Nepal staat al jaren in onze top drie van favoriete reislanden. In 1996 maakten we er onze eerste meerdaagse trektocht (in 17 dagen rond het Annapurna-massief) en in 2000 onze langste trektocht (vier weken in het Everest-gebied). Deze wereldreis was een mooie gelegenheid voor een derde bezoek aan dit prachtige land. We hadden deze keer een visum voor 30 dagen en zijn van 25 april tot 24 mei in Nepal geweest.
REISROUTE
Kathmandu - Syabrubesi - Upper Renche - Langtang Village - Kyanjin Gompa - Upper Renche - Thulo Syabru - Sing Gompa - Laurebina Yak - Gosainkund - Sing Gompa - Dhunche - Kathmandu
BELEVENISSEN
Voor de vlucht van Mumbai naar Kathmandu hadden we speciaal een raamplaats gevraagd en gekregen aan de linkerkant van het vliegtuig om alvast een eerste blik op de Himalaya te kunnen werpen. En dat lukte, al zagen we wel meteen dat we niet in de meest heldere tijd van het jaar in Nepal waren. Maar de achtduizenders staken gelukkig nog ruim boven de wolken uit.
Het was bijzonder om weer in Kathmandu aan te komen. We vonden een hotel in de toeristenwijk Thamel, die er in dertien jaar tijd niet rustiger op was geworden. Maar het was wel een gezellige drukte en nog steeds een leuke plek. Een voordeel van de vele toeristen is dat er ook veel restaurants zijn die cateren op westerse smaken, dus we zaten al snel achter een heerlijke kop koffie met een lekkere cinnamon roll bij een bakkerij die we nog kenden van 13 én 17 jaar geleden.
We waren vooral naar Nepal teruggegaan om een trektocht te maken in de Himalaya. Het voordeel van Nepal is dat er een aantal gebieden is waar je zelfstandig langere trektochten kunt maken zonder gids en zonder kampeerspullen omdat er langs de wandelpaden eenvoudige lodges zijn om te eten en te overnachten. Op deze manier kun je weken wandelen zonder een verharde weg of gemotoriseerd verkeer tegen te komen. Deze manier van trekken wordt hier ook wel 'tea-house trekking' genoemd. De twee meest populaire gebieden hiervoor, Annapurna en Everest, hadden we al eerder verkend. Daarom kozen we deze keer voor het Langtang gebied, iets ten noorden van Kathmandu, net ten zuiden van de Tibetaanse grens.
We hadden gepland om een aantal dagen in Kathmandu te blijven om de trektocht voor te bereiden: trekking permit regelen, nationaal park entreebewijs kopen, route-informatie zoeken, routegids en -kaart kopen, voldoende geld wisselen (er zijn geen banken onderweg). Onze tijd in Kathmandu werd nog wat verlengd omdat we op zoek moesten naar een tandarts, deze keer voor Gerbert. Gelukkig is er hier een internationale kliniek, waar een westerse tandarts tegen een meer dan westerse prijs een noodvulling plaatste. En tussendoor deden we ook nog wel wat leuke dingen, zoals zwerven door de sfeervolle, drukke, oude straatjes van Kathmandu, waar je op onverwachte plekken verrast wordt door tempeltjes en stoepaatjes.
Daarna namen we een bus naar het beginpunt van onze trektocht, Syabrubesi. We kozen de 'Super Express' bus, die vervolgens ruim zes uur deed over een afstand van 120 kilometer! En dat was nog een hele verbetering ten opzichte van een aantal jaar geleden toen dezelfde afstand in 10 uur werd afgelegd. Maar de weg was nu in ieder geval deels verhard.
Het was een spectaculaire rit, over bochtige wegen langs diepe afgronden, maar wel met prachtige uitzichten op de steile landbouw-terrassen en de witte toppen van de Himalaya erachter. De weg was erg smal en zodra er een tegenligger gepasseerd moest worden, gaf de bijrijder van de bus met klopsignalen aan hoe ver de chauffeur nog naar de rand van de afgrond kon uitwijken. We waren dan ook blij toen we heelhuids in Syabrubesi arriveerden.
De volgende ochtend begonnen we aan onze trektocht van twee weken. We startten op 1400 meter hoogte, tussen de rijstterrassen, bamboebossen en bananenpalmen. In drie dagen klommen we naar het laatste dorpje in de Langtang-vallei, Kyanjin Gompa, gelegen op 3900 meter hoogte. Het eerste deel van de route ging door het bos omhoog langs een snelstromende rivier.
Het bos bestond regelmatig uit prachtig bloeiende rododendrons, niet alleen de struiken die wij in Nederland kennen, maar ook hoge bomen.
Het tweede deel van de route lag boven de boomgrens, waardoor we een steeds beter uitzicht kregen op alle hoge, witte toppen aan het einde van het dal.
Zoals gebruikelijk in Nepal kwamen we regelmatig over lange hangbruggen.
Onderweg kwamen we ook veel dragers tegen. Alle spullen die in de bergen nodig zijn, worden hier vanaf het eind van de verharde weg door dragers vervoerd, niet alleen eten en drinken, maar ook zware bouwmaterialen. En als we zagen hoeveel gewicht zij meedroegen, soms wel 60 kg (meer dan hun eigen lichaamsgewicht!), voelden onze rugzakken van nog geen 15 kg ineens een stuk minder zwaar aan.
Eén van de leuke dingen van trekken in Nepal is dat je niet alleen in de mooie natuur loopt, maar onderweg ook het dagelijkse leven van de lokale bevolking meekrijgt. Je ziet mensen werken in de velden, rijst drogen op erfjes, spelende kinderen.
Regelmatig kwamen we ook langs boeddhistische monumenten: stoepaatjes, gebedsvlaggen (met daarop gebeden geschreven die vanzelf naar de hemel toe wapperen),...
... gebedsmolens (ook voorzien van gebeden die de hemel bereiken door de gebedsmolen rond te draaien, maar ook hiervoor is een geautomatiseerde oplossing, namelijk het gebruik van stromende riviertjes om ze aan te drijven)...
... en gebedsmuren (van stenen met daarop gebeden). Al deze boeddhistische bouwwerken moet je aan de linkerkant of met de klok mee passeren, even goed opletten dus.
Het ritme van het trekken wende al snel weer: tussen half 6 en 6 uur opstaan, ontbijten met (meestal) havermoutpap en thee, rugzakken inpakken en tussen 7 en half 8 vertrekken.
Halverwege de ochtend een pauze met een al uit India meegebrachte reep.
Tussen de middag lunchen bij een 'tea house' onderweg, meestal Tibetaans brood met een omelet.
En dan nog een stukje lopen tot de geplande overnachtingsplek.
Niet alle loopdagen in Nepal zijn even lang. Wanneer je op grote hoogte loopt (boven de 3000 meter) en vooral overnacht, is het verstandig om niet meer dan 300 hoogtemeters te stijgen per dag, dit om hoogteziekte (door een zuurstoftekort) te voorkomen. Dus regelmatig hadden we ook een lekkere korte wandeldag van maar enkele uurtjes. Maar gelukkig hadden we onze e-readers meegenomen, zodat we ons niet hoefden vervelen. Als het zonnetje scheen zaten we heerlijk buiten bij de lodge en zo niet, dan moesten we diep wegkruipen in onze slaapzakken.
In Kyanjin Gompa namen we twee 'rustdagen' om de omgeving te verkennen. We liepen een dag richting het einde van de Langtang vallei. Onderweg zagen we veel bloemen en moesten we regelmatig kuddes grazende yaks van ons pad afjagen.
De tweede dag klommen we naar Kyanjin Ri, een uitzichtpunt van ongeveer 4600 meter. We vertrokken vroeg omdat de ervaring ons leerde dat het uitzicht 's ochtends het meest wolkeloos is. De klim was meer dan de moeite waard. Bovengekomen hadden we een werkelijk fantastisch uitzicht, een 360° panorama van witte bergen en gletsjers. En het uitzichtpunt was, zoals gebruikelijk in Nepal, versierd met vrolijk gekleurde, wapperende gebedsvlaggen.
Na Langtang stond Gosainkund op onze planning, een verzameling heilige meren gelegen op 4400 meter hoogte. Daarvoor moesten we eerst twee dagen afdalen door het Langtang-dal en daarna in een zijdal, door bamboebossen met apen en kleurige vogels, weer omhoog klimmen naar Thulo Syabru.
In drie dagen klommen we vervolgens verder omhoog. De eerste dag ging vooral door bossen naar Sing Gompa (3400 meter) en daarna verder over bloeiende hellingen.
Het uitzicht tussen de rododendrons door op de witte bergen werd steeds mooier.
We kwamen aan in Laurebina Yak, op 3900 meter hoogte. Van hieruit hadden we (wederom 's ochtends vroeg) een werkelijk fenomenaal uitzicht op een groot gedeelte van de Nepalese Himalaya. We zagen recht voor ons de Ganesh Himal liggen, rechts het Langtang-massief en links de achtduizenders Manaslu, Annapurna en in de verte zelfs Dhaulagiri.
Daarna was het nog maar een paar uur klimmen naar Gosainkund. We vonden een eenvoudige lodge, maar wel met een prachtig uitzicht over het derde en grootste meer. Voor zowel de hindoes als de boeddhisten is dit meer heilig en net als zij liepen wij een rondje om dit meer (met de klok mee natuurlijk). We kwamen langs hindoeïstische tempeltjes en boeddhistische torentjes van stenen. Maar baden in het ijskoude water, zoals de hindoes doen, ging ons toch wat te ver. En sommige pelgrims ook, het groepje in onze lodge had besloten dat alleen het gezicht wassen ook wel volstond als heilig bad.
Op deze hoogte koelt het 's avonds behoorlijk af, tot ruim onder het vriespunt en de lodges zijn helaas niet al te best geïsoleerd (lees: helemaal niet, centimeters brede kieren in muren, plafond en rond kozijnen zijn heel normaal). Dus toen het 's nachts ook nog begon te sneeuwen, voelden we de vlokken gewoon op ons gezicht vallen terwijl we in onze slaapzakken lagen! Ook een nachtelijk toiletbezoek was geen pretje. Om het buiten-toilet te bereiken, moest je je niet alleen buiten, maar ook in de gang van de lodge al door een flinke laag sneeuw worstelen.
's Ochtends zag alles er wel prachtig uit...
... en konden we buiten in de sneeuw ontbijten, heerlijk in het zonnetje.
We besloten ons vertrek nog een dagje uit te stellen zodat de sneeuw op ons wandelpad kon smelten en vermaakten ons rond het meer, dat er schitterend bij lag.
Maar helaas sneeuwde het de volgende nacht weer, zodat we alsnog een sneeuwwandeling moesten maken om te kunnen afdalen.
Eigenlijk was het onze bedoeling geweest om vanuit Gosainkund via Helambu terug te lopen richting Kathmandu. Maar omdat we onderweg verontrustende berichten hoorden over recente berovingen in het Helambu-gebied, besloten we rechtsomkeert te maken en via Laurebina en Sing Gompa...
... naar Dhunche te lopen, een plaatsje aan de verharde weg op een half uur rijden van Syabrubesi. Hier konden we eindelijk weer douchen, cola drinken, goedkoper eten en dat op een gezellig dakterras vol bloemen met uitzicht op de bergen waar we de afgelopen paar weken tussen hadden gelopen.
Dit betekende helaas wel dat we nog een keer de spectaculaire en net wat te spannende busrit van 6 uur moesten maken, nu in omgekeerde richting...
Nu zijn we terug in Kathmandu, waar we de tijdens de trektocht verbrande kilo's snel weer aan het bij-eten zijn. Tussendoor kopen we meer souvenirs dan nog in onze rugzakken passen. En we bekijken natuurlijk een paar bezienswaardigheden, zoals:
Swayambhunath, een mooie stoepa gelegen op een heuvel aan de rand van Kathmandu, natuurlijk voorzien van Boeddha's ogen die alle windrichtingen uitkijken, veel gebedsvlaggen en heilige apen die de offers opeten,
Durbar Square, het oude tempelplein in het centrum van Kathmandu,
Pashupatinath, de belangrijkste hindoeïstische tempel van Nepal, gelegen aan de heilige (en vervuilde) Bagmati rivier. Veel Nepalezen worden gecremeerd op de ghats bij deze tempel aan de oever van de rivier. Een vrij luguber gezicht.
Bodnath, één van de grootste stoepa's ter wereld en een UNESCO werelderfgoed, gelegen in de wijk van Kathmandu waar veel gevluchte Tibetanen wonen.
En natuurlijk bereiden we ons voor op de volgende etappe van onze reis (vooral geestelijk, de lichamelijke voorbereiding hebben we al gedaan in de vorm van een hoogtestage)!
HET WEER
Het beste seizoen om in Nepal te gaan trekken is oktober/november, het begin van de droge tijd, maar dat is meteen ook de drukste tijd. De andere optie is het eind van de droge tijd (maart/april). De uitzichten zijn in deze periode wat minder helder door meer stof in de lucht en meer wolken, maar het is daardoor wel minder druk.
Het zuiden van Nepal heeft het tropische klimaat van India. Kathmandu ligt in het midden van het land, op ruim 1300 meter hoogte. Wij hebben hier in april heerlijk weer gehad, redelijk veel zon en overdag een graad of 30, waarbij het tegen de avond wel afkoelde. In mei was het niet koud, maar hadden we 's middags vaak regen, soms zoveel dat de straten meer dan kniediep blank stonden.
Tijdens onze trektocht in de Himalaya was het 's ochtends vroeg vrijwel altijd strakblauw, maar kwamen halverwege de ochtend de eerste wolken binnendrijven. Later in de middag was het vaak bewolkt en viel er soms wat neerslag. Op 4400 meter betekende dit geen regen, maar een vers pak sneeuw! Overdag konden we altijd in een T-shirt lopen, maar 's avonds in de matig geïsoleerde lodges hadden we al onze meegebrachte kleding, inclusief thermisch ondergoed, wel nodig.
BEVOLKING
Nepal heeft ongeveer 30 miljoen inwoners en is een van de armere landen ter wereld. Er leven veel verschillende bevolkingsgroepen, maar grofweg kun je twee duidelijke groepen onderscheiden: de Indiaas-uitziende mensen in het zuiden en de Tibetaans-uitziende mensen in het noorden. Dit komt ook tot uiting in de godsdienst, ongeveer 80% van de bevolking is hindoe en ruim 10% is boeddhist (terwijl Boeddha 2500 jaar geleden geboren is in Nepal!). De mensen zijn religieus gezien erg tolerant en mengen vaak onderdelen van beide godsdiensten, boeddhisten en hindoes bezoeken zelfs dezelfde tempels.
Nepalezen zijn erg vriendelijk, vrolijk, bescheiden en flexibel. Dit maakt ze makkelijk in de omgang en het reizen in het land erg leuk. Veel mensen die in contact komen met toeristen spreken redelijk Engels en overal word je vriendelijk begroet met 'Namaste'.
VAN DE MENUKAART
Hét nationale gerecht in Nepal is daal baaht, witte rijst met groente-curry en een linzensoep, soms uitgebreid met een papadum en chutney. Nepalezen eten dit iedere dag. Het wordt vaak geserveerd op een metalen dienblad met vakjes en met de handen gegeten. Wij hebben dit tijdens de trektocht ook regelmatig gegeten (zij het met een lepel). Het is erg lekker en het voordeel is dat het kostbare brandstof bespaart in de bergen omdat dit gerecht toch iedere dag klaargemaakt moet worden. Een ander voordeel, vooral tijdens het wandelen, is dat je altijd gratis een tweede portie linzensoep en curry aangeboden krijgt en onbeperkt rijst.
Naarmate je hoger in de bergen komt en dus verder van de verharde weg, stijgen de prijzen van eten en drinken aanzienlijk omdat vrijwel alles moet worden ingedragen. Maaltijden met lokaal verbouwde ingrediënten blijven wel redelijk betaalbaar, maar vooral westerse snacks (Pringles, cola, Snickers) zijn hoog in de bergen slechts tegen astronomische bedragen te krijgen. Maar gelukkig is ook de lokale yak-kaas een heerlijke snack!
In Kathmandu kun je erg lekker eten, zeker na een trektocht is het alsof je in een eet-paradijs bent aanbeland. Er zijn bakkerijen met heerlijke cinnamon rolls, cheese sticks en apfelstrudel en allerlei westerse restaurants. Voor nog geen 5 euro heb je keus uit een superlekkere houtoven-pizza, een Mexicaanse quesadilla of Japanse tempura. Wij hebben hier zelf voor het eerst Bhutaans gegeten: een soort kaas-soep met champignons en rijst. Een lekker Tibetaans gerecht vinden wij momo's: deegflapjes met verschillende soorten vullingen (zoals groente, kaas, tonijn) die gestoomd of gebakken geserveerd worden.
In de bergen moet je veel drinken om hoogteziekte te voorkomen. Frisdrank en water in flessen is al snel onbetaalbaar omdat het door dragers naar boven vervoerd moet worden en bovendien draagt dit bij aan een enorme plastic afvalberg. Wij hebben daarom al ons drinkwater zelf gezuiverd met een jodium-oplossing en daarnaast veel thee en 'hot lemon' gedronken.
KOSTEN
Nepal is een relatief goedkoop reisland, al was Kathmandu na India qua prijzen wel even wennen. Veel producten worden ook ingevoerd uit India of uit westerse landen. Maar na een trektocht ver van doorgaande wegen vielen de prijzen ook in Kathmandu ineens erg mee.
Er zijn, in tegenstelling tot 13 jaar geleden, overal ATM's, maar omdat wij nog steeds veel contante US dollars over hadden van ons Myanmar-avontuur hebben we slechts geld-wisselaars bezocht, in Nepal een stuk efficiënter dan in India (geen uitgebreide papierwinkel en in een minuut geregeld in plaats van een kwartier).
Een aantal prijsvoorbeelden:
- 2-persoons kamer in een goedkoop hotel: gratis (!) tot € 10 per nacht
- goedkope warme maaltijd: € 2 tot € 5 p.p. (ook afhankelijk van de loopafstand tot de verharde weg)
- busreis: € 0.75 per uur (ca. 20 km)
STEMMING
Het was erg leuk om na 13 jaar afwezigheid weer in Kathmandu aan te komen, het voelde als een bekende en vertrouwde plek. De toeristenwijk Thamel was wel een stukje drukker geworden, maar is nog steeds een gezellige en gemakkelijke plek om te zijn.
Wij vinden Nepal één van de leukste landen om een trektocht te maken, niet alleen vanwege de prachtige bergen, maar ook omdat het één van de weinige landen is waar je weken rond kunt lopen over onverharde wandelpaden, zonder dat je eten en kampeerspullen hoeft mee te slepen omdat er onderweg goedkope lodges zijn om te eten en te overnachten.
Hoewel de trektocht in het Langtang-Gosainkund gebied misschien iets minder spectaculair was dan die in de Annapurna- en Everest-regio, hebben we toch erg genoten van de landschappen, de lokale cultuur en de sfeervolle lodges onderweg. Een bijkomend voordeel was dat we niet al te lange wandeldagen hadden, met name doordat je op grotere hoogte niet meer dan 300 hoogtemeters mag stijgen per dag. Dit maakte de trektocht redelijk relaxed.
We zijn al bijna 10 maanden onderweg en het einde van de reis begint nu echt te naderen. Maar het lijkt bijna wel of we Nederland minder gaan missen naarmate het dichterbij komt, eigenlijk net als tijdens de vorige twee reizen. Het gevoel dat het reisjaar bijna voorbij is, krijgt steeds meer de overhand. Maar gelukkig hebben we nog steeds twee reismaanden voor de boeg, die we op een leuke manier gaan besteden.
En elke ochtend als we hier in Kathmandu lekker in de zon in een tuin vol bloemen zitten te ontbijten, met koffie, kaneelbroodjes en bananencake, realiseren we ons dat het reisleven niet alleen maar afzien is!
WIST U DAT...
- wij bij de Immigration op het vliegveld van Mumbai meer dan een uur moesten wachten omdat er maar twee loketten open waren terwijl er meer dan 20 douane-beambten op de achtergrond gezellig aan het bijkletsen waren?
- er in Kathmandu een tekort aan elektriciteit is en de beschikbare stroom volgens schema verdeeld wordt over de verschillende wijken?
- het normaal is dat je daardoor meerdere keren per dag urenlang zonder stroom zit?
- ons hotel wel een generator had, maar deze overdag niet aanzette omdat de brandstof zo duur is?
- we in Kathmandu een filmploeg van BNN tegenkwamen die opnames maakte voor het programma 'Spuiten en slikken op reis'?
- we bij het aanvragen van onze trekking permits bij 'gender' de keus hadden uit 'male / female / third'?
- we ons meerdere malen op straat hebben laten wegen uit medelijden met de mensen die met alleen een weegschaal moeten proberen de kost te verdienen?
- de conclusie van dit vergelijkend warenonderzoek was dat ofwel ons gewicht ofwel de kwaliteit van de weegschalen fluctueerde?
- dragers in Nepal hun last altijd dragen met behulp van een hoofdband in plaats van een heupband, zelfs als ze een westerse rugzak moeten dragen?
- ze hierbij vaak op slippers over de steile, stenige bergpaadjes lopen?
- het Langtang-gebied bewoond wordt door de Tamang, een bevolkingsgroep die oorspronkelijk uit Tibet komt?
- Tamang vrouwen hun gestreepte, Tibetaanse schorten aan de achterkant dragen?
- wij de hele trektocht met z'n tweeën een smal eenpersoonsbed gedeeld hebben om onze slaapzakken aan elkaar te kunnen ritsen om te voorkomen dat we het te koud kregen?
- we onze slaapzakken daarbij ook nog deelden met onze e-readers, fototoestel, zaklampen en reserve-batterijen om dezelfde reden?
- we, terug in Kathmandu, veel bekenden van de trektocht tegenkwamen die we nauwelijks herkenden omdat ze fris gewassen, geschoren en schoon gekleed waren?
- zij ons gek genoeg meestal wel direct herkenden?
- we ons nu afvragen of we bij een volgende reis misschien beter twee lange broeken mee kunnen nemen in plaats van één ;-)?
- stoepa's ook heel geschikt zijn voor het drogen van de was...
... en tempels voor het runnen van een winkeltje?
PLANNING
Zoals al eerder gemeld gaat onze oorspronkelijke planning om overland terug naar Nederland te reizen niet door vanwege negatieve reisadviezen voor de landen onderweg. Om toch nog een beetje een Arabische sfeer te proeven, vliegen we op 24 mei van Kathmandu naar Dubai.
En het laatste ticket van onze reis is geworden... een enkeltje Barcelona - Amsterdam voor 2 personen + 2 fietsen! Vandaar dat we vanuit Dubai naar Nederland vliegen om onze fietsen op te pikken om na 6 weken trappen door Europa het vliegtuig in Barcelona te kunnen halen.
We hebben er erg veel zin in!