Onze Azië-reis heeft een verrassende wending genomen en is een Australasia-reis geworden, want we hebben de afgelopen zes weken in Nieuw-Zeeland rondgereisd. Hoe dat zo gekomen is en hoe het ons daar bevallen is, kunnen jullie lezen in dit reisverslag.
REISROUTE
Jakarta - Medan - Penang - Bangkok - Chiang Mai - Mae Hong Son - Chiang Rai (Akha hill tribe) - Sukhothai - Bangkok - Auckland - Rotorua - Tongariro NP - Cape Palliser - Wellington - Picton - Abel Tasman NP - Fox Glacier - Wanaka - Queenstown - Mt. Aspiring NP - Milford Sound - Te Anau - Bluff - Stewart Island - Dunedin - Mt. Cook NP - Christchurch - Kaikoura - Nelson Lakes NP - Picton - Wellington - Coromandel Peninsula - Auckland
BELEVENISSEN
Vanuit Jakarta voeren we met een Pelni-boot (deze keer een wat grotere, nieuwere met voldoende matrassen op de slaapzaal) in twee dagen naar Medan op Sumatra.
Van daaruit gingen we direct door met een snelle veerboot naar Penang in Maleisië. Een aantal maanden geleden waren we daar onze rondreis door Maleisië begonnen en het was alsof we niet weggeweest waren. Veel dim-sum, heerlijke drinkyoghurt en omdat we de sightseeing al hadden gedaan, konden we lekker gaan squashen. Vanuit Penang namen we de slaaptrein naar Bangkok. Het was een behoorlijk luxe trein: we hadden met z'n tweeën vier zitplaatsen en een tafel, die 's avonds werden omgebouwd tot een gezellige twijfelaar met dikke matras, schone lakens én een gordijntje voor de privacy.
In Bangkok moesten er knopen worden doorgehakt. Ons oorspronkelijke plan om door Cambodja naar Vietnam te gaan, leek niet zo'n goed idee vanwege alle overstromingen door de zwaarste moesson sinds 40 jaar. Na het overwegen van vele alternatieven, het ene nog exotischer dan het andere, kochten we tot onze eigen schrik een reisgids over Nieuw-Zeeland. Een ticket volgde snel. We hadden namelijk erg veel zin om weer actief te zijn en al een hele tijd geen besneeuwde bergen meer gezien. Bovendien leek Nieuw-Zeeland een leuke afwisseling na bijna acht maanden Azië. Twee weken later konden we vertrekken en we besloten die weken in Noord Thailand door te brengen.
We namen een nachtbus naar Chiang Mai, de toegangspoort tot de Noord Thaise "hill tribes", de in de jungle levende, traditionele bergvolken. Wij wilden graag de Karen "long-necks" bezoeken, de vrouwen die hun nekken oprekken door het dragen van zware metalen nek-ringen.
Hiervoor vlogen wij voor maar 25 gulden per persoon binnen een half uurtje naar Mae Hong Son, ons daarmee een busreis van negen uur besparend. Mae Hong Son is een dorpje vlakbij de Birmese grens en de long-necks daar komen oorspronkelijk uit Birma. Hoewel het dorpje dat wij bezochten erg toeristisch was, was het toch heel bijzonder om deze mensen te zien.
Omdat we goed voorbereid naar Nieuw-Zeeland wilden gaan, besloten we ons een paar dagen terug te trekken in een rustig dorpje van het Akha bergvolk in de omgeving van Chiang Rai. We zaten op de bamboevlonder voor onze eenvoudige hut (helemaal van gevlochten bamboe met alleen twee dunne matrassen op de vloer) en lazen de Nieuw-Zeeland reisgids van A tot Z, terwijl we uitkeken op de beboste heuvels en het dorpsleven aan ons voorbij zagen trekken.
Na drie dagen afzondering reisden we door naar Sukhothai, waar we ons ineens in het bruisende nachtleven bevonden, want er was toevallig een festival. Wat ons nog het meest verbaasde, was dat er een soort kermis werd gehouden op een tempelcomplex, waarbij de monniken in hun oranje gewaden achter de kraampjes stonden, de feestverlichting werd vastgehouden door een reusachtig boedhabeeld en schaarsgeklede zangeressen naast een stupa stonden te playbacken. De volgende dag bezochten wij de ruïnes van een 700 jaar oud tempelcomplex. Die lagen even buiten de stad in een parkachtige omgeving. Her en der verspreid lagen stupa's, de één wat meer vervallen dan de ander, boedhabeelden in alle soorten en maten, de grootste wel 15 meter hoog, restanten van zuilengalerijen en daartussen een aantal vijvers met lotusbloemen.
Na een bezoekje aan de kapper (alleen knippen, zonder uitgebreide massage zoals bij de klanten voor ons) namen we een nachtbus terug naar Bangkok. Daarvandaan vlogen we met Malaysian Airlines via Kuala Lumpur (wie had kunnen denken dat we zo snel alweer in Maleisië terug zouden komen?) naar Auckland. Na Singapore Airlines heeft nu ook Malaysian Airlines voor iedere stoel een privé-beeldschermpje met keus uit een groot aantal videokanalen en computerspelletjes. We hebben ons tijdens de ruim tien uur durende vlucht dan ook niet verveeld.
Auckland is de grootste stad van Nieuw-Zeeland (maar niet de hoofdstad, dat is Wellington) en ligt vrij noordelijk op het Noord Eiland.
We waren van plan om in Nieuw-Zeeland met bussen rond te reizen, maar toen we een buspas wilden kopen, viel de prijs nogal tegen. Na wat gereken bleek een huurauto nauwelijks duurder en een uurtje later waren we tot onze eigen verrassing de trotse tijdelijke bezitters van een Toyota Corolla stationwagon. Achteraf bleek dit een erg goede keus omdat veel bezienswaardigheden op afgelegen plekken liggen waar geen bussen naartoe rijden.
Vanuit Auckland reden we naar Rotorua, een plaats in een thermisch actief gebied. We zagen er veel stoomgaten, kokende modder, kleurige mineraalafzettingen en meren (oranje, geel, groen), een "champagnepool" (een meer met bubbels) en een geyser die elke dag om klokslag kwart over tien afging, een emmertje zeeppoeder doet wonderen.
Ook onze camping lag in het actieve gebied en claimde zelfs de enige camping ter wereld te zijn met natuurlijk verwarmde tentplaatsen. Van deze warme grond hebben we weinig gemerkt, maar we hoorden wel de hele nacht het geborrel van het kokende stroompje naast onze tent.
Wij waren ook naar Nieuw-Zeeland gekomen om te wandelen en onze eerste meerdaagse wandeling ("tramp" op z'n Nieuw-Zeelands) maakten we in Tongariro, een Nationaal Park met drie actieve vulkanen. De eerste dag beklommen we één van de vulkanen, liepen door een oude krater en hadden een prachtig uitzicht vanaf de kraterrand op de andere vulkanen en op de "emerald lakes", mooie, groene meren. De tweede dag regende het, terwijl we door een soort maanlandschap liepen van gestolde lavatorentjes en gekleurde mossen.
Hoewel onze reisgids vertelde dat regen en mist bijdroegen aan de mystieke sfeer van het landschap, hadden wij een warm zonnetje en mooie uitzichten ook niet erg gevonden. We liepen er trouwens wel flitsend bij in onze glanzend mintgroene regenpakken, die we op een Thaise markt hadden gekocht. Na drie dagen wandelen waren we nog net op tijd om het laatste weekend van het skiseizoen in hetzelfde Nationale Park mee te pikken.
Het was erg leuk om zomaar een dagje te skiën en heel bijzonder om dit op een actieve vulkaan te doen, die de afgelopen vijf jaar twee keer is uitgebarsten tijdens het skiseizoen. Gelukkig hield 'ie zich dit jaar rustig.
Door groene heuvels vol schapen reden we naar Cape Palliser, het zuidelijkste puntje van het Noord Eiland. Op de rotsachtige kust zagen we voor het eerst een zeehondenkolonie. Hierna namen we vanuit Wellington de veerboot naar Picton op het Zuid Eiland.
Langs de noordkust reden we naar het Abel Tasman Nationaal Park. Onderweg hadden we, tussen de vele varenbomen en bloeiende brem door, prachtige uitzichten op de "Sounds" (door rivieren uitgesleten inhammen in de kust die aan fjorden doen denken, maar minder steil zijn). In het Abel Tasman NP hebben we de meest populaire wandeling van Nieuw-Zeeland gelopen, de Abel Tasman Coastal Track. Deze driedaagse route ging over de beboste kliffen langs de kust en soms een stukje over een strand. We moesten de wandeling goed plannen, want bij een paar stranden waren watergeulen die alleen doorwaadbaar waren rond laag tij.
De wandeling was veel minder druk dan we verwacht hadden, doordat we nog in het voorseizoen zaten.
Vanaf de noordkust reden we via de westkust naar het zuiden en zagen al snel de eerste besneeuwde toppen van de Southern Alps liggen. Het Zuid Eiland met z'n hoge bergen en steile fjorden verschilt erg van het Noord Eiland, dat vooral heuvelachtig is met hier en daar een hoge vulkaan.
Aan de westkust bekeken we onder andere de pancake-rocks bij Punakaiki (rotstorentjes die uit dunne steenlaagjes bestaan en daardoor op grote stapels pannenkoeken lijken, we zagen hier vanaf de rotsen ook dolfijnen zwemmen), de indrukwekkende Franz Josef en Fox gletsjers en maakten regelmatig korte wandelingen door het vaak dichte regenwoud vol varenbomen en mossen.
Eén van die wandelingen ging naar een afgelegen strandje, waar we voor het eerst pinquins zagen. Het was erg grappig om te zien hoe ze zich door de golven het strand op lieten spoelen, moeizaam overeind krabbelden en vervolgens richting de rotsen waggelden.
Via de Haast Pas reden we het binnenland in. We hadden al een hele tijd geluk met het weer en genoten van de uitzichten op de witte toppen, watervallen en felblauwe meren.
In Wanaka vermaakten we ons een hele middag uitstekend in "The Puzzling World" met z'n 3D-doolhof, een gekanteld huis (waarin door de scheve muren en vloeren gezichtsbedrog ontstond, waardoor bijvoorbeeld water omhoog leek te stromen) en vooral met het oplossen van allerlei soorten puzzels.
Daarna was het weer tijd voor een wandeling. In het Mt. Aspiring NP combineerden we in vier dagen de bekende Routeburn Track met de Caples Track (bedankt voor de tip, Annet!).
Het was een echte bergwandeling en even hadden we het gevoel in Zwitserland rond te lopen.
Het mooie weer en de mooie uitzichten leken niet op te kunnen terwijl we naar Milford Sound in het zuidwestelijke fjordengebied reden. Daar hebben we een dag ge-zeekayakt op een fjord.
We peddelden langs de enorm steile wanden met watervallen en konden in onze kayaks dichtbij het dierenleven komen. Regelmatig zagen we vlakbij ons pinquins op de kant zitten en zeehonden zonnebaden op de rotsen. Eén keer zagen we de pinquins zelfs in het heldere water onder onze boot door zwemmen en af en toe kwam er een nieuwsgierige zeehond naar de boot toe, die wel kunstjes voor ons leek te doen in het water.
Hierna reden we naar Bluff, aan de zuidkust van het Zuid Eiland, vanwaar we een veerbootje namen naar Stewart Island, Nieuw-Zeeland's "derde eiland", bekend om z'n vele vogels. Het mooie weer was nu wel op, het was bewolkt met een stevige bries en dat maakte de overtocht in ons twintig meter lange bootje tot een ware kermisattractie. Wij waren, wat onnadenkend, helemaal voorin de boot gaan zitten en maakten daardoor de grootste vrije vallen in de hoge golven. Gelukkig hadden wij, in tegenstelling tot veel van onze medepassagiers, de in overvloed verstrekte papieren zakjes niet nodig (de taferelen aan boord deden ons erg aan een Aziatische busreis denken). Op Stewart Island liepen we de Rakiura Track, een driedaagse wandeling. Vanwege de slechte weersvooruitzichten hadden we onze tent achtergelaten en hebben we in hutten overnacht. De trek was leuk en rustig en ging grotendeels door het bos, zodat we van de regen en wind niet veel last hadden.
De vogels, waar we vooral voor gekomen waren, hadden er blijkbaar meer last van en hielden zich goed schuil. Erg jammer, want dit was één van de weinige plaatsen om een kiwi in het wild te kunnen zien.
Na de trek hadden we nog een uitstapje gepland naar een vogelreservaat op een naburig eilandje, maar door de flink aangetrokken wind kon de watertaxi niet uitvaren. De kapitein van de veerboot terug naar het Zuid Eiland durfde de overtocht wel aan en bij windkracht 10 en met nog hogere golven dan op de heenweg voeren we terug naar Bluff. Het grootste deel van de passagiers had de overtocht blijkbaar niet aangedurfd, van de ruim honderd plaatsen aan boord waren er maar acht bezet.
We reden een Scenic Route langs de zuidkust en via Dunedin naar het Otago Peninsula aan de oostkust. Onderweg zagen we veel zeehonden, pinquins, een paar albatrossen en een zeeleeuw, waar we bij een avondwandeling op het strand bijna over struikelden. Daarna reden we terug de bergen in, naar Mt. Cook, met ruim 3700 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland. En opnieuw zat het met het weer niet echt mee: twee dagen lang stromende regen uit zeer laag hangende bewolking. We hebben deze dagen Mt. Cook dan ook niet gezien, maar gelukkig hadden we de berg vanaf de westkust al wel zien liggen, tegen een strakblauwe hemel. Toen we het Mt. Cook NP uitreden, klaarde het gelukkig snel op en de prachtige, turquoise meren met bloeiende lupines langs de kant maakten veel goed.
We reden naar Christchurch, de grootste stad van het Zuid Eiland. Daar bekeken we de kathedraal en verdiepten ons in het museum iets meer in de cultuur van de Maori's, de eerste bewoners van Nieuw-Zeeland. Daarna reisden we twee uurtjes verder naar het noorden, naar Kaikoura, dé plek in Nieuw-Zeeland om walvissen te kijken. Die zitten hier vrijwel het hele jaar dichtbij de kust omdat er hier door de gunstige golfstroom veel voedsel naar het oppervlak komt.
Na een tijdje twijfelen vanwege de toch wel hoge kosten (100 gulden per persoon voor een trip van twee en een half uur) besloten we de kans om deze bijzondere dieren te zien toch maar te grijpen. Onze trip werd over een periode van twee dagen drie keer uitgesteld vanwege de ruwe zee plus het feit dat de walvissen wat verder uit de kust waren gezwommen. Uiteindelijk ging de trip toch door, maar zagen we tot onze grote teleurstelling geen walvissen. De zeehonden, dolfijnen en albatrossen die we wel zagen plus de gedeeltelijke refund konden dit nauwelijks goedmaken.
Onze "elf-jaar-bij-elkaar" vierden we met een dag wandelen in de bergen van Nelson Lakes NP en een afhaalpizza. Daarna namen we de boot terug naar het Noord Eiland.
In Wellington bezochten we het grote National Museum, waar (naast vele andere tentoonstellingen, zoals over vulkanisme, natuur en Maoricultuur) net een tentoonstelling was over naar Nieuw-Zeeland geëmigreerde Nederlanders. Het was leuk om zoveel bekende dingen te zien (foto's, etenswaren, Delfts Blauw, klompen, tijdschriften, filmpjes) en het Sinterklaasfilmpje bracht ons alvast helemaal in de stemming. Onze laatste paar dagen brachten we door op het Coromandel schiereiland, iets ten zuidoosten van Auckland. We kampeerden aan Hot Water Beach, waar een deel van het strand door thermische activiteit verhit wordt. We leenden een schop op de camping en groeven bij laag tij een gat in het zand, dat zich met warm water vulde.
Zo hadden we een heerlijk privé-heetwaterbad, totdat het tij op kwam zetten en de koude Stille Oceaan-golven over de rand van ons bad spoelden.
In het Coromandel Forest Park maakten we nog een laatste wandeling, waarna we helaas alweer terug moesten naar Auckland.
WEER
Het is nu voorjaar in Nieuw-Zeeland, een erg leuke tijd om er rond te reizen, met veel bloemen, bloesems en lammetjes. We hebben over het algemeen goed weer gehad, veel zon en middagtemperaturen tussen de 10 en 20 graden Celsius. In de bergen hebben we nog wel een paar keer het ijs van de tent moeten krabben na een koude nacht.
Nieuw-Zeeland heeft een zeeklimaat en het weer is er nog slechter te voorspellen dan in Nederland (hoe is het mogelijk!) omdat het uit relatief kleine, bergachtige eilanden bestaat met in de wijde omtrek alleen zee en geen grote landmassa's. De temperatuur is erg afhankelijk van de windrichting: als de wind uit het zuiden komt, voert 'ie rechtstreeks Antarctische poollucht aan, wat de temperatuur zo tien graden doet dalen.
Na het warme Azië viel het ons erg mee hoe snel we weer gewend waren aan temperaturen die twintig graden lager lagen. De lucht is in Nieuw-Zeeland ook opvallend schoon en daardoor is het vaak kraakhelder, zodat je wel meer dan 100 kilometer ver kunt kijken, een hele verandering na de smog van de Aziatische steden.
BEVOLKING
In Nieuw-Zeeland wonen ongeveer drie en een half miljoen kiwi's (en dan bedoelen we niet de vogels) op een oppervlakte die zes keer zo groot is als Nederland.
Het viel ons telkens weer op hoe ontzettend vriendelijk en open de mensen zijn. Een paar voorbeelden: toen we zonder handschoenen aan het skiën waren, stopte een mede-skiër om ons zijn reserve-handschoenen aan te bieden en toen we op een camping voor onze tent op een matje op de grond zaten, kwam iemand uit een camper ons zijn tafel aanbieden. De mensen knopen ook graag en gemakkelijk een gesprek aan, zo wordt er regelmatig aan je gevraagd of je een leuke dag hebt gehad en alleen "ja" als antwoord is dan niet voldoende.
Nieuw-Zeeland is een Engelse kolonie geweest en dat kun je nog goed merken: de mensen zijn erg beleefd, kinderen dragen stijve schooluniformen, ze doen Engelse sporten (cricket, rugby), eten fish and chips en het Engelse koningshuis scoort hoog in de vele roddelbladen.
Ongeveer 10% van Nieuw-Zeeland's bevolking bestaat uit Maori's. Zij zijn circa 1000 jaar geleden vanuit Polynesië gekomen en waren de eerste bewoners van Nieuw-Zeeland. Restanten van hun cultuur vind je overal terug, maar vooral op het Noord Eiland. Maori is ook de tweede taal van Nieuw-Zeeland en dat zie je in veel plaatsnamen terug.
STEMMING
We hebben het erg leuk gehad in Nieuw-Zeeland, het leek wel een soort vakantie in onze reis. Deels kwam dit omdat het een prachtig land is met alles waar wij van houden: veel natuur, rust, ruimte, wandelen, kamperen. En deels omdat het na acht maanden Azië ook leuk was weer in een westers land te zijn: alles was georganiseerd en netjes, we werden overspoeld met informatie, iedereen sprak een taal die we goed konden verstaan (meestal tenminste) en had ook dezelfde denkwijze als wij. Een voorbeeld: als je in Azië zin hebt om ergens naartoe te fietsen en je vraagt waar je een fiets kunt huren, zal men zeggen dat er een bus gaat, terwijl men in Nieuw-Zeeland direct begrijpt dat je ook voor je plezier kunt fietsen en je daarom meteen wat route-suggesties zult krijgen. Ook andere "gewone" dingen waren best weer handig, zoals water uit de kraan kunnen drinken, de vele openbare toiletten mét toiletpapier dat je ook nog mocht doorspoelen, rustig in een winkel rond kunnen kijken zonder opdringerige verkopers.
Verder was het een grote luxe om een eigen auto te hebben en daardoor te kunnen gaan en staan waar we zelf wilden. De auto en het kamperen gaven samen de privacy die we in Azië al een tijdje hadden gemist én we konden weer zelf koken (al was het soms wel improviseren met één brander en één pannetje). Met nog maar ongeveer twee maanden te gaan, begint onze reistijd nu echt op te raken. We zouden nog zoveel willen zien, maar de mogelijkheden worden steeds beperkter. We zijn al erg gewend aan het reizigersleven en het is een gek idee om zo snel alweer in Nederland rond te zullen lopen.
VAN DE MENUKAART
We hebben weinig menukaarten gezien in Nieuw-Zeeland, maar we vertrouwen erop dat het met de spelfouten wel mee zal vallen. We hebben veel zelf gekookt en zelfs de kiwiburger bij McDonalds hebben we niet geprobeerd. Wel hebben we af en toe meegedaan aan de Nieuw-Zeelandse "fish and chips" traditie.
Nieuw-Zeelanders eten veel vlees en daarnaast veel traditioneel Engels voedsel, zoals meat-pies, scones en cereals. Ook is Nieuw-Zeeland een echt zuivelland, waarvan wij vooral de kaas en het ijs volop gegeten hebben.
Iets nieuws dat we regelmatig aten, is de kumara, een soort zoete aardappel die nog uit het begin van de Maori-tijd stamt. Daarnaast konden we weer echte voorjaarsproducten eten, zoals asperges en aardbeien (op een Bolletje-beschuit!). Er was trouwens in de supermarkten wel vaker een schap met Nederlandse producten en het is een vreemde gewaarwording dat etenswaren waar je in Nederlandse winkels nauwelijks naar zou omkijken, ineens een emotionele waarde voor je krijgen. Zo zijn wij bezweken voor Maggi instant-boerenkool met Euroshopper knakworsten. Ook hebben we tot onze grote vreugde pepernoten, taai-taai en gevulde speculaas kunnen kopen, zodat 5 december een echt heerlijk avondje zal worden.
WIST U DAT...
- Nieuw-Zeeland erg bang is voor infecties van buitenaf?
- iedereen in het vliegtuig vlak voor de landing met spuitbussen werd gedesinfecteerd?
- we hierna zelfs bij de douane in de rij "goods to declare" moesten aansluiten om de onderkant van onze bergschoenen op modderresten te laten controleren?
- er in Nieuw-Zeeland 15 keer zoveel schapen als mensen leven?
- je in Nieuw-Zeeland voor een paar gulden genoeg friet krijgt voor een kinderrijke familie?
- je van koude frieten nog een heerlijke aardappelschotel kunt maken?
- een "single scoop icecream" in Nieuw-Zeeland vaak uit drie bolletjes bestaat?
- onze wangen steeds boller worden?
- de voetgangersoversteek- lichten hier pas aan gaan als je op het knopje drukt?
- wij de eerste week regelmatig onbewust in overtreding waren omdat we dachten dat het verkeerslicht het niet deed?
- er hier voor tien uur zondagochtend geen wijn verkocht mag worden?
- wij zelfs in het vogelhuis moeite hadden om een kiwi te spotten?
- Nieuw-Zeelanders 215 gram vegemite (marmite) per persoon per jaar consumeren?
- sandflies beslist niet alleen in het zand leven?
- wij door deze kleine, stekende vliegjes soms gedwongen werden om onze tent in te duiken, na een rondje gerend te hebben om ze af te schudden?
- we er in de tent dan nog vaak vele tientallen moesten doden?
- Mt. Cook een paar jaar geleden 10 meter lager is geworden na een rotslawine?
- wij in Nieuw-Zeeland onze tweede brander, derde tent en vierde pannengreepje hebben gekocht?
- we overwegen na terugkomst in Nederland een kampeerwinkel te beginnen?
- wij, om van het Nederlandse nieuws op de hoogte te blijven, af en toe een krant lezen op internet?
- we weer helemaal op de hoogte waren na het lezen van de Telegraaf: "Pronk breekt pols bij steppen", "ouders van Maxima bij Beatrix op de koffie"?
- wij in Wellington een nachtelijke aardbeving van 1.5 op de schaal van Richter hebben meegemaakt?
- we ons daar niet van bewust waren omdat we sowieso de hele nacht lagen te schudden door alle passerende goederentreinen op het spoor vlak naast ons?
- je in Nieuw-Zeeland voor nog geen 100.000 gulden een leuk, vrijstaand huis kunt kopen?
- wij ook niet weten waarom we binnenkort weer naar Nederland terugkeren?
PLANNING
We zijn net weer in Bangkok aangekomen en wat we hierna gaan doen staat nog even open. Cambodja, Vietnam en Laos staan nog steeds op ons lijstje, maar de tijd begint te dringen en het is onwaarschijnlijk dat we deze landen allemaal nog kunnen zien, ook al omdat het aanvragen van visa nog wel wat tijd kost.
Jullie horen nog wel wat het geworden is.
Iedereen een hele gezellige Sinterklaas en:
See you later, mate!
We zijn net weer in Bangkok aangekomen en wat we hierna gaan doen staat nog even open. Cambodja, Vietnam en Laos staan nog steeds op ons lijstje, maar de tijd begint te dringen en het is onwaarschijnlijk dat we deze landen allemaal nog kunnen zien, ook al omdat het aanvragen van visa nog wel wat tijd kost.
Jullie horen nog wel wat het geworden is.
Iedereen een hele gezellige Sinterklaas en:
See you later, mate!