten, veel armoede (kleine hutjes, schaarsgeklede en soms ondervoede kinderen) en terwijl in Vietnam het rijstplanten al in volle gang was, was het land hier nog dor en droog. We bleven een dag in Phnom Penh, de hoofdstad, waar de Frans koloniale invloed nog terug te vinden was in sommige gebouwen en in de statige, brede boulevards.
Daarna namen we een snelle boot naar Siem Reap, in het westen van Cambodja. De boot was een dure, maar comfortabele manier van reizen vergeleken met de bus, vanwege de zeer slechte toestand van het wegennet. Bij Siem Reap bekeken we de beroemde tempels van Angkor Wat, volgens velen het mooiste tempelcomplex van Azië. En het was inderdaad indrukwekkend. Enorm veel grote tempels, ongeveer duizend jaar oud, lagen verspreid door de jungle, vele nog in goede staat of mooi gerestaureerd. 

We reden bij een gids achterop de brommer van tempel naar tempel en na anderhalve dag hadden we nog maar een deel van alle tempels gezien. 
De overige tempels hielden we maar voor gezien, want we waren al wel een beetje tempelmoe. 
Achterop een kleine pick-up truck reden we naar de Thaise grens, over naar men zegt één van de slechtste wegen van Azië. Onze chauffeur reed behoedzaam over half ingestorte bruggen en probeerde de diepste kuilen zo goed mogelijk te vermijden. Hij moest daarvoor hele stukken dwars door de rijstvelden rijden. We deden zes uur over de ruim 150 kilometer, hadden wat blauwe plekken van het stuiteren door de kuilen en zaten onder een dikke laag stof, maar eigenlijk viel de weg ons nog helemaal niet tegen. Thailand was weer modern, en bekend terrein voor ons. We wilden onze reis relaxed afsluiten op een strandje en kozen daarvoor Ko Wai uit, een klein eilandje vlakbij Ko Chang. Hier brachten we de laatste week letterlijk en figuurlijk in het paradijs door: in Paradise Lodge in een hutje op een wit strand met overhangende palmen en een azuurblauwe zee. We lazen veel, schreven dit reisverslag, zwommen en snorkelden wat en badmintonden op het strand.
Nu zijn we, voor de zesde keer deze reis, terug in Bangkok, vanwaar we over een paar dagen terugvliegen naar Nederland.

WEER
Toen we begin december in Nederland aankwamen was het erg warm voor de tijd van het jaar, wat ons wel goed uitkwam, want we hadden niet veel dikke kleren bij ons. En na de eerste nacht vorst vertrokken wij weer naar de hitte van Bangkok.
Vietnam kun je in deze tijd van het jaar wat weer betreft in tweeën delen, Noord en Zuid. Noord Vietnam was wat koeler, ruim 20 graden en daar hadden we af en toe regen. Maar in Sapa (in de noordelijke bergen) waar het vrijwel altijd mistig is, hadden wij een stralende dag. Wel koelde het 's nachts zo erg af dat we twee dekens nodig hadden. Zuid Vietnam was heerlijk warm en zonnig en minder benauwd dan bijvoorbeeld Bangkok.
Cambodja vonden we erg warm. Het was zelfs zo warm dat we bij aankomst bij een prachtige tempel zeiden: "wat een mooie boom" in plaats van "wat een mooie tempel" en eerst een tijdje in de schaduw gingen staan.

BEVOLKING
Na bijna tien maanden reizen maakten we ook weer eens kennis met de bevolking van Nederland. In het begin kwam die nogal gejaagd over, maar binnen een paar dagen holden we weer even hard mee.
In Vietnam hebben we door het vele georganiseerde reizen vooral contact gehad met de mensen die met de toeristenindustrie te maken hebben, maar dat geeft geen eerlijk beeld. De gewone mensen die we ontmoet hebben waren erg vriendelijk. Opvallend was dat de straatverkopers de meest opdringerige en vasthoudende waren die we tijdens deze reis zijn tegengekomen.
In Cambodja vonden we de mensen erg vriendelijk en vrolijk, ondanks de vele armoede. Veel mensen lachten en zwaaiden naar ons, de verkopers bleven staan voor een praatje en wat grapjes, terwijl ze wisten dat we niets van ze gingen kopen en de kaartjescontroleurs in Angkor Wat verontschuldigden zich uitgebreid omdat ze je kaartje moesten zien en bedankten na afloop met een buiging.

STEMMING
Eigenlijk vonden we het helemaal niet leuk om tussendoor naar Nederland terug te gaan. Bij een jaar reizen hoorde voor ons heel erg de ervaring van een jaar uit Nederland wegblijven en we hadden allebei veel moeite om dit principe opzij te zetten. Desondanks was het leuk om de familie even terug te zien en het viel ons op hoe gezellig en sfeervol Nederland is vergeleken met al onze reislanden, zeker in de decembermaand.
In Vietnam werd onze stemming vooral beheerst door het vele reizen in toergroepjes. Dit maakte het een minder leuk land om doorheen te reizen, terwijl het land op zich erg mooi was.
Hoewel er een negatief reisadvies gold voor reizen overland in Cambodja hebben we ons er niet onveilig gevoeld, al hebben we ons in Phnom Penh na zonsondergang niet meer op straat gewaagd.
Al met al is het jaar voorbij gevlogen. Het was een bijzondere ervaring en erg de moeite waard om een heel jaar te kunnen reizen en ook die moeite viel achteraf wel mee. We hadden misschien wat eerder met voorbereiden (en vooral plannen en inlezen) moeten beginnen, maar jullie weten hoe dat gaat: druk, druk, druk. Azië was wel zo ongeveer als we verwacht hadden: erg mooi, afwisselend, vriendelijk en veilig. Toch hadden we af en toe ook wel zin in iets heel anders, het landschap en de cultuur lijken vooral in zuidoost Azië wel op elkaar. En wat dat betreft was Nieuw Zeeland een welkome afwisseling.
We hadden ons vantevoren wel eens afgevraagd of wij niet "reismoe" zouden worden, zoals je van veel reizigers hoort, maar dat viel best mee. Het bleef tot het eind toe leuk om nieuwe dingen te bekijken, al hoefden we niet meer zo nodig in elke plaats alle bezienswaardigheden te zien, zoals tijdens een gewone vakantie. Het leuke van een korte vakantie is wel dat het contrast met Nederland veel groter is en ook de negatieve aspecten van het reizen (zoals slechte hygiëne, ongezellige kamers, smerige kleren) zijn minder erg omdat je toch binnen afzienbare tijd weer thuis bent.
Hoewel we een jaar de tijd hadden, hebben we niet veel rustiger aan gedaan dan tijdens onze vorige reizen, we vinden het blijkbaar zonde van onze tijd om niets te doen. Toch was juist het gevoel om alle tijd te hebben één van de grote voordelen van een jaar reizen.
We hebben gemerkt dat we best een jaar zonder Nederland kunnen. We hebben Nederland, anders dan we verwacht hadden, aan het begin van de reis nog meer gemist dan aan het eind, waarschijnlijk grotendeels doordat we de eerste maand vaak ziek waren. Ook dankzij e-mail en internet leek Nederland een stukje dichterbij.
We vinden het al met al erg jammer dat onze reis er bijna opzit. Zeker na ons korte bezoekje aan Nederland zouden we zo nog een jaar door willen reizen. Van de andere kant verheugen we ons er ook wel op om weer een gezellig eigen huis te hebben (met stromend drinkwater, een wasmachine, leuke muziek, een kast vol schone kleren, een tuin) en natuurlijk om familie en vrienden weer te zien.

VAN DE MENUKAART
De eerste helft van onze reis dachten we af en toe verlekkerd aan bepaalde Nederlandse etenswaren en een regelmatig gestelde vraag was: "Stel, je hebt een tientje en je staat in een Albert Heijn, wat zou je kopen?" Maar vanaf Nieuw Zeeland, met z'n vele supermarkten, hebben we deze vraag nooit meer gesteld. Bij terugkomst in Nederland bleek de AH dan ook geen speciale attractie meer. Wel hebben we regelmatig stamppot gegeten, veel slagroomtoetjes en een heerlijke kaasfondue. Voor het vervolg van onze reis hebben we alleen wat drop meegenomen (met dank aan de gulle gevers!), maar hadden na een paar dagen Azië alweer spijt dat we niet meer ander lekkers hadden ingeslagen.
In Vietnam aten we natuurlijk bijna elke dag Vietnamese loempiaatjes, met, anders dan in Nederland, rijstpapier als buitenkant. Dankzij de Fransen waren er overal baguettes te koop, compleet met "La Vache qui rit" - smeerkaas. Verder aten we vooral rijst met groente, best lekker, maar niet alleen typisch Vietnamees. En we aten vrijwel altijd met stokjes. Ook hebben we in Vietnam weer een nieuwe vrucht gegeten, "dragonfruit". Het is ongeveer zo groot als een mango en ziet er prachtig uit, met een felrose schil met groene uitsteeksels. Het vruchtvlees is spierwit met kleine, zwarte pitjes, zoals bij een kiwi. Ook de smaak heeft wel wat van een kiwi weg, wat frisser en iets minder zoet.
In Cambodja probeerden we zoveel mogelijk lokale gerechten te eten (Khmer zoetzure soep, Cambodjaanse gebakken rijst, Cambodjaans gekruide viscurry), maar hoe authentiek dit was konden we tijdens ons korte verblijf niet beoordelen.
Wel kwamen we in beide landen bijzondere gerechten op de menukaarten tegen, zoals:

  • narigoreng
  • srping rool
  • hambegar / humbuger
  • vigetablesdup
  • freshfruidiuice
  • rare goat (?)
  • live seafood
  • bared botatoes
  • streamed rice
  • teamed shrimps
  • omelette with breed
  • miced pork
  • worldoff salad
  • swet & sour fried fish
  • friend egg sanwich
  • cheef salad (chesse/eeg)
WIST U DAT...
  • midden tussen de twee parallelle startbanen van vliegveld Bangkok een golfbaan ligt?
  • wij hopen dat er niet te veel afzwaaiers geproduceerd worden?
  • het goedkoper is om vanuit een telefooncel in Nieuw Zeeland naar Zutphen te bellen dan vanuit een telefooncel in Dalfsen?
  • Gerbert bij z'n laatste kappersbezoek in Bangkok wél een gratis hoofd- en nekmassage kreeg?
  • vrijwel alle internationale vluchten tegenwoordig niet-roken zijn?
  • Air France daarom aan zwaar verslaafden nicotinetabletten uitreikt?
  • Vietnam het eerste land was tijdens onze reis waar rechts wordt gereden?
  • het tweede land snel volgde (Cambodja)?
  • men in heel Azië urenlang op de hurken kan zitten met de voeten plat op de grond?
  • Vietnam zich in een soort overgangsfase bevindt waarbij iedereen op 20 centimeter hoge kinderstoeltjes zit?
  • het Franse "La Vie" het eerste bedrijf was dat flessenwater op de markt bracht in Vietnam?
  • vele lokale merken snel volgden met een identiek etiket en klinkende namen als Le Vu, La Vigie, LeaVe, La Vila?
  • Vietnamezen graag de installeringsinstructie en reclamestickers op het sanitair laten zitten?
  • ironisch genoeg de meest voorkomende sticker "American Standard" was?
  • Vietnam geen muntgeld heeft?
  • het kleinste papiergeld, 50 Dong, nog geen cent waard is?
  • in Vietnam geen ondertitels maar een soort nasynchronisatie gebruikt wordt voor buitenlandse tv-programma's?
  • een hele film door dezelfde persoon, vrijwel altijd een vrouw, wordt ingesproken?
  • we in verschillende restaurants onder het kopje "vegetarian" gerechten tegenkwamen zoals: "fried chicken" en "rice with pork"?
  • de vegetarische soepen dan ook vaak zijn getrokken van kippenbouillon, te herkennen aan allerlei kiprestanten in de soep?
  • José daarnaast maar liefst zes keer een insect uit een vegetarisch gerecht wist te vissen?
  • Gerbert naar alle waarschijnlijkheid dus ongeveer zes insecten heeft verorberd?
  • in sommige plaatsen 's ochtends van vijf tot zes nog propaganda klinkt over luidsprekers die aan iedere lantaarnpaal hangen?
  • de luidsprekers in de toeristenplaatsen zijn verwijderd omdat deze vroege wekker het aantal toeristen niet ten goede kwam?
  • een gids zich beklaagde omdat 'ie naast een luidspreker woonde en vertelde waarmee hij elke ochtend werd gewekt: "Goedemorgen dames en heren. Hopelijk heeft u goed geslapen. U kunt nu opstaan om uw ochtendgymnastiek te doen. Hoeveel kinderen heeft u? Heeft u er twee, stop dan onmiddellijk!"?
  • er afgedankte, gele Nederlandse stadsbussen in Saigon rijden?
  • alles in Vietnam: "same, same, but different" is?
  • er in Vietnam miljoenen fietsers zonder licht rijden?
  • dit in Thailand beter geregeld is: we daar bij donker op straat zelfs een olifant tegenkwamen met reflecterende banden om z'n voorpoten en een knipperend rood achterlicht aan z'n staart?
ONZE REIS IN GETALLEN EN UITERSTEN
In totaal hebben we ruim 11 maanden gereisd door 10 verschillende landen. Hierbij hebben we naar schatting ruim 30.000 kilometer over land en zee afgelegd en daarnaast nog eens zo'n 50.000 kilometer gevlogen. Hieronder volgt een greep uit de uitersten van deze reis.

L a n d e n

  • langste in: Maleisië, 51 dagen
  • kortste in: Singapore en Brunei, beide 2 dagen
  • duurste land: Nieuw Zeeland, 50 gulden per persoon per dag
  • goedkoopste land: India, 17 gulden per persoon per dag
V e r v o e r
  • vaakst gereisd per: bus of minibus, in totaal 217 keer
  • minst gereisd: achterop een brommer of gelift, beide 3 keer (daarnaast namen we nog 72 keer een boot, 15 keer een vliegtuig, 13 keer een riksja, 11 keer de fiets, 9 keer een taxi, 8 keer een tuk-tuk, 7 keer de trein, 6 keer de metro en in Nieuw Zeeland reisden we 6000 km per auto)
  • langste reis: boot Bali - Flores, Indonesië, 41 uur
  • kortste reis: gratis minibus busstation - hotel, Cameron Highlands, Maleisië, 1 minuut
W e e r
  • warmste: Varanasi, India, 41 graden Celsius
  • koudste: Lobuche, Nepal, -10 graden Celsius
  • droogste: Thar woestijn, India
  • natste: Mt. Cook, Nieuw Zeeland (in ieder geval toen wij er waren)
I n t e r n e t
  • duurste: Labuanbajo, Indonesië, f 30,= per uur
  • goedkoopste: Kathmandu, Nepal, f 1,= per uur
  • snelste: Wellington, Nieuw Zeeland
  • langzaamste: Udaipur, India
H o t e l s
  • duurste: Auckland, Nieuw Zeeland, f 18,= p.p. per nacht (slaapzaal)
  • goedkoopste: Puiyan, Nepal, f 0,30 p.p. per nacht (2 persoons kamer)
  • beste: Pangandaran, Indonesië
  • slechtste: junglecamp Sungai Kinabatangan, Maleisië
E t e n   e n   d r i n k e n
  • lekkerste: Kuching, Maleisië, vegetarisch buffetrestaurant
  • minst lekkere: Nuntala, Nepal, "pizza" met jam en kaas
  • meer gedronken dan thuis: cola, bijna 150 liter p.p. per jaar
  • minder gedronken dan thuis: koffie, minder dan 15 liter p.p. per jaar
PLANNING
Over een paar dagen vliegen we met China Airlines rechtstreeks van Bangkok naar Amsterdam. Daar hebben we nog een paar weken de tijd om ons huis in te richten, de administratie weer op te starten en familie en vrienden te bezoeken. En op 1 maart gaan we er op ons werk weer fris tegenaan.


Aan het eind van dit laatste reisverslag willen we iedereen graag bedanken voor alle leuke mailtjes, kaartjes en foto's die we het afgelopen jaar gekregen hebben. We vonden het elke keer weer erg leuk om door heel Azië "post" te krijgen en op deze manier op de hoogte te blijven van jullie leven en van de gebeurtenissen in Nederland.

En de vraag of dit echt ons allerlaatste reisverslag is, kunnen we het beste beantwoorden met onze lijfspreuk van het afgelopen jaar: "You never know!"

Tot ziens in Nederland!