29 september 2003

Groeten uit Ecuador

De eerste maand van onze reis is voorbij gevlogen en we verlaten alweer bijna het eerste land, Ecuador. Tijd dus voor het eerste reisverslag.

REISROUTE
Naarden - Amsterdam - Quito - Cotopaxi - Mindo - Baños - Riobamba - Alausí - Cuenca - Ingapirca - Cajas NP - Guayaquil - Galápagos - Guayaquil - Loja - Vilcabamba

BELEVENISSEN
Drie weken voorbereidingstijd voor deze reis bleken voor ons maar net voldoende. De nacht voor vertrek waren we pas om twee uur klaar met de laatste voorbereiding, het verspreiden van kopieën van belangrijke documenten over onze bagage.
Niet al te uitgerust namen we dan ook de volgende morgen de trein van 5:45 naar Schiphol. We vlogen met Iberia via Madrid naar Quito, de hoofdstad van Ecuador, gelegen in de Andes op 2850 meter hoogte.
Het is altijd weer spannend om in een onbekend land in een grote stad aan te komen en dat gold zeker voor Quito omdat het bekend staat als behoorlijk onveilig. Tegen onze gewoonte in namen we dan ook maar een taxi naar het centrum, waar we een hotel vonden in de toeristen­wijk in New Town. We bleven een dag in Quito en bekeken Old Town, het oude centrum vol Spaans-koloniale gebouwen. Daarnaast brachten we een bezoekje aan de evenaar, iets ten noorden van Quito, waar we even met beide benen op verschillende halfronden stonden. Helaas h
ebben we hiervan geen foto kunnen maken omdat het wordt afgeraden om in Quito met een fototoestel over straat te lopen.

Voor de bekendste markt van Zuid Amerika reisden we naar Otavalo, zo´n 100 km ten noorden van Quito. Deze markt wordt druk bezocht door zowel de lokale Indiaanse bevolking als ook door toeristen. De veemarkt, die vroeg in de morgen plaatsvindt, trekt vooral de lokale bevolking, gestoken in traditionele kleding. Hier zagen we hoe krijsende, tegenstribbelende biggen aan touwen van eigenaar wisselden en hoe kippen onder poncho´s werden weggestopt. Daarnaast is er een grote markt met handgemaakte souvenirs, voornamelijk voor toeristen. ´s Avonds liepen die trots rond in hun nieuwe aanwinsten. Wij vroegen ons vooral af hoe vaak ze die poncho thuis nog zouden dragen, maar misschien waren we wel gewoon jaloers omdat wij in onze rugzakken geen plek hebben voor dergelijke souvenirs. We bleven nog een paar dagen langer in Otavalo om in te lezen over Ecuador, iets waar we thuis niet aan toegekomen waren.

Terug in Quito was Gerbert jarig en omdat we die dag graag iets bijzonders wilden doen, boekten we een dagje mountainbiken op Cotopaxi, een sneeuwbedekte, actieve vulkaan van 5897 meter. Met een jeep werden wij en de mountainbikes afgezet op 4500 meter, net onder de sneeuwgrens. Het eerste stuk ging steil omlaag door mul, vulkanisch zand. Daarna fietsten we over een hoogvlakte met gras, bloemen en struiken, waar kuddes wilde paarden graasden en we prachtige uitzichten hadden op de vulkaan en de omliggende bergen van de Andes. We fietsten over zandpaden of crosscountry en hoewel het grootste deel van de tocht vlak was of bergaf ging, was het fietsen best zwaar door de ijle lucht op deze grote hoogte. Al met al was het een erg bijzondere verjaardag (overigens iedereen nog bedankt voor de felicitatie-mailtjes!).
Vanuit Quito maakten we nog een uitstapje naar Mindo, gelegen in de nevelwouden aan de westelijke kant van de Andes. Mindo ligt een stuk lager dan Quito en dat was te merken aan de tropische begroeiing en temperatuur en aan de vele bloemen, vogels en vlinders. We hebben er een dag gewandeld en veel kleurige vogels gezien, waaronder grote aantallen kolibries.


Onze volgende geplande bestemming was Baños, een toeristisch plaatsje in het midden van Ecuador, gelegen aan de voet van de vulkaan Tungurahua. Tot een aantal jaar geleden was deze vulkaan slapend, maar in 1999 begon hij plotseling activiteit te vertonen. Het hele dorp is toen maandenlang geëvacueerd geweest, maar omdat een grote uitbarsting uitbleef, keerden de dorpelingen terug. Sindsdien heeft de vulkaan zich redelijk rustig gehouden, maar in de week dat wij in Ecuador aankwamen, was er ineens verhoogde activiteit. Wij volgden de situatie via Internet en omdat het er weer relatief rustig leek te zijn, besloten we om gewoon naar Baños te gaan. Vanuit de bus zagen we de vulkaan al van veraf liggen en hij zag er toch wel erg indrukwekkend uit: grote, zwarte rook- en aswolken werden vanuit de krater de lucht ingeblazen en regelmatig zag je aan een nieuwe rookwolk dat er weer een explosie had plaatsgevonden. Gelukkig voor Baños stond de wind de goede kant op, zodat we daar geen last hadden van de rook en de as. Baños ligt in een mooie, groene vallei waar we een dag hebben gewandeld en een dag de route van de watervallen hebben gefietst. Daarna hebben we heerlijk gebaad in de warmwaterbronnen waaraan Baños z´n naam dankt.

Het oostelijk deel van Ecuador is gelegen in het Amazonegebied en bestaat voor een groot deel uit jungle. Deze jungle is echter alleen te bereiken met dure, georganiseerde tours. Omdat we gehoord hadden dat het toegankelijke deel van de jungle redelijk ontgonnen is en wij in ons reisleven al regelmatig in mooie jungle hebben rondgelopen, hadden we het geld er hier niet voor over. Om toch nog iets van de jungle-sfeer te proeven, zijn we een dag naar Puyo gegaan, gelegen aan de rand van het Amazonegebied. Hier bezochten we twee educatieve centra, één met jungledieren en één met jungleplanten. In beiden werden we rondgeleid door een (Spaans‑talige) gids. Vooral de uitleg over het gebruik van de planten door de Amazone-indianen (voor het bouwen van hutten, als medicijn, als verfstoffen, als versiering, voor de jacht) was erg leerzaam. Ook was het leuk om een slang en een tapir te kunnen aaien.

Onze volgende activiteit was een treinreis van Riobamba naar Alausí. Deze reis van zeven uur maakten we niet ín, maar op het dak van de trein, net als veel andere toeristen, dit vanwege de mooie uitzichten. We waren al om half zes ´s ochtends op het station, bijna twee uur voor vertrek van de trein, om aan de kant te kunnen zitten met het mooiste uitzicht. Vlak voor vertrek van de trein werd er echter nog wat gerangeerd, waarbij onze wagon werd omgedraaid, zodat we alsnog aan de verkeerde kant terechtkwamen. Jammer voor ons, maar de ontsteltenis van de gids van de Belgische toergroep naast ons, die op het station was achtergebleven en z´n groep ineens aan de verkeerde kant van de trein aantrof, maakte veel goed. Het bekendste deel van de treinreis is de afdaling over de ´Neus van de Duivel´, een berg die zo steil is dat de trein er zigzaggend, voor- en achteruit rijdend, afgaat. Daarnaast was het leuk om te kijken naar de dagelijkse activiteiten van de plattelandsbewoners langs het spoor, waar we door de lage snelheid van de trein goed zicht op hadden.
Vanuit Cuenca, een mooie, oud-koloniale stad, maakten we twee uitstapjes. Als eerste bezochten we Ingapirca, Ecuador´s best bewaard gebleven Inca-ruïne. De Tempel van de Zon, een perfect ovaalvormige structuur van naadloos op elkaar gestapelde steenblokken, stond nog grotendeels overeind, maar van de overige gebouwen stonden slechts restanten van muren. De prachtige ligging tussen de bergen en de aanwezige lama´s maakten het wel tot een bijzondere plek. Dit was het ook voor de Inca´s, zij bouwden de tempel juist hier omdat er een aantal tekenen van de goden was. Ten eerste een grote rots waarin duidelijk het gezicht van een Inca te herkennen was. Ten tweede een rots met een zon: een cirkel in regenboogkleuren, veroorzaakt door mineralen in het gesteente. En ten derde een rots die sprekend op een schildpad leek. Kortom, redenen genoeg voor een tempel.

Daarnaast hebben we een dag gewandeld in Cajas, een hooggelegen Nationaal Park met een ruig landschap met heuvels en rotspieken en honderden meertjes. We kwamen de hele dag vrijwel niemand tegen en genoten ademloos (deels vanwege het gebrek aan zuurstof op 4200 meter) van de prachtige omgeving.
Een heel bijzonder en afgelegen deel van Ecuador vormen de Galápagos eilanden. We hebben lang getwijfeld of we deze unieke eilanden zouden bezoeken. Niet dat het ons niet geweldig leek, maar de kosten zijn dat zeker ook. Uiteindelijk besloten we om de kans om het fascinerende dierenleven te bekijken, niet te laten lopen, dus boekten we voor zo´n 900 euro per persoon een economy-trip van een week. Vanuit Guayaquil vlogen we er naartoe en toen we in de haven aankwamen, herkenden we tussen alle luxe boten ogenblikkelijk de Poseidon, met twaalf meter lengte verreweg de kleinste in de haven.

Het belangrijkste voordeel van zo´n kleine boot was wel dat er maar tien passagiers aan boord waren, zodat je met een mooi klein groepje de eilanden kon bekijken. Het grootste nadeel was dat, doordat de zee nogal ruw was, de boot behoorlijk schommelde en de golven de eerste nacht door de patrijspoortjes van onze hut naar binnen sloegen (voortaan lieten we die dus maar dicht). Nu zijn wij niet zo gevoelig voor wat geschommel, maar de helft van de passagiers slikte pillen tegen zeeziekte, slechts gedeeltelijk met succes. In totaal hebben we zo´n 500 km gevaren en tien verschillende eilanden aangedaan. De eilanden zijn vulkanisch van oorsprong en doordat ze zo´n 1000 km van het vasteland liggen, heeft slechts een beperkt aantal diersoorten ze kunnen bereiken. En hoewel de eilanden op de evenaar liggen, komen er door een koude golfstroom uit het zuidpoolgebied zowel pinguïns als tropische vissen voor. De dieren hebben nooit natuurlijke vijanden gekend en zijn daardoor absoluut niet bang voor mensen: je moet vaak zelfs oppassen dat je niet op ze trapt. We hebben enorm genoten van zowel het dierenleven boven water (o.a. zeeleeuwen, leguanen, reuze-landschildpadden, pinguïns, veel andere vogels, manta-roggen, walvissen) als snorkelend onder water (o.a. zeeleeuwen, zeeleguanen, zeeschildpadden, pinguïns, veel kleurige vissen, roggen, een haai).







En ook de landschappen vonden we prachtig: zwarte lavavlaktes met groene cactussen en rode vetplanten, groene vulkaanhellingen met dorre bomen, maar ook witte stranden met een azuurblauwe zee. Veel te snel was deze week weer voorbij.





En nu zitten we in Vilcabamba, gelegen in een groene vallei, helemaal in het zuiden van Ecuador. Het is hier heerlijk rustig en we zitten in een leuk hutje met uitzicht op de omliggende bergen, een eigen zitje en een hangmat voor de deur. Vooral het natuurlijke karakter van de hut sprak ons aan (inclusief de vele gaten en kieren), totdat we gisteravond een schorpioen aantroffen in de badkamer. Sindsdien schudden we alles wat we aanpakken eerst even goed uit en hebben we voor het slapen gaan ons bed grondig geïnspecteerd. Maar verder is het een perfecte plek om dit reisverslag te schrijven en in te lezen over Peru.

HET WEER
Hoewel Ecuador op de evenaar ligt, ligt het deel waar wij het meest geweest zijn boven de 2000 meter en daarom is het niet zo tropisch warm als je zou verwachten: overdag ruim 20°C. Bovendien is het in de Andes het eind van de droge tijd. Daardoor hebben we niet veel regen gehad, maar was het wel vaak bewolkt, zodat we de besneeuwde vulkanen helaas vooral tussen de wolken door hebben gezien. Ten westen en ten oosten van de Andes, in het laagland aan de kust en in het Amazone-gebied, is het een stuk warmer. In Guayaquil en in Puyo was het bijvoorbeeld ruim 30°C. Op de Galápagos is het echter kouder dan je zou verwachten door de koude golfstroom die het weer beïnvloedt. Evengoed was het nog wel 25°C en zijn we er flink verbrand.

BEVOLKING
Ongeveer de helft van de 13 miljoen inwoners van Ecuador bestaat uit mensen van Indiaanse afkomst. Zij wonen vooral in de Andes en een groot deel ervan gaat nog traditioneel gekleed. De andere helft van de bevolking is van Spaanse of gemengde afkomst en leidt een vrij westers leven (moderne kleding, mobiele telefoons). De meeste mensen zijn bijzonder vriendelijk en behulpzaam, maar helaas spreekt vrijwel niemand Engels, zelfs niet in de toeristenindustrie. En wij spreken net genoeg Spaans om ons tijdens het reizen te kunnen redden, maar onvoldoende om uitgebreide gesprekken te voeren, zodat ons contact met de bevolking oppervlakkig is gebleven.

VAN DE MENUKAART
In Ecuador wordt twee keer per dag warm gegeten. De standaard maaltijd in een restaurant bestaat uit een soep vooraf en daarna meestal rijst met kip. Dit hebben wij eigenlijk nooit gegeten. Als lunch kochten we vaak een paar broodjes bij een panadería, die er gelukkig voldoende zijn. ´s Avonds aten we wel warm, maar vrijwel altijd vegetarisch, deels uit idealistische en deels uit hygiënische overwegingen. De Ecuadoriaanse gerechten die we daarbij gegeten hebben, beperkten zich tot quinoa-soep, aardappelstoofschotel en aardappelkaaspannenkoeken. Tijdens de Galápagos-trip hebben we heerlijk gegeten, veel groenten, vaak vergezeld van (versgevangen) vis. Ecuador´s meest tot de verbeelding sprekende gerecht, geroosterde cavia, hebben wij niet geprobeerd. Maar in Peru wordt dit ook gegeten, dus wie weet...
In sommige toeristenrestaurants was een poging gedaan om het Spaanstalige menu naar het Engels te vertalen en dat leverde soms wat merkwaardige gerechten op:

  • bead salad
  • space ribs
  • friend chicken
  • pincapple
  • eggs deep fired
  • coneless chicken
  • Hieniken beer
  • beef at the iron
  • spaghetti Milano (with special Napolitana tomatosauce, hence the name)

KOSTEN
We hadden al wel verwacht dat Zuid Amerika een relatief duur continent zou zijn om in te reizen en dat gold zeker voor Ecuador. Het land is een paar jaar geleden overgestapt op de Amerikaanse dollar als betaalmiddel en sinds die tijd zijn de prijzen, ook voor dagelijkse levensbehoeften, meer dan verdubbeld. De overheid hanteert voor belangrijke attracties een tweeprijzen-systeem, waarbij toeristen twee tot tien keer zoveel betalen als Ecuadorianen. In totaal hebben we hier in een maand tijd ongeveer de helft meer uitgegeven dan tijdens een maand in Azië, de Galápagos-trip niet meegerekend.
Een aantal prijsvoorbeelden:

- goedkope hotelkamer: 4-7 US$ p.p.
- goedkope warme maaltijd: 3-5 US$
- busreis: ± 1 US$ p.p. per uur
- entree Nationaal Park: 10 US$ (Galápagos: 100 US$)

STEMMING
Het bevalt ons goed om weer voor langere tijd op reis te zijn. Het voelt wel wat anders dan tijdens de eerste reis, minder nieuw en spannend, omdat we beter weten wat het betekent om een jaar uit Nederland weg te zijn. Ook is het wat minder relaxt dan de vorige keer omdat onze eerstvolgende vlucht al vastligt en we ´nog maar´ twee-en-een-halve maand de tijd hebben om twee grote landen met veel bezienswaardigheden te bekijken. Natuurlijk is dit een luxe-probleem.
In eerste instantie beviel Ecuador ons maar matig. Dit kwam enerzijds doordat veel dingen die wij leuk vinden (zoals wandelen op bijzondere plekken in de natuur) óf werden afgeraden vanwege onveiligheid óf alleen via dure, georganiseerde tours te bereiken waren. En anderzijds door een algemeen gevoel van onveiligheid door de vele waarschuwingen en een aantal incidenten van de laatste tijd. Gelukkig wende dit gevoel enigszins en achteraf hebben we ons toch prima vermaakt.

WIST U DAT...

  • rijnummer 13 in een Iberia-vliegtuig niet bestaat?
  • Ecuador´s luchtvaartmaatschappij TAME minder bijgelovig is?
  • wij in een splinternieuw vliegtuig vanaf de Galápagos terugvlogen en alle passagiers om dit te vieren een cadeautje kregen?
  • wij in onze overvolle rugzakken nu ook nog twee TAME-dekens meedragen?
  • we bij een pizzeria in Cuenca oliebollen als voorgerecht kregen?
  • toen Gerbert koffie zonder suiker bestelde, belangstellend werd gevraagd of hij soms diabeet was?
  • ook bussen die zondagochtend om 6 uur vertrekken toeterend door het dorp rijden tot de bus vol is?
  • wij vrijwel altijd plaatsnummers 1 en 2 in een bus toegewezen kregen?
  • wij daarom sterk het vermoeden hebben dat we altijd op het busstation komen als de vorige bus net weg is?
  • wij een aantal opmerkelijke teksten op uithangborden aantroffen:
  • bij een reisbureau in Riobamba: ´we spoken English´
  • aan het begin van een wandeling in Baños: ´the weather is unpredictable, you need rain gear and if you want to take pictures an umbrella´
  • bij een tv in de wachtruimte van het busstation van Cuenca: ´verboden uw afstandsbediening te gebruiken´

PLANNING
Morgen nemen we een bus naar Peru, waar we ongeveer een maand willen rondreizen. Waar we precies naartoe gaan weten we nog niet, daar zijn we nog over aan het lezen. Natuurlijk willen we naar Machu Picchu en hopelijk kunnen we een paar meerdaagse tochten wandelen (we dragen die tent niet voor niets mee).


Hasta luego vanuit Ecuador,

Gerbert en José