16 april 2007
Op woensdag 11 april zijn we met Royal Jordanian rechtstreeks van Schiphol naar Amman gevlogen. We hadden goede plaatsen in het vliegtuig, veel beenruimte en tot onze verbazing werd er zelfs alcohol geschonken. Om kwart over 7 's avonds waren we in Amman en toen begon het regelen: geld wisselen voor een visum, in een lange rij staan voor ditzelfde visum, foto + vingerafdruk, door de douane, bagage ophalen, geld pinnen (dit is gelukt, altijd weer bijzonder en erg gemakkelijk), uitzoeken waar de bus vertrekt, kaartje kopen voor de bus. Bij donker kwamen we aan op een van de busstations van Amman en met een taxi gingen we naar ons hotel, middenin het centrum.
De volgende ochtend werden we wakker door de geluiden van de souqs: de oproep tot gebed vanuit de moskee om de hoek, ratelende rolluiken van de winkeltjes. Na het ontbijt (Arabisch brood met ei en koffie) liepen we vanuit het hotel zo de souqs in: gesluierde vrouwen, mannen met geblokte theedoeken op hun hoofd, mensen met dienbladen vol koffie of brood, kleine winkeltjes.
Die eerste dag hebben we een aantal dingen in Amman bekeken, o.a. het mooie Romeinse amfitheater en de restanten van de oude citadel, gelegen op de hoogste heuvel van Amman, dus we hadden een mooi uitzicht over de stad. Ook hebben we de heerlijke Turkse koffie gedronken (sterk, met veel drab onderin en een kardemom-smaak), met daarbij baklava.
Vrijdag zijn we met een lokale bus naar het noorden vertrokken, naar Jerash. Hier hebben we de overblijfselen bekeken van een Romeinse stad. Er stond nog veel overeind: amfitheaters, poorten, straten met aan beide kanten lange rijen zuilen, tempels, de agora (markt), het hippodrome (de paardenrenbaan) en een bijzonder groot ovaal plein met zuilen eromheen. Allemaal heel mooi en indrukwekkend. Vrijdag is de vrije dag voor de lokale bevolking, dus we waren zeker niet alleen in Jerash. Maar de mensen zijn allemaal heel erg vriendelijk, groeten vaak, zeggen 'welcome to Jordan' en willen graag een praatje maken.
Na een zonnige ochtend ging het 's middags helaas regenen en onweren en we waren nog wel van plan te kamperen. Dat hebben we nog maar een dagje uitgesteld en we hebben een kamer genomen in het hotel bij de 'camping'. Dit lag overigens prachtig in de heuvels, beetje Toscane-achtig met veel olijfbomen en enorm veel voorjaarsbloemen.
Eergisteren zijn we vanuit dit hotel met lokale bussen naar Ajlun gegaan, waar we een kasteel uit de 12e eeuw hebben bekeken en een wandeling hebben gemaakt in een natuur-reservaat. Het rondje was zo kort dat we het twee keer hebben gelopen. Maar het was wel heel mooi, vooral door de vele bloemen: klaprozen, anemonen, orchideeën, ooievaarsbekken, cyclamen...
Gisteren zijn we, na een nachtje kamperen, weer met lokale bussen (4 stuks achter elkaar) helemaal naar het noorden van Jordanië gegaan, naar Um Qais. Hier hebben we opnieuw de restanten van een Romeinse stad bekeken. En hoewel er minder overeind stond dan in Jerash, was het zeker zo leuk. Vooral doordat er vrijwel geen toeristen waren, het overal geel, rood en paars zag van de vele voorjaarsbloemen en niet te vergeten het prachtige uitzicht. We zagen heel dichtbij het meer van Galilea liggen (in Israël), met de plaats Tiberias, de Golan hoogvlakte recht voor ons, rechts daarvan Syrië en heel in de verte de heuvels van Libanon. We vonden het vooral heel bijzonder om deze bekende bijbelse plaats in het echt te zien.
En vandaag zijn we, weer met een paar bussen, via Amman in Madaba aangekomen. We hebben hier een eenvoudig hotel gevonden en een rondje gelopen door de plaats. Hier zijn vooral veel kerken (! de plaats is deels christelijk) met oude mozaieken.
We hebben het erg leuk hier. Het is wel vertrouwd om weer eens met de rugzak te reizen. Er gaan genoeg bussen en er zijn veel behulpzame mensen op de busstations, want het valt nog niet mee om tussen alle Arabische tekens je eigen bestemming te vinden. Het is lekker weer, vrij zonnig en ruim 20 °C. We eten veel felafel en baklava en zijn al bijna verslaafd aan de Turkse koffie.
21 april 2007
Het is alweer bijna een week geleden dat we gepost hebben, daarom volgen hier onze belevenissen van de afgelopen dagen.
Afgelopen dinsdag hebben we vanuit Madaba twee bekende bijbelse plaatsen bekeken: Bethany-beyond-Jordan, de plaats waar Jezus gedoopt is in de Jordaan en Mt. Nebo, de berg waar God Mozes het beloofde land liet zien. Het was heel bijzonder om deze bekende plekken in het echt te zien, al was het vrij lastig om ze te bereiken. De meeste mensen boeken een georganiseerde tour of huren op z'n minst een taxi voor een dag, maar wij wilden zoveel mogelijk met het openbaar vervoer reizen. Dit scheelt niet alleen in prijs, maar heeft als belangrijkste voordeel dat je de tijd aan jezelf hebt. En het is ons uiteindelijk gelukt om er te komen. De Jordaan was erg smal en erg modderig, niet echt meer aanlokkelijk om je er te laten dopen, al behoorde dat nog wel tot de mogelijkheden. Op 10 meter afstand lag Israel en we zagen plaatsen als Jericho en Jeruzalem liggen. Ook vanaf Mt. Nebo hadden we, net als Mozes voor ons, uitzicht op het beloofde land én op de Dode Zee er net voor.
Die Dode Zee hebben we een dag later bezocht, want we wilden wel eens ervaren hoe het is om echt te blijven drijven op water. Weer gingen we met het openbaar vervoer en na een vertraging van ruim twee uur op het busstation van Madaba (vanwege onvoldoende passagiers) verliep de rest van de reis voorspoedig. We gingen naar een officieel strand omdat het nodig schijnt te zijn om zo snel mogelijk na het baden het zout weer van je af te douchen. Het was inderdaad heel bijzonder om zo goed te blijven drijven. Zwemmen op je buik was vrijwel onmogelijk omdat je voeten een eindje boven het water uitstaken. Wat wel goed ging was kunstzwemmen!
Vanuit Madaba zijn we met een minibus via het kruisvaarderskasteel van Karak naar Wadi Musa gereisd, waar we de afgelopen dagen geweest zijn. Wadi Musa ligt vlakbij Jordanië's belangrijkste trekpleister: Petra. Deze ongeveer 2000 jaar oude stad bestaat voornamelijk uit imposante uit de rotsen gehakte facades (gevels die prachtig versierd zijn met zuilen, beelden en dergelijke, de grootste is 45 bij 50 meter). Voor veel mensen is Petra de reden om naar Jordanië te komen en het staat zelfs genomineerd als één van de nieuwe 7 wereldwonderen (stemmen kan nog, zie www.visitjordan.com !). Wij hebben de afgelopen dagen door deze oude stad gelopen, maar ook door de omgeving, want je kunt er goed wandelen. We hebben een aantal rotsbergen beklommen met mooi uitzicht op de stad en door nauwe, hoge kloven gewandeld en geklauterd. Erg mooi waren ook de vele gekleurde banen in de rotsen: rood, wit, geel, blauw in allerlei vormen.
We hebben de afgelopen dagen heerlijk weer gehad: veel zon en warm en we zijn al aardig verbrand. Morgen gaan we nog een stukje verder naar het zuiden, naar de woestijn van Wadi Rum.
28 april 2007
Na Petra zijn we met het openbaar vervoer verder naar het zuiden gereisd, naar Wadi Rum, een klein dorpje aan de rand van de woestijn. Hier hebben we onze tent opgezet in het zand en hebben we een paar dagen gewandeld. Vanaf het eind van de verharde weg liep je zo de woestijn in. De omgeving was heel apart: we liepen door een soort vallei van voornamelijk rood zand met daaromheen steile, hoge, rotsachtige bergmassiefjes. We liepen van het ene rotsmassiefje naar het volgende (waarbij de afstand nog wel eens lastig was in te schatten) en bekeken een bron, een kloof, een natuurlijke brug en rode zandduinen. Onderweg kwamen we af en toe tenten van bedoeïnen tegen en bedoeïnen-herders die kuddes geiten uitlieten in de woestijn. Ook zagen we vier wilde kamelen. Het lopen in het mulle zand was wel vermoeiend, bovendien was het behoorlijk warm en was er nauwelijks schaduw. Halverwege de tweede wandeldag stak een zandstorm op, die de rotsmassiefjes aan ons oog onttrok. Omdat we bang waren dat we ons niet meer konden oriënteren, zijn we toen maar omgekeerd.
De afgelopen 4 dagen (erg lang voor ons doen!) zijn we in Aqaba geweest, Jordanië's badplaats aan de Rode Zee. We hadden een mooi hotel met balkon en uitzicht op zee, op de Sinaï in Egypte aan de overkant en op Eilat in Israël. Even ten zuiden van Aqaba, 5 km voor de grens met Saoedi Arabië, ligt een prachtig koraalrif, nog geen 50 meter uit de kust, dus je kunt er vanaf het strand naartoe zwemmen. Hier hebben we een paar dagen mooi gesnorkeld tussen de gekleurde koralen en dito vissen.
Aqaba is relatief kleinschalig en de stranden zijn erg rustig, behalve op vrijdag, de belangrijkste vrije dag hier, dan gaan alle lokalen naar het strand. Zij beperken zich gelukkig meestal tot het strand en de eerste paar meters zee (veel verder lukt niet goed in alle lange gewaden en sluiers), zodat we ook op vrijdag het koraalrif alsnog voor onszelf hadden. Wel waren we in ons badpak een behoorlijke attractie voor alle strandgangers, na een rondje zwemmen werd je soms met applaus verwelkomd op het strand.
De avonden brachten we door in een traditioneel koffiehuis, waar de mannen koffie dronken, een waterpijp rookten en backgammon speelden. Ook daar vielen we nogal uit de toon, José zat er als enige vrouw tussen soms wel 80 mannen, maar de kardemom-koffie was er heerlijk.
En vandaag zijn we met de bus in ongeveer 4 uur teruggereden naar Amman, waar we hebben ingecheckt in hetzelfde hotel als de eerste nachten. Helaas nog maar één dag te gaan, dan zit deze vakantie er alweer op.
Op woensdag 11 april zijn we met Royal Jordanian rechtstreeks van Schiphol naar Amman gevlogen. We hadden goede plaatsen in het vliegtuig, veel beenruimte en tot onze verbazing werd er zelfs alcohol geschonken. Om kwart over 7 's avonds waren we in Amman en toen begon het regelen: geld wisselen voor een visum, in een lange rij staan voor ditzelfde visum, foto + vingerafdruk, door de douane, bagage ophalen, geld pinnen (dit is gelukt, altijd weer bijzonder en erg gemakkelijk), uitzoeken waar de bus vertrekt, kaartje kopen voor de bus. Bij donker kwamen we aan op een van de busstations van Amman en met een taxi gingen we naar ons hotel, middenin het centrum.
De volgende ochtend werden we wakker door de geluiden van de souqs: de oproep tot gebed vanuit de moskee om de hoek, ratelende rolluiken van de winkeltjes. Na het ontbijt (Arabisch brood met ei en koffie) liepen we vanuit het hotel zo de souqs in: gesluierde vrouwen, mannen met geblokte theedoeken op hun hoofd, mensen met dienbladen vol koffie of brood, kleine winkeltjes.
Die eerste dag hebben we een aantal dingen in Amman bekeken, o.a. het mooie Romeinse amfitheater en de restanten van de oude citadel, gelegen op de hoogste heuvel van Amman, dus we hadden een mooi uitzicht over de stad. Ook hebben we de heerlijke Turkse koffie gedronken (sterk, met veel drab onderin en een kardemom-smaak), met daarbij baklava.
Vrijdag zijn we met een lokale bus naar het noorden vertrokken, naar Jerash. Hier hebben we de overblijfselen bekeken van een Romeinse stad. Er stond nog veel overeind: amfitheaters, poorten, straten met aan beide kanten lange rijen zuilen, tempels, de agora (markt), het hippodrome (de paardenrenbaan) en een bijzonder groot ovaal plein met zuilen eromheen. Allemaal heel mooi en indrukwekkend. Vrijdag is de vrije dag voor de lokale bevolking, dus we waren zeker niet alleen in Jerash. Maar de mensen zijn allemaal heel erg vriendelijk, groeten vaak, zeggen 'welcome to Jordan' en willen graag een praatje maken.
Na een zonnige ochtend ging het 's middags helaas regenen en onweren en we waren nog wel van plan te kamperen. Dat hebben we nog maar een dagje uitgesteld en we hebben een kamer genomen in het hotel bij de 'camping'. Dit lag overigens prachtig in de heuvels, beetje Toscane-achtig met veel olijfbomen en enorm veel voorjaarsbloemen.
Eergisteren zijn we vanuit dit hotel met lokale bussen naar Ajlun gegaan, waar we een kasteel uit de 12e eeuw hebben bekeken en een wandeling hebben gemaakt in een natuur-reservaat. Het rondje was zo kort dat we het twee keer hebben gelopen. Maar het was wel heel mooi, vooral door de vele bloemen: klaprozen, anemonen, orchideeën, ooievaarsbekken, cyclamen...
Gisteren zijn we, na een nachtje kamperen, weer met lokale bussen (4 stuks achter elkaar) helemaal naar het noorden van Jordanië gegaan, naar Um Qais. Hier hebben we opnieuw de restanten van een Romeinse stad bekeken. En hoewel er minder overeind stond dan in Jerash, was het zeker zo leuk. Vooral doordat er vrijwel geen toeristen waren, het overal geel, rood en paars zag van de vele voorjaarsbloemen en niet te vergeten het prachtige uitzicht. We zagen heel dichtbij het meer van Galilea liggen (in Israël), met de plaats Tiberias, de Golan hoogvlakte recht voor ons, rechts daarvan Syrië en heel in de verte de heuvels van Libanon. We vonden het vooral heel bijzonder om deze bekende bijbelse plaats in het echt te zien.
En vandaag zijn we, weer met een paar bussen, via Amman in Madaba aangekomen. We hebben hier een eenvoudig hotel gevonden en een rondje gelopen door de plaats. Hier zijn vooral veel kerken (! de plaats is deels christelijk) met oude mozaieken.
We hebben het erg leuk hier. Het is wel vertrouwd om weer eens met de rugzak te reizen. Er gaan genoeg bussen en er zijn veel behulpzame mensen op de busstations, want het valt nog niet mee om tussen alle Arabische tekens je eigen bestemming te vinden. Het is lekker weer, vrij zonnig en ruim 20 °C. We eten veel felafel en baklava en zijn al bijna verslaafd aan de Turkse koffie.
21 april 2007
Het is alweer bijna een week geleden dat we gepost hebben, daarom volgen hier onze belevenissen van de afgelopen dagen.
Afgelopen dinsdag hebben we vanuit Madaba twee bekende bijbelse plaatsen bekeken: Bethany-beyond-Jordan, de plaats waar Jezus gedoopt is in de Jordaan en Mt. Nebo, de berg waar God Mozes het beloofde land liet zien. Het was heel bijzonder om deze bekende plekken in het echt te zien, al was het vrij lastig om ze te bereiken. De meeste mensen boeken een georganiseerde tour of huren op z'n minst een taxi voor een dag, maar wij wilden zoveel mogelijk met het openbaar vervoer reizen. Dit scheelt niet alleen in prijs, maar heeft als belangrijkste voordeel dat je de tijd aan jezelf hebt. En het is ons uiteindelijk gelukt om er te komen. De Jordaan was erg smal en erg modderig, niet echt meer aanlokkelijk om je er te laten dopen, al behoorde dat nog wel tot de mogelijkheden. Op 10 meter afstand lag Israel en we zagen plaatsen als Jericho en Jeruzalem liggen. Ook vanaf Mt. Nebo hadden we, net als Mozes voor ons, uitzicht op het beloofde land én op de Dode Zee er net voor.
Die Dode Zee hebben we een dag later bezocht, want we wilden wel eens ervaren hoe het is om echt te blijven drijven op water. Weer gingen we met het openbaar vervoer en na een vertraging van ruim twee uur op het busstation van Madaba (vanwege onvoldoende passagiers) verliep de rest van de reis voorspoedig. We gingen naar een officieel strand omdat het nodig schijnt te zijn om zo snel mogelijk na het baden het zout weer van je af te douchen. Het was inderdaad heel bijzonder om zo goed te blijven drijven. Zwemmen op je buik was vrijwel onmogelijk omdat je voeten een eindje boven het water uitstaken. Wat wel goed ging was kunstzwemmen!
Vanuit Madaba zijn we met een minibus via het kruisvaarderskasteel van Karak naar Wadi Musa gereisd, waar we de afgelopen dagen geweest zijn. Wadi Musa ligt vlakbij Jordanië's belangrijkste trekpleister: Petra. Deze ongeveer 2000 jaar oude stad bestaat voornamelijk uit imposante uit de rotsen gehakte facades (gevels die prachtig versierd zijn met zuilen, beelden en dergelijke, de grootste is 45 bij 50 meter). Voor veel mensen is Petra de reden om naar Jordanië te komen en het staat zelfs genomineerd als één van de nieuwe 7 wereldwonderen (stemmen kan nog, zie www.visitjordan.com !). Wij hebben de afgelopen dagen door deze oude stad gelopen, maar ook door de omgeving, want je kunt er goed wandelen. We hebben een aantal rotsbergen beklommen met mooi uitzicht op de stad en door nauwe, hoge kloven gewandeld en geklauterd. Erg mooi waren ook de vele gekleurde banen in de rotsen: rood, wit, geel, blauw in allerlei vormen.
We hebben de afgelopen dagen heerlijk weer gehad: veel zon en warm en we zijn al aardig verbrand. Morgen gaan we nog een stukje verder naar het zuiden, naar de woestijn van Wadi Rum.
28 april 2007
Na Petra zijn we met het openbaar vervoer verder naar het zuiden gereisd, naar Wadi Rum, een klein dorpje aan de rand van de woestijn. Hier hebben we onze tent opgezet in het zand en hebben we een paar dagen gewandeld. Vanaf het eind van de verharde weg liep je zo de woestijn in. De omgeving was heel apart: we liepen door een soort vallei van voornamelijk rood zand met daaromheen steile, hoge, rotsachtige bergmassiefjes. We liepen van het ene rotsmassiefje naar het volgende (waarbij de afstand nog wel eens lastig was in te schatten) en bekeken een bron, een kloof, een natuurlijke brug en rode zandduinen. Onderweg kwamen we af en toe tenten van bedoeïnen tegen en bedoeïnen-herders die kuddes geiten uitlieten in de woestijn. Ook zagen we vier wilde kamelen. Het lopen in het mulle zand was wel vermoeiend, bovendien was het behoorlijk warm en was er nauwelijks schaduw. Halverwege de tweede wandeldag stak een zandstorm op, die de rotsmassiefjes aan ons oog onttrok. Omdat we bang waren dat we ons niet meer konden oriënteren, zijn we toen maar omgekeerd.
De afgelopen 4 dagen (erg lang voor ons doen!) zijn we in Aqaba geweest, Jordanië's badplaats aan de Rode Zee. We hadden een mooi hotel met balkon en uitzicht op zee, op de Sinaï in Egypte aan de overkant en op Eilat in Israël. Even ten zuiden van Aqaba, 5 km voor de grens met Saoedi Arabië, ligt een prachtig koraalrif, nog geen 50 meter uit de kust, dus je kunt er vanaf het strand naartoe zwemmen. Hier hebben we een paar dagen mooi gesnorkeld tussen de gekleurde koralen en dito vissen.
Aqaba is relatief kleinschalig en de stranden zijn erg rustig, behalve op vrijdag, de belangrijkste vrije dag hier, dan gaan alle lokalen naar het strand. Zij beperken zich gelukkig meestal tot het strand en de eerste paar meters zee (veel verder lukt niet goed in alle lange gewaden en sluiers), zodat we ook op vrijdag het koraalrif alsnog voor onszelf hadden. Wel waren we in ons badpak een behoorlijke attractie voor alle strandgangers, na een rondje zwemmen werd je soms met applaus verwelkomd op het strand.
De avonden brachten we door in een traditioneel koffiehuis, waar de mannen koffie dronken, een waterpijp rookten en backgammon speelden. Ook daar vielen we nogal uit de toon, José zat er als enige vrouw tussen soms wel 80 mannen, maar de kardemom-koffie was er heerlijk.
En vandaag zijn we met de bus in ongeveer 4 uur teruggereden naar Amman, waar we hebben ingecheckt in hetzelfde hotel als de eerste nachten. Helaas nog maar één dag te gaan, dan zit deze vakantie er alweer op.