18 september 2010
Na een drukke week van voorbereidingen (de laatste fietsonderdelen arriveerden op de valreep vrijdagavond om 7 uur) brak zaterdag 11 september onze vertrekdag aan. En hoewel we pas 's middags vlogen, moesten we toch op onze normale tijd, 5:30 uur, opstaan.
Dit omdat het vliegen met een fiets een paar uur extra tijd vergt op Schiphol, voor het vliegklaar maken van de fiets. Wij vlogen met Emirates via Dubai naar Colombo. We hadden voor deze maatschappij gekozen omdat zij 30 kg bagage toestaan in plaats van de gebruikelijke 20 kg, zodat we naast de fiets van 20 kg ook nog 10 kg andere spullen mee konden nemen. Emirates is onlangs gekozen als één van de 3 beste luchtvaartmaatschappijen en dat was te merken: heerlijk eten, goede service en keuze uit werkelijk honderden films op een eigen breedbeeldscherm. Na 3 films en 2 maaltijden hebben we nog net 3 uur kunnen slapen voor we in Colombo landden.
Het is altijd nog maar afwachten of de fietsen uit het vliegtuig komen en zo ja in welke staat, maar gelukkig viel de schade dit keer mee: een paar verbogen spatborden, afgebroken stuurtasbevestiging en een kapotte flessenhouder (die vrijdagavond net nieuw was gemonteerd). Na twee uurtjes sleutelen waren de fietsen weer rijklaar en reden we onder grote lokale belangstelling het drukke verkeer in naar Negombo, aan Sri Lanka's westkust, waar we voor een nacht een guesthouse gereserveerd hadden. 's Middags bekeken we Negombo, met nog een aantal Nederlands koloniale restanten in een Aziatische chaos die ons bekend voorkwam: leuk, terug in tropisch Azië!
De afgelopen week zijn we van Negombo via Kurunegala, Dambulla, Anuradhapura en Sigiriya naar Polonnaruwa gefietst. Het is erg leuk om hier te fietsen: er is veel te zien onderweg omdat het eiland behoorlijk dichtbevolkt is, de tropische omgeving met veel bloemen, vogels, vlinders en geluiden en niet in de laatste plaats de enthousiast zwaaiende, roepende en aanmoedigende mensen. Een nadeel zijn wel de drukke wegen. Zelfs op een relatief rustige weg kom je zeker tien vervoermiddelen per minuut tegen (bussen, vrachtwagens, auto's, brommers, ossenkarren, tractoren, tuk-tuks, olifanten) die vrijwel allemaal toeteren. Zo'n toeter kan drie dingen betekenen: 1) een groet, 2) pas op links blijven, ik kom eraan, 3) ga snel de berm in want wij zijn drie rijen dik aan het inhalen!
Het weer in Sri Lanka wordt bepaald door twee verschillende moessons. Het is nu het einde van de zuidwest-moesson, wat betekent dat het af en toe kan regenen en stevig waait uit het zuidwesten. Wij kregen al na 2 km na vertrek uit Negombo een tropische stortbui over ons heen, maar dat was gelukkig direct ook de enige regen deze week. Het is tropisch warm, een graad of 30 en vrij zonnig, heerlijk, daar houden wij van! Natuurlijk is het soms wel even zwoegen als je in de brandende zon en tropische hitte met tegenwind een heuvel op moet fietsen, maar je hoeft maar even om je heen te kijken om te beseffen dat dit best meevalt: de lokale bevolking moet onder dezelfde omstandigheden zwaar werk uitvoeren (je ziet mannen greppels uithakken uit de keiharde grond met pikhouwelen, oude vrouwtjes slepen met grote stapels brandhout, wegwerkers gloeiendhete teer gieten uit een zware gieter, met lappen om hun voeten om deze tegen de warmte te beschermen). Nee, wij hebben zeker niets te klagen.
Naast het fietsen proberen we zoveel mogelijk bezienswaardigheden te zien. In Dambulla de rotstempels, grotten vol boeddhabeelden, waarvan sommige meer dan 2000 jaar oud zijn.
In Anuradhapura fietsten we (op onze rustdag...) tussen de eeuwenoude stoepa's en ruïnes van deze oude koningsstad.
In Sigiriya beklommen we de Leeuwenrots voor een prachtig uitzicht op de omgeving.
En nu zijn we in Polonnaruwa, waar we morgen opnieuw een rustdag willen besteden aan fietsen tussen ruïnes van deze tweede oude koningsstad. Het is onze planning om de komende week steeds verder naar het zuiden af te zakken, waarbij we waarschijnlijk steeds meer bergen tegen zullen komen en hopelijk de zuidwestenwind (die bij deze moesson hoort) niet te hard tegen zullen hebben.
25 september 2010
De afgelopen week zijn we van Polonnaruwa via Matale en Kandy naar Nuwara Eliya gefietst.
Het fietsen bevalt ons nog steeds erg goed. We zitten nu in het bergachige midden van het eiland, wat betekent dat we meer hebben moeten klimmen de afgelopen dagen, maar dat was niet echt een probleem. Een nadeel is wel dat het in de bergen op dit moment volop regentijd is. De eerste dagen hadden we veel geluk, met in ieder geval overdag droog en zonnig weer én mooie groene landschappen. Maar gisteren, op onze zwaarste dag, waarbij we van 500 naar 2000 meter moesten klimmen, hadden we wat minder geluk en fietsten we de hele dag in de stromende regen. Dit was met name erg jammer omdat we door een prachtige omgeving fietsten met theeplantages, watervallen en mooie uitzichten, waar we door alle wolken nu weinig van zagen.
Naast fietsen hebben we nog een aantal andere dingen gedaan:
In Polonnaruwa hebben we de tempels en ruïnes van deze tweede Koningsstad bekeken. Hier stond nog wat meer overeind dan in Anuradhapura en het lag in een mooie, bosrijke, rustige omgeving (waar het leuk fietsen was...).
In Kandy hadden we een rustige dag gepland in de Botanische Tuin. Helaas wisten we niet dat het een lokale feestdag was (volle maan!?), waarbij half Kandy ging picknicken en voetballen in de Botanische Tuin, waardoor de rust ver te zoeken was. Wel zagen we veel bijzondere bomen en planten, waaronder specerijen zoals nootmuskaat, kruidnagel en kaneel.
In Kandy bekeken we ook de Tempel van de Tand, de belangrijkste boeddhistische tempel in Sri Lanka, waar volgens zeggen een tand van Boeddha bewaard wordt (in 500 voor Christus gered uit de crematiestapel en in het haar van een prinses naar Sri Lanka vervoerd). We mochten samen met heel veel pelgrims een korte blik werpen op de gouden stolp waarin de tand zit. Het was zeer sfeervol door de vele pelgrims die lotusbloemen offerden en olielampjes brandden.
Vanuit Kandy zijn we een dagje naar het Pinnewala olifanten-weeshuis geweest. Hier worden zo'n 85 olifanten opgevangen en verzorgd. Het leukste om te zien was het baden van de olifanten in de rivier.
Nu zijn we dus in Nuwara Eliya, een oud-Engels 'hill station', gelegen op de flanken van Sri Lanka's hoogste berg, temidden van theeplantages. Er zijn hier veel dingen die aan Engeland doen denken zoals Victoriaanse gebouwen en het klimaat, maar het straatbeeld vol rokende vrachtwagens, bussen en driewielers is verre van Engels.
Vanmorgen hebben we hier een theeplantage en theefabriek bekeken.We zijn van plan om nog een paar dagen in de bergen te blijven en daarna langzaam af te zakken naar de zuidkust, waar het klimaat hopelijk weer wat tropischer is.
1 oktober 2010
De afgelopen week zijn we van Nuwara Eliya via Ella en Tissamaharama naar Tangalla gefietst. Na de lange klim naar Nuwara Eliya hadden meerdere mensen ons verteld dat de weg naar Ella goed, gemakkelijk en alleen maar dalend zou zijn. We verheugden ons dus op een makkelijke, ontspannen fietsdag door de mooie bergen. Maar dat viel een beetje tegen.
We kwamen terecht in ruim 50 kilometer wegwerkzaamheden, wat hier betekent: zand, grof grind, gaten, wegversmallingen en opstoppingen doordat bussen elkaar niet meer kunnen passeren. En omdat het zand wordt natgehouden tegen het stuiven, verandert de weg in één grote modderpoel. En weliswaar daalden we eerst 1200 meter, maar moesten daarna weer 400 meter klimmen, wat ons op deze slechte weg zeker een uur kostte.
De andere fietsdagen waren overigens heel aangenaam, met rustige, goede wegen waar we onze kilometers gemakkelijk en snel maakten.
Nog steeds worden we onderweg van alle kanten gegroet en aangemoedigd, vanuit huisjes, winkeltjes en velden wordt geroepen en gezwaaid, er hangen zwaaiende mensen uit de bussen die ons passeren, vanuit driewielers worden aanmoedigingen geschreeuwd en soms gaat het verkeer een tijdje naast ons rijden om alles eens goed te kunnen bekijken of even met ons te praten. Wij zijn in ieder geval honderden keren per dag aan het zwaaien en groeten, wat een leuk en bijzonder gevoel geeft.
Tot nu toe hebben we ook nog geen andere toeristen op de fiets gezien, al vragen mensen bij het zien van onze fietsen wel regelmatig of we uit Nederland komen.
Behalve de mooie lanschappen en tempels die we tijdens het fietsen zien, hebben we op onze 'rustdagen' nog een aantal andere dingen gedaan:
In Ella, wat net als Nuwara Eliya in de heuvels van centraal Sri Lanka ligt, wandelden we door de theeplantages naar Little Adam's Peak. We bereikten de top net voor de wolken (die in dit seizoen elke dag halverwege de ochtend komen binnendrijven). Helaas kwam tegelijk met de wolken een gigantische zwerm wespen aan op de top, waardoor we hals over kop naar beneden moesten vluchten.
Tissamaharama wordt vaak gebruikt als uitvalsbasis voor een safari in Yala National Park. Wij zagen hier vanaf omdat het én behoorlijk duur is én het slechtste seizoen om veel te zien én omdat we al wel (veel) vaker olifanten, apen, pauwen en mangoesten hebben gezien. Wel fietsten we naar een vogelreservaat en namen we een bus naar Kataragama, een belangrijk pelgrimsoord voor zowel boeddhisten, hindoeïsten als moslims. We zagen onder andere hoe brandende kokosnoten werden geofferd door ze kapot te gooien op een steen voor een tempel, waarna de restanten door de wachtende apen onmiddellijk buit werden gemaakt.
Gisteren zijn we aangekomen in Tangalla, aan Sri Lanka's zuidkust, voor het eerst sinds ons vertrek uit Negombo weer aan zee. Na drie weken fietsen vonden we dat we wel iets verdiend hadden en daarom zitten we nu op een supermooie plek, in een houten huisje onder de palmen op een verlaten strand. Weliswaar gaat het ruim boven ons Sri Lankaanse budget, maar alles is relatief: in Europa betaal je hetzelfde voor een niet eens erg bijzondere campingplek.
We blijven hier een paar dagen genieten, wat vooral betekent lezen voor ons hutje met uitzicht op palmen, zee en strand, want zwemmen en snorkelen zit er in dit seizoen door de sterke stromingen niet in. Daarna willen we verder fietsen langs de zuidkust richting Galle.
11 oktober 2010
We hebben het heerlijk gehad in Tangalla: kilometers prachtig strand helemaal voor onszelf, eindelijk begonnen aan de boeken die we al drie weken ongelezen meesleepten, voor de verandering een restaurant waar je iets van een menukaart kunt bestellen (kokospannenkoeken... mmm!), vanaf ons zitje kijken naar de krabben, varanen en vuurvliegjes om ons heen. We besloten om nog maar een dagje extra van dit alles te genieten.
En daarna was het ook leuk om weer een dag te fietsen. Nog ruim 80 kilometer naar onze uiteindelijke eindbestemming: Unawatuna. We fietsten regelmatig vlak langs de kust en zochten naar de paalvissers waar Sri Lanka bekend om staat. We zagen vooral veel lege palen, maar uiteindelijk toch nog één visser. En ook nu was het heerlijk fietsweer.
In Unawatuna vonden we weer een kamer met uitzicht op strand, palmen en zee, maar wel in een veel toeristischer situatie. Hier brachten we onze laatste paar dagen in Sri Lanka door, met:
Een dagje naar Galle, zo'n 5 kilometer verderop. Hier is een oud-Nederlands fort uit de VOC-tijd. We liepen door de straatjes die enigszins aan een Nederlands vestingstadje deden denken, lazen de Nederlandse opschriften op de grafstenen in de Nederlands Hervormde kerk, fotografeerden de tuktuks onder de oude stadspoort met VOC-logo.
Ook gingen we een dag naar Sri Lanka's hoofdstad Colombo, met de trein. Voor zo'n anderhalve euro per persoon zaten we 3 uur in de trein en dan ook nog in de duurste klasse. Colombo is een drukke stad met ongeveer 2 miljoen inwoners. We bekeken wat winkels, liepen langs enkele bezienswaardigheden, maar het hoogtepunt was voor ons wel de eerste kop koffie sinds 4 weken, bij een westerse koffieketen, heerlijk na al die koppen Ceylon-thee!
En hoewel het seizoen op dit moment eigenlijk niet geschikt is om te zwemmen door de moesson en daardoor sterke stroming, bood de baai van Unawatuna net voldoende beschutting zodat we toch heerlijk het lauwe water in konden.
We hadden besloten om het laatste stuk naar het vliegveld niet te fietsen omdat de route dwars door Colombo zou gaan en we deze drukte graag wilden vermijden. Dus regelden we een taxi die ons, inclusief fietsen, op zaterdag 9 oktober naar het vliegveld bracht. En dat was meteen onze naarste verkeerservaring... Werkelijk levensgevaarlijke inhaalmanoevres, snijden en gesneden worden, nee, dan kun je toch maar beter op de fiets zitten en het stuur in eigen hand hebben!
Na een lange wachttijd, onze goedkoopste maaltijd (en dat in een vliegveldrestaurant!), het inpakken van de fietsen en het opmaken van de laatste Roepies vlogen we middenin de nacht naar Dubai. En daarvandaan terug naar Amsterdam. Toen zelfs onze fietsen heelhuids overkwamen, leek de terugreis uiterst voorspoedig te zijn verlopen. Totdat... we in de trein wilden stappen en de NS een alternatieve dienstregeling uitprobeerde voor extreem winterweer, met vertraging en extra overstappen als gevolg. We zijn weer echt terug in Nederland!
In totaal hebben we ongeveer 1000 km gefietst in Sri Lanka en dat is ons heel goed bevallen. De bezienswaardigheden en landschappen op zich waren erg mooi, hoewel je iets vergelijkbaars zeker ook in andere Aziatische landen kunt zien. Maar juist het fietsen maakte deze vakantie heel erg speciaal. En het was daarnaast goed te doen: redelijke dagafstanden, heerlijk weer, de toestand van de wegen viel mee, het verkeer na wat aanpassen ook wel en de vriendelijke en enthousiaste bevolking maakte dat de stemming er altijd goed in zat. Wij hebben een supervakantie gehad!