We zijn inmiddels ruim vijf maanden aan het reizen, waarvan de afgelopen zeven weken in Maleisië. Hier volgt een verslag van onze belevenissen.
REISROUTE
Penang - Cameron Highlands - Kuala Lumpur - Taman Negara National Park - Perhentian Islands - Melaka - Singapore - Johor Bahru - Kota Kinabalu - Mount Kinabalu - Poring Hot Springs - Sandakan - Kinabatangan River - Kota Kinabalu - Brunei - Miri - Niah Caves National Park - Kuching - Gunung Gading National Park - Bako National Park - Kuching
BELEVENISSEN
Vanuit zuid Thailand reisden we met een busje over vierbaans-snelwegen (!) naar Penang, een eilandje voor de Maleisische westkust. In Georgetown, de hoofdstad, hebben we een dag fietsen gehuurd om de rest van het eiland te verkennen, een rondje van 70 kilometer. Het eerste stuk ging over een drukke snelweg naar de Slangentempel. Dit is een Chinese tempel waar giftige slangen vrij rondkruipen. Overdag zijn ze enigszins verdoofd door de vele wierrookoffers, maar 's nachts worden ze actiever en doen zich te goed aan de eetbare offers. Daarna fietsten we het heuvelachtige binnenland in, met kleine dorpjes en veel durianboomgaarden. Durian is een vrucht ongeveer zo groot als een bloemkool, met een stekelige schil.
Hij is berucht om z'n rioolgeur en het is dan ook verboden een durian mee te nemen in openbare gebouwen, treinen en vliegtuigen. Het eten van een durian wordt wel eens vergeleken met het eten van gekarameliseerde uien in een openbaar toilet. Dit wilden wij natuurlijk ook proberen. Wij vonden dat tijdens het eten de rioolgeur verdwijnt en je vooral een lekkere, romige, zoete smaak proeft, echt een aanrader! De fietstocht eindigde op een kustweg met mooie stranden, maar minder mooie, torenhoge hotelcomplexen. Vanuit Penang gingen we met de bus naar de Cameron Highlands, het centrum van de Maleisische theeproductie. We hadden de smaak van het fietsen te pakken en dit keer fietsten we door de heuvelachtige theeplantages naar een vlindertuin en een theefabriek.
Hoewel de fabriek een stuk moderner was dan die in Darjeeling, smaakte de thee een stuk minder lekker dan die in India. Ook liepen we een paar van de genummerde jungletrails en verbaasden ons over de vele bouwprojecten in en langs de jungle, Maleisië is een zich economisch sterk ontwikkelend land. Hiervan getuigt ook wereldstad Kuala Lumpur, met z'n vele wolkenkrabbers (onder andere de hoogste ter wereld), moderne winkelcentra en op drie-na-hoogste telecommunicatietoren ter wereld, waar we op zijn geweest voor een prachtig uitzicht op al deze prestigieuze bouwprojecten.
In schril contrast hiermee staat Chinatown, waarin ook ons hotel lag, met z'n smalle steegjes, levendige nachtmarkt, overdekte trottoirs en overal straatstalletjes.
Na deze "urban jungle" waren we wel toe aan wat echte jungle. Daarom reisden we met een longboat over een junglerivier naar Taman Negara National Park. Een verblijf in het resort daar konden we ons niet veroorloven, maar gelukkig waren er tenten te huur, zodat we konden kamperen. Ook hebben we een nacht in een schuilhut in de jungle geslapen. Helaas hebben we weinig groot wild gezien, maar de junglegeluiden waren prachtig. Verder hebben we een paar dagen gewandeld door de mooie, dichte jungle.
Dit was nog het best te vergelijken met het lopen van een hindernisbaan in een sauna: je optrekken aan touwen langs steile modderhellingen, klimmen over omgevallen bomen van soms wel twee meter dik, waden door riviertjes met water tot heuphoogte, oneindig lange, natuurlijke trappen van boomwortels, terwijl het zweet in straaltjes langs je lichaam loopt. Maar dan wel met op de achtergrond de mooiste New Age-cd die je je kunt voorstellen, overal prachtige vlinders, niet te vergeten alle indrukwekkende bomen en planten en na afloop een verkoelende duik in één van de riviertjes. Jullie kunnen je wel voorstellen dat we hierna toe waren aan een tropisch strandje, wat we vonden op de Perhentian Islands aan de Maleisische oostkust: heerlijk lezen in een hangmat onder de palmen, 's avonds versgevangen, gebarbecuede vis als diner en vooral veel snorkelen.
Elke ochtend bij zonsopkomst liepen we naar een verlaten strandje aan de andere kant van het eiland, waar tussen de ondiepe koralen veel black-tip-reef-sharks joegen op vis. Daar zwommen we een tijdje tussen deze haaien, die soms wel twee meter lang waren, een spannende ervaring. Op het koraalrif voor de deur van onze lodge kwamen, naast de vele tropische vissen in allerlei kleuren, soorten en maten, scholen papegaaivissen voor van ruim een meter lang en een halve meter hoog. Het was geweldig om hier tussen te kunnen zwemmen. En tijdens een boottrip hebben we voor het eerst gezwommen tussen groene zeeschildpadden, ook ruim een meter lang, die wel door het water leken te vliegen. Met een nachtbus gingen we vervolgens naar Melaka, in het zuidwesten van het Maleisisch schiereiland. Dit stadje was ooit een Nederlandse kolonie en op Dutch Square met z'n "Stadthuys" en molen voelden we ons natuurlijk helemaal thuis.
Hoe de Nederlanders en andere Europeanen hier (ook letterlijk) verzeild waren geraakt, zagen we in een aantal musea. Ook heel interessant vonden we de tentoonstelling getiteld "Enduring Beauty" (vrij vertaald: wie mooi wil zijn moet pijn lijden), over longnecks in Birma, gebonden voeten in China, littekenversieringen in Afrika, theeschotel-grote lipplaten in Zuid Amerika, uitgerekte oorlellen op Borneo, maar ook piercings en tatoeages in het westen.
Onze volgende bestemming was Singapore met z'n vele luxe winkelcentra, indrukwekkende skyline en gezellige oude haven. Maar ook vermaakten we ons een hele middag in het Science Centre, leuk en leerzaam.
Op 16 juli vlogen we van Johor Bahru naar Kota Kinabalu, op het Maleisisch deel van Borneo. Daar beklommen we in twee dagen Mount Kinabalu, met 4100 meter de hoogste berg van Maleisië en van zuidoost Azië, als je tenminste, zoals de Maleisiërs dat doen, Irian Jaya niet meetelt.
We klommen vanuit het regenwoud via het nevelwoud (met vleesetende bekerplanten met vangbekers zo groot als bierpinten) naar de boomgrens, waar we in een berghut sliepen. Maar niet lang, want om drie uur 's ochtends klommen we bij het licht van de volle maan over een kale rotshelling, beveiligd met touwen, naar de top van Borneo. Daar zaten we vervolgens nog een uur te kleumen voordat de zon opkwam. Na de lange afdaling reisden we door naar Poring Hot Springs, om daar in het warme bronwater onze vermoeide spieren bij te laten komen. Maar dat mocht niet baten, we liepen nog drie dagen krom van de spierpijn. We reisden door via Sandakan langs oneindige oliepalm-plantages naar een afgelegen restje jungle aan de Kinabatangan rivier. We logeerden in een primitief junglekamp aan een meertje en vulden onze dagen met het lopen van de jungletrails, peddelen op het meertje, boottochtjes op de rivier en het lezen van Nederlandse kranten en tijdschriften, meegebracht door onze mede-kampbewoners.
Voor het bekijken van het dierenleven hoefden we niet ver: anderhalve meter lange varanen liepen in de keuken, de ratten liepen door de hutten en boven onze matras hingen overdag steevast twee vleermuizen. Daarnaast zagen we veel vogels waaronder verschillende soorten neushoornvogels, een krokodil, een orang-utan (!) en veel neusapen die in het Maleis "orang belanda", Nederlanders, heten vanwege de treffende overeenkomst (grote neuzen).
Via Kota Kinabalu reisden we per boot over de Zuid Chinese zee naar Brunei, een welvarend oliestaatje op noord Borneo. Brunei is streng islamitisch en geheel volgens de normen moesten wij in de jeugdherberg op gescheiden slaapzalen overnachten.
De grootste toeristenattractie van Brunei was jarenlang een gratis pretpark, een cadeautje van de sultan, één van de rijkste mensen ter wereld, aan zijn volk. Helaas voor ons waren ze twee maanden geleden begonnen met het heffen van entreegelden voor een deel van de attracties (zijn de olieprijzen soms gedaald?). Gelukkig konden we nog een aantal keren gratis over de kop en flink door elkaar geschud worden. Heel bijzonder was dat het park helemaal niet druk was. Toch moesten we af en toe wachten: het duurde soms wel een kwartier totdat het minimum aantal van vier personen per rit bereikt was. Overige bijzonderheden van dit park: korte broeken en topjes niet toegestaan en tijdens gebedsuren gesloten.
Met vijf verschillende bussen en twee veerboten reisden we voor de derde keer Maleisië binnen en gingen via Miri naar Niah Caves National Park. Daar bekeken we een van de grootste grotten ter wereld (ongeveer zes voetbalvelden groot). We zagen bij het licht van onze zaklampen mooie rotsformaties, prehistorische schilderingen, de grotbewoners: vleermuizen en zwaluwen, de lokale nesten-verzamelaars die via touwen en bamboepalen de zwaluwnesten van het soms wel 50 meter hoge plafond oogsten (voor de beroemde Chinese vogelnestsoep, waarde van 1 kilo nesten meer dan 2000 gulden) en een filmploeg van Discovery Channel, zodat jullie misschien al deze dingen binnenkort ook kunnen bekijken. We wachtten tot bij schemering de zwaluwen hun nest opzochten (als dat er tenminste nog was) en de half miljoen vleermuizen in grote stromen de grot uitkwamen, op zoek naar insecten. We liepen terug naar ons hotel door een donkere jungle, bijgelicht door vuurvliegjes en lichtgevende paddestoelen.
Met een nachtbus gingen we vervolgens naar Kuching, ruim 700 kilometer zuidelijker, normaal een rit van ongeveer 12 uur. De bus bleef onderweg echter 4 uur stilstaan totdat graafmachines een weggespoeld stuk "Borneo highway" hersteld hadden. Dit kwam onze nachtrust wel ten goede: slapen gaat beter in een stilstaande dan in een rijdende bus. In de omgeving van Kuching bezochten we nog twee Nationale Parken. Als eerste maakten we een daguitstapje naar Gunung Gading National Park. Daar zagen we de grootste bloem ter wereld, de rafflesia, met een diameter van bijna 1 meter.
Daarna gingen we voor drie dagen naar Bako, een erg afwisselend Nationaal Park. Er waren veel met kleuren gemarkeerde wandelingen uitgezet, nu eens door dichte jungle, dan weer over snikhete rotsplateaus vol vleesetende planten of langs moerassen en mangrovebossen. Sommige routes eindigden op verlaten strandjes tussen steile krijtrotsen, waar we om de beurt gingen zwemmen om onze spullen te kunnen beschermen tegen grijpgrage apen.
En nu zijn we terug in Kuching, wat in het Maleisisch "kat" betekent. De stad staat dan ook vol met kitscherige kattenstandbeelden en er is zelfs een kattenmuseum.
We hebben hier al een paar keer gesquasht en verder vermaken we ons op het Food Festival, waar we alle Maleisische gerechten nog één keer kunnen proeven, voor we morgen Maleisië uitreizen.
WEER
In Maleisië is het het hele jaar door overdag ruim 30 graden en 's nachts zelden kouder dan 25 graden. Wij houden wel van deze temperaturen en zijn er ook al aardig aan gewend. Toen we Singapore binnenstapten vanuit een aircon bus voelde het heel anders dan drie jaar geleden, toen we er rechtstreeks vanuit Nederland aankwamen. Alleen op Mount Kinabalu hebben we al onze warme kleren wel nodig gehad en in de vele aircon bussen en gebouwen is het soms onaangenaam koud, zodat je blij bent als je weer naar buiten stapt. Het is hier nu droge tijd. Dit betekent dat het minder regent dan in de natte tijd, maar af en toe een tropische stortbui is heel normaal.
BEVOLKING
De bevolking van Maleisië is heel divers en bestaat voor slechts de helft uit Maleisiërs. De andere helft zijn vooral Chinezen, Indiërs en oorspronkelijke stammen, die gek genoeg niet tot de Maleisiërs worden gerekend. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam. Wanneer we bij een straatstalletje stonden te bedenken welk gerecht we zouden kiezen, kwamen er regelmatig mensen naar ons toe om iets lekkers aan te bevelen. Veel mensen die een paar woorden Engels spreken, willen dat graag laten merken en beginnen een standaard praatje. Ook hebben we helemaal niet hoeven afdingen, we betaalden automatisch de lokale prijzen en dat was best gemakkelijk.
Op Borneo wonen nog veel mensen in de traditionele longhouses: een heel dorp in één lange serie rijtjeshuizen op palen, met een gemeenschappelijke veranda.
Verder konden we duidelijk merken dat in Europa de zomervakantie is begonnen én dat er veel Nederlanders naar Maleisië op vakantie gaan. Wij waren niet altijd trots op sommige van onze luidruchtige landgenoten.
STEMMING
We zijn nu bijna op de helft van onze reis en het gaat erg goed met ons. We zijn al een hele tijd niet ziek geweest en hebben helemaal geen heimwee. Maleisië is ook wel een gemakkelijk land om te bereizen: erg westers en georganiseerd, al maakt dit het reizen een stuk minder kleurrijk. Wat dat betreft kijken we uit naar onze volgende bestemmingen. We verlangen de laatste tijd nauwelijks meer naar Nederlandse etenswaren, ook wel omdat het eten hier lekker is en er veel te krijgen is. Wel verlangen we soms naar mooie, schone, frisruikende kleren: zelfs net gewassen kleren ruiken na een dagje rugzak muf. Omdat we ervan baalden er altijd als halve zwervers bij te lopen, hebben we in Maleisië een deel van onze reisgarderobe vervangen, maar ook nieuwe kleren blijven hier niet lang mooi en schoon.
We reizen nog steeds in een rustig tempo en dat bevalt prima. We hoeven niet zo nodig in elke plaats alle attracties te bekijken, maar maken een keuze. Onze voorkeur gaat daarbij nog altijd uit naar rustige plaatsen in de natuur. Opvallend is wel dat we weinig foto's maken: we hebben de afgelopen vijf maanden slechts zeven rolletjes volgeschoten, ongeveer evenveel als normaal in een maand vakantie. Het reizen is heel erg ons leven geworden en in het dagelijks leven in Nederland maak je ook niet elke dag foto's. We merken wel dat we veel dingen met elkaar gaan vergelijken en niet elke snorkelplek, tempel of junglewandeling kan mooier zijn dan de vorige. Toch hebben we nog steeds erg veel zin in iedere volgende bestemming.
VAN DE MENUKAART
Het eten speelt zich in Maleisië grotendeels af op nachtmarkten en "foodcourts/hawkercentres" in winkelcentra. Er is in elk winkelcentrum een verdieping gereserveerd voor de eetstalletjes. Nadat je bij één of meer stalletjes iets lekkers hebt uitgekozen, betaal je bij een centrale kassa en gaat zitten aan één van de gemeenschappelijke tafeltjes in het midden. De keuze is zeer gevarieerd: Maleisische saté, Indonesische nasi campur, Chinese kleipot-rijstgerechten, Thaise soepen, Indiase murtabak (hartige pannenkoek) en als toetje "ais kacang", een berg geschaafd ijs (bevroren water) met een aantal zoete sauzen, stukjes fruit en gelei én bruine bonen. Al deze gerechten kunnen als ontbijt, lunch en diner gegeten worden en voor twee tot drie gulden heb je een warme maaltijd. Daarnaast zijn er veel Chinese eethuizen, soms met heerlijke dim-sum (allerlei gestoomde hartige hapjes) of "steamboat". Dit is een soort Chinese fondue waarbij je vis, noodles, ei en groente in bouillon gaarkookt en het er met stokjes uitvist. Daarna drink je de bouillon op.
Ook hebben wij regelmatig een bezoekje gebracht aan één van de vele, goed bevoorrade supermarkten, waar we zelfs Goudse kaas en Edammer konden kopen. Omdat we meestal bij eetstalletjes hebben gegeten, hebben we niet veel menukaarten gezien. Toch kwamen we nog wel een aantal bijzondere gerechten tegen:
WIST U DAT...
PLANNING
Onze volgende reisbestemming is Indonesië. We willen daar met name Nusa Tenggara (de eilanden ten oosten van Bali) bekijken. We hebben van andere reizigers en via Internet begrepen dat de politieke situatie daar al een hele tijd stabiel is. Morgen nemen we vanuit Kuching de bus naar Pontianak in west Kalimantan. Daarvandaan willen we met een boot naar Java en verder naar Bali. Daar vervolgen we het "island-hoppen".
Selamat jalan uit Maleisië.
REISROUTE
Penang - Cameron Highlands - Kuala Lumpur - Taman Negara National Park - Perhentian Islands - Melaka - Singapore - Johor Bahru - Kota Kinabalu - Mount Kinabalu - Poring Hot Springs - Sandakan - Kinabatangan River - Kota Kinabalu - Brunei - Miri - Niah Caves National Park - Kuching - Gunung Gading National Park - Bako National Park - Kuching
BELEVENISSEN
Vanuit zuid Thailand reisden we met een busje over vierbaans-snelwegen (!) naar Penang, een eilandje voor de Maleisische westkust. In Georgetown, de hoofdstad, hebben we een dag fietsen gehuurd om de rest van het eiland te verkennen, een rondje van 70 kilometer. Het eerste stuk ging over een drukke snelweg naar de Slangentempel. Dit is een Chinese tempel waar giftige slangen vrij rondkruipen. Overdag zijn ze enigszins verdoofd door de vele wierrookoffers, maar 's nachts worden ze actiever en doen zich te goed aan de eetbare offers. Daarna fietsten we het heuvelachtige binnenland in, met kleine dorpjes en veel durianboomgaarden. Durian is een vrucht ongeveer zo groot als een bloemkool, met een stekelige schil.
Hij is berucht om z'n rioolgeur en het is dan ook verboden een durian mee te nemen in openbare gebouwen, treinen en vliegtuigen. Het eten van een durian wordt wel eens vergeleken met het eten van gekarameliseerde uien in een openbaar toilet. Dit wilden wij natuurlijk ook proberen. Wij vonden dat tijdens het eten de rioolgeur verdwijnt en je vooral een lekkere, romige, zoete smaak proeft, echt een aanrader! De fietstocht eindigde op een kustweg met mooie stranden, maar minder mooie, torenhoge hotelcomplexen. Vanuit Penang gingen we met de bus naar de Cameron Highlands, het centrum van de Maleisische theeproductie. We hadden de smaak van het fietsen te pakken en dit keer fietsten we door de heuvelachtige theeplantages naar een vlindertuin en een theefabriek.
Hoewel de fabriek een stuk moderner was dan die in Darjeeling, smaakte de thee een stuk minder lekker dan die in India. Ook liepen we een paar van de genummerde jungletrails en verbaasden ons over de vele bouwprojecten in en langs de jungle, Maleisië is een zich economisch sterk ontwikkelend land. Hiervan getuigt ook wereldstad Kuala Lumpur, met z'n vele wolkenkrabbers (onder andere de hoogste ter wereld), moderne winkelcentra en op drie-na-hoogste telecommunicatietoren ter wereld, waar we op zijn geweest voor een prachtig uitzicht op al deze prestigieuze bouwprojecten.
In schril contrast hiermee staat Chinatown, waarin ook ons hotel lag, met z'n smalle steegjes, levendige nachtmarkt, overdekte trottoirs en overal straatstalletjes.
Na deze "urban jungle" waren we wel toe aan wat echte jungle. Daarom reisden we met een longboat over een junglerivier naar Taman Negara National Park. Een verblijf in het resort daar konden we ons niet veroorloven, maar gelukkig waren er tenten te huur, zodat we konden kamperen. Ook hebben we een nacht in een schuilhut in de jungle geslapen. Helaas hebben we weinig groot wild gezien, maar de junglegeluiden waren prachtig. Verder hebben we een paar dagen gewandeld door de mooie, dichte jungle.
Dit was nog het best te vergelijken met het lopen van een hindernisbaan in een sauna: je optrekken aan touwen langs steile modderhellingen, klimmen over omgevallen bomen van soms wel twee meter dik, waden door riviertjes met water tot heuphoogte, oneindig lange, natuurlijke trappen van boomwortels, terwijl het zweet in straaltjes langs je lichaam loopt. Maar dan wel met op de achtergrond de mooiste New Age-cd die je je kunt voorstellen, overal prachtige vlinders, niet te vergeten alle indrukwekkende bomen en planten en na afloop een verkoelende duik in één van de riviertjes. Jullie kunnen je wel voorstellen dat we hierna toe waren aan een tropisch strandje, wat we vonden op de Perhentian Islands aan de Maleisische oostkust: heerlijk lezen in een hangmat onder de palmen, 's avonds versgevangen, gebarbecuede vis als diner en vooral veel snorkelen.
Elke ochtend bij zonsopkomst liepen we naar een verlaten strandje aan de andere kant van het eiland, waar tussen de ondiepe koralen veel black-tip-reef-sharks joegen op vis. Daar zwommen we een tijdje tussen deze haaien, die soms wel twee meter lang waren, een spannende ervaring. Op het koraalrif voor de deur van onze lodge kwamen, naast de vele tropische vissen in allerlei kleuren, soorten en maten, scholen papegaaivissen voor van ruim een meter lang en een halve meter hoog. Het was geweldig om hier tussen te kunnen zwemmen. En tijdens een boottrip hebben we voor het eerst gezwommen tussen groene zeeschildpadden, ook ruim een meter lang, die wel door het water leken te vliegen. Met een nachtbus gingen we vervolgens naar Melaka, in het zuidwesten van het Maleisisch schiereiland. Dit stadje was ooit een Nederlandse kolonie en op Dutch Square met z'n "Stadthuys" en molen voelden we ons natuurlijk helemaal thuis.
Hoe de Nederlanders en andere Europeanen hier (ook letterlijk) verzeild waren geraakt, zagen we in een aantal musea. Ook heel interessant vonden we de tentoonstelling getiteld "Enduring Beauty" (vrij vertaald: wie mooi wil zijn moet pijn lijden), over longnecks in Birma, gebonden voeten in China, littekenversieringen in Afrika, theeschotel-grote lipplaten in Zuid Amerika, uitgerekte oorlellen op Borneo, maar ook piercings en tatoeages in het westen.
Onze volgende bestemming was Singapore met z'n vele luxe winkelcentra, indrukwekkende skyline en gezellige oude haven. Maar ook vermaakten we ons een hele middag in het Science Centre, leuk en leerzaam.
Op 16 juli vlogen we van Johor Bahru naar Kota Kinabalu, op het Maleisisch deel van Borneo. Daar beklommen we in twee dagen Mount Kinabalu, met 4100 meter de hoogste berg van Maleisië en van zuidoost Azië, als je tenminste, zoals de Maleisiërs dat doen, Irian Jaya niet meetelt.
We klommen vanuit het regenwoud via het nevelwoud (met vleesetende bekerplanten met vangbekers zo groot als bierpinten) naar de boomgrens, waar we in een berghut sliepen. Maar niet lang, want om drie uur 's ochtends klommen we bij het licht van de volle maan over een kale rotshelling, beveiligd met touwen, naar de top van Borneo. Daar zaten we vervolgens nog een uur te kleumen voordat de zon opkwam. Na de lange afdaling reisden we door naar Poring Hot Springs, om daar in het warme bronwater onze vermoeide spieren bij te laten komen. Maar dat mocht niet baten, we liepen nog drie dagen krom van de spierpijn. We reisden door via Sandakan langs oneindige oliepalm-plantages naar een afgelegen restje jungle aan de Kinabatangan rivier. We logeerden in een primitief junglekamp aan een meertje en vulden onze dagen met het lopen van de jungletrails, peddelen op het meertje, boottochtjes op de rivier en het lezen van Nederlandse kranten en tijdschriften, meegebracht door onze mede-kampbewoners.
Voor het bekijken van het dierenleven hoefden we niet ver: anderhalve meter lange varanen liepen in de keuken, de ratten liepen door de hutten en boven onze matras hingen overdag steevast twee vleermuizen. Daarnaast zagen we veel vogels waaronder verschillende soorten neushoornvogels, een krokodil, een orang-utan (!) en veel neusapen die in het Maleis "orang belanda", Nederlanders, heten vanwege de treffende overeenkomst (grote neuzen).
Via Kota Kinabalu reisden we per boot over de Zuid Chinese zee naar Brunei, een welvarend oliestaatje op noord Borneo. Brunei is streng islamitisch en geheel volgens de normen moesten wij in de jeugdherberg op gescheiden slaapzalen overnachten.
De grootste toeristenattractie van Brunei was jarenlang een gratis pretpark, een cadeautje van de sultan, één van de rijkste mensen ter wereld, aan zijn volk. Helaas voor ons waren ze twee maanden geleden begonnen met het heffen van entreegelden voor een deel van de attracties (zijn de olieprijzen soms gedaald?). Gelukkig konden we nog een aantal keren gratis over de kop en flink door elkaar geschud worden. Heel bijzonder was dat het park helemaal niet druk was. Toch moesten we af en toe wachten: het duurde soms wel een kwartier totdat het minimum aantal van vier personen per rit bereikt was. Overige bijzonderheden van dit park: korte broeken en topjes niet toegestaan en tijdens gebedsuren gesloten.
Met vijf verschillende bussen en twee veerboten reisden we voor de derde keer Maleisië binnen en gingen via Miri naar Niah Caves National Park. Daar bekeken we een van de grootste grotten ter wereld (ongeveer zes voetbalvelden groot). We zagen bij het licht van onze zaklampen mooie rotsformaties, prehistorische schilderingen, de grotbewoners: vleermuizen en zwaluwen, de lokale nesten-verzamelaars die via touwen en bamboepalen de zwaluwnesten van het soms wel 50 meter hoge plafond oogsten (voor de beroemde Chinese vogelnestsoep, waarde van 1 kilo nesten meer dan 2000 gulden) en een filmploeg van Discovery Channel, zodat jullie misschien al deze dingen binnenkort ook kunnen bekijken. We wachtten tot bij schemering de zwaluwen hun nest opzochten (als dat er tenminste nog was) en de half miljoen vleermuizen in grote stromen de grot uitkwamen, op zoek naar insecten. We liepen terug naar ons hotel door een donkere jungle, bijgelicht door vuurvliegjes en lichtgevende paddestoelen.
Met een nachtbus gingen we vervolgens naar Kuching, ruim 700 kilometer zuidelijker, normaal een rit van ongeveer 12 uur. De bus bleef onderweg echter 4 uur stilstaan totdat graafmachines een weggespoeld stuk "Borneo highway" hersteld hadden. Dit kwam onze nachtrust wel ten goede: slapen gaat beter in een stilstaande dan in een rijdende bus. In de omgeving van Kuching bezochten we nog twee Nationale Parken. Als eerste maakten we een daguitstapje naar Gunung Gading National Park. Daar zagen we de grootste bloem ter wereld, de rafflesia, met een diameter van bijna 1 meter.
Daarna gingen we voor drie dagen naar Bako, een erg afwisselend Nationaal Park. Er waren veel met kleuren gemarkeerde wandelingen uitgezet, nu eens door dichte jungle, dan weer over snikhete rotsplateaus vol vleesetende planten of langs moerassen en mangrovebossen. Sommige routes eindigden op verlaten strandjes tussen steile krijtrotsen, waar we om de beurt gingen zwemmen om onze spullen te kunnen beschermen tegen grijpgrage apen.
En nu zijn we terug in Kuching, wat in het Maleisisch "kat" betekent. De stad staat dan ook vol met kitscherige kattenstandbeelden en er is zelfs een kattenmuseum.
We hebben hier al een paar keer gesquasht en verder vermaken we ons op het Food Festival, waar we alle Maleisische gerechten nog één keer kunnen proeven, voor we morgen Maleisië uitreizen.
WEER
In Maleisië is het het hele jaar door overdag ruim 30 graden en 's nachts zelden kouder dan 25 graden. Wij houden wel van deze temperaturen en zijn er ook al aardig aan gewend. Toen we Singapore binnenstapten vanuit een aircon bus voelde het heel anders dan drie jaar geleden, toen we er rechtstreeks vanuit Nederland aankwamen. Alleen op Mount Kinabalu hebben we al onze warme kleren wel nodig gehad en in de vele aircon bussen en gebouwen is het soms onaangenaam koud, zodat je blij bent als je weer naar buiten stapt. Het is hier nu droge tijd. Dit betekent dat het minder regent dan in de natte tijd, maar af en toe een tropische stortbui is heel normaal.
BEVOLKING
De bevolking van Maleisië is heel divers en bestaat voor slechts de helft uit Maleisiërs. De andere helft zijn vooral Chinezen, Indiërs en oorspronkelijke stammen, die gek genoeg niet tot de Maleisiërs worden gerekend. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam. Wanneer we bij een straatstalletje stonden te bedenken welk gerecht we zouden kiezen, kwamen er regelmatig mensen naar ons toe om iets lekkers aan te bevelen. Veel mensen die een paar woorden Engels spreken, willen dat graag laten merken en beginnen een standaard praatje. Ook hebben we helemaal niet hoeven afdingen, we betaalden automatisch de lokale prijzen en dat was best gemakkelijk.
Op Borneo wonen nog veel mensen in de traditionele longhouses: een heel dorp in één lange serie rijtjeshuizen op palen, met een gemeenschappelijke veranda.
Verder konden we duidelijk merken dat in Europa de zomervakantie is begonnen én dat er veel Nederlanders naar Maleisië op vakantie gaan. Wij waren niet altijd trots op sommige van onze luidruchtige landgenoten.
STEMMING
We zijn nu bijna op de helft van onze reis en het gaat erg goed met ons. We zijn al een hele tijd niet ziek geweest en hebben helemaal geen heimwee. Maleisië is ook wel een gemakkelijk land om te bereizen: erg westers en georganiseerd, al maakt dit het reizen een stuk minder kleurrijk. Wat dat betreft kijken we uit naar onze volgende bestemmingen. We verlangen de laatste tijd nauwelijks meer naar Nederlandse etenswaren, ook wel omdat het eten hier lekker is en er veel te krijgen is. Wel verlangen we soms naar mooie, schone, frisruikende kleren: zelfs net gewassen kleren ruiken na een dagje rugzak muf. Omdat we ervan baalden er altijd als halve zwervers bij te lopen, hebben we in Maleisië een deel van onze reisgarderobe vervangen, maar ook nieuwe kleren blijven hier niet lang mooi en schoon.
We reizen nog steeds in een rustig tempo en dat bevalt prima. We hoeven niet zo nodig in elke plaats alle attracties te bekijken, maar maken een keuze. Onze voorkeur gaat daarbij nog altijd uit naar rustige plaatsen in de natuur. Opvallend is wel dat we weinig foto's maken: we hebben de afgelopen vijf maanden slechts zeven rolletjes volgeschoten, ongeveer evenveel als normaal in een maand vakantie. Het reizen is heel erg ons leven geworden en in het dagelijks leven in Nederland maak je ook niet elke dag foto's. We merken wel dat we veel dingen met elkaar gaan vergelijken en niet elke snorkelplek, tempel of junglewandeling kan mooier zijn dan de vorige. Toch hebben we nog steeds erg veel zin in iedere volgende bestemming.
VAN DE MENUKAART
Het eten speelt zich in Maleisië grotendeels af op nachtmarkten en "foodcourts/hawkercentres" in winkelcentra. Er is in elk winkelcentrum een verdieping gereserveerd voor de eetstalletjes. Nadat je bij één of meer stalletjes iets lekkers hebt uitgekozen, betaal je bij een centrale kassa en gaat zitten aan één van de gemeenschappelijke tafeltjes in het midden. De keuze is zeer gevarieerd: Maleisische saté, Indonesische nasi campur, Chinese kleipot-rijstgerechten, Thaise soepen, Indiase murtabak (hartige pannenkoek) en als toetje "ais kacang", een berg geschaafd ijs (bevroren water) met een aantal zoete sauzen, stukjes fruit en gelei én bruine bonen. Al deze gerechten kunnen als ontbijt, lunch en diner gegeten worden en voor twee tot drie gulden heb je een warme maaltijd. Daarnaast zijn er veel Chinese eethuizen, soms met heerlijke dim-sum (allerlei gestoomde hartige hapjes) of "steamboat". Dit is een soort Chinese fondue waarbij je vis, noodles, ei en groente in bouillon gaarkookt en het er met stokjes uitvist. Daarna drink je de bouillon op.
Ook hebben wij regelmatig een bezoekje gebracht aan één van de vele, goed bevoorrade supermarkten, waar we zelfs Goudse kaas en Edammer konden kopen. Omdat we meestal bij eetstalletjes hebben gegeten, hebben we niet veel menukaarten gezien. Toch kwamen we nog wel een aantal bijzondere gerechten tegen:
- Malaysian crusine
- noddle soup
- scramble sandwich
- bread toose
- Henniken Beer
- fried beff
- eggs of boil
WIST U DAT...
- wij eindelijk weten wat "bedbugs" zijn?
- ze wel degelijk bijten?
- je van chrysanten ook lekkere thee kunt zetten?
- de ondertiteling in de bios hier zowel in het Maleisisch als in het Chinees is?
- deze teksten bijna beeldvullend zijn?
- Singapore "a fine city" is in beide betekenissen van het woord?
- je een hoge boete kunt krijgen voor onder andere de volgende overtredingen: kauwgum kauwen, niet doortrekken van een openbaar toilet, eten en/of drinken in de metro, het land per auto verlaten met een minder dan driekwart gevulde benzinetank?
- het in Singapore wel iedere dag feest lijkt door alle uit de flatgebouwen hangende vlaggen?
- deze vlaggen bij nadere inspectie uit drogend wasgoed blijken te bestaan?
- hier op alle kaassnacks (broodjes, stengels e.d.) een laag suiker zit?
- dit onze kaasconsumptie wel enigszins heeft beperkt?
- wij tijdens een meerdaagse jungletocht wel eten bij ons hadden maar geen bestek?
- dit probleem zich oploste toen we bij het doorwaden van een riviertje een vork vonden? (De jungle voorziet ook in alles!)
- er hier veel imitatie-merkkleding te koop is?
- wij een t-shirt vonden met het label: "NIKE, authentic replica"?
- in veel hotelkamers op het plafond een pijltje in de richting van Mekka staat?
- wij best baalden toen onze rugzakken voor de zoveelste keer doorweekt uit de bagageruimte van een bus kwamen?
- wij een stuk minder baalden toen we voor het ongemak de volledige reissom van zestig gulden terugkregen?
- het voor ons fototoestel duurder is een Nationaal Park te betreden dan voor onszelf?
- wij zelfs op een rugzakreis moeite hebben niet mee te draaien in de consumptiemaatschappij?
- wij inmiddels de (trotse?) eigenaars zijn van: een badmintonsetje, twee paar rubberen huishoudhandschoenen, een voordeelpak batterijen, een pak servetten, twee pakken kaarsen, een Zwitsal babyverzorgingssetje, een squashballetje, een vork en... een extra rugzakje?
- wij vanmiddag op straat geïnterviewd zijn door een lokaal tv-station?
- wij na het diepte-interview (bestaande uit de vraag: "what do you like in Kuching?") gedwongen werden in koor voor de camera te zeggen: "we like Kuching"?
- we dit nog gedaan hebben ook?
PLANNING
Onze volgende reisbestemming is Indonesië. We willen daar met name Nusa Tenggara (de eilanden ten oosten van Bali) bekijken. We hebben van andere reizigers en via Internet begrepen dat de politieke situatie daar al een hele tijd stabiel is. Morgen nemen we vanuit Kuching de bus naar Pontianak in west Kalimantan. Daarvandaan willen we met een boot naar Java en verder naar Bali. Daar vervolgen we het "island-hoppen".
Selamat jalan uit Maleisië.