Van 27 mei tot 12 juni reisden wij door Georgië. Een nieuw land voor ons, we waren nog niet eerder in de Kaukasus. En hoe meer we er over lazen, hoe geschikter het ons leek voor een vakantie: prachtige bergen, gemarkeerde wandelingen, wijngebieden, lekker eten, vriendelijke mensen, niet ingewikkeld om te bereizen en niet duur. En dit alles klopte helemaal, we hebben een erg leuke tijd gehad in Georgië. Hieronder een foto-impressie.
REISROUTE
Tbilisi - Telavi - Zugdidi - Mestia - Borjomi - Kazbegi - Tbilisi
Met Pegasus vlogen we naar Tblisi, waar we om 4 uur 's ochtends aankwamen. Na een paar uurtjes slapen op het vliegveld namen we voor € 0.20 p.p. een bus naar het centrum.
We hadden via internet een goedkoop hotel gevonden vlakbij Freedom Square.
We begonnen met een wandeling via de oude stad naar de heuvels erachter, waarvandaan we een prachtig uitzicht hadden op de stad met een groot contrast tussen oude en moderne gebouwen.
Vanuit Tbilisi gingen we een dag op en neer naar het oude klooster Davit Gareja. Het landschap onderweg werd steeds mooier en deed wel een beetje aan Mongolië denken: groene weiden, kuddes, wilde bloemen.
Davit Gareja is één van de highlights van Georgië en het lag er prachtig bij. Wel waren we er op een zondag, dus het was erg druk met lokale toeristen.
Het kloostercomplex ligt op de grens met Azerbeidzjan. We liepen er een mooie wandeling met uitzicht op Azerbeidjan, hier aan de rechterkant.
Onderweg kwamen we langs grotten met goed bewaard gebleven fresco's uit de 11e tot 14e eeuw.
Terug in Tbilisi aten we hét lokale gerecht: khachapuri, een soort brooddeeg gevuld met onder andere kaas.
De volgende dag gingen we met de metro naar één van de busstations en vonden een minibus richting het wijngebied.
We besloten te overnachten in Telavi en vonden een leuk hotel in dit straatje.
Telavi centrum.
We nemen een lokale bus (marshrutky) naar Ikalto monastery, een prachtig gelegen, typisch Georgisch klooster.
Maar de belangrijkste reden voor ons om naar Telavi te gaan, is dat het middenin het wijngebied van Georgië ligt. En Georgië is de bakermat van de wijn!
Op drie verschillende plekken hebben we wijnen geproefd,
waaronder de typisch Georgische Qvevri wijn, waarvoor de druiven worden gefermenteerd in grote aardewerken vaten die ingegraven worden in de grond.
Ook bezochten we het sfeervolle oude Sighnaghi, een plaatsje met een mediterrane uitstraling en gelegen op een heuveltop.
Terug in Tbilisi aten we bij een populair restaurant een populair Georgisch gerecht: kinkhali, deegflapjes met verschillende vullingen.
Daarna namen we de nachttrein naar Zugdidi.
In de trein hadden we, heel luxe, een privé-coupé gereserveerd. We hebben er heerlijk geslapen en vonden het jammer dat we er al om 6 uur 's ochtends aankwamen.
Mestia was een leuk, kleinschalig plaatsje. We vonden een hotel aan een onverhard weggetje, dat we deelden met het rondscharrelende vee.
In de omgeving van Mestia kun je prachtig wandelen, wat we dan ook een paar dagen deden, soms tussen de mistflarden door.
Het 'busstation' van Mestia.
Wij gingen naar Borjomi, vooral bekend om z'n bronwater. Overal in het land te koop, maar hier kun je het rechtstreeks uit de bron tappen. Als je zin hebt om even in de rij te staan tenminste.
In de omgeving van Borjomi kun je ook prachtig wandelen, bijvoorbeeld in Borjomi-Kharagauli National Park. Daarvoor moesten we wel eerst een permit regelen.
We liepen een dagwandeling over beboste bergen en door prachtige bloemenweiden en kwamen helemaal geen andere wandelaars tegen.
De volgende dag gingen we via Tbilisi naar een ander berggebied, Kazbegi. Hier zijn we drie dagen geweest, maar alleen op de dag van aankomst zagen we de bergen liggen.
Tussen de regenbuien door klommen we omhoog naar de Gergeti Trinity church, een kerkje dat we vanuit onze kamer al zagen liggen bovenop één van de bergtoppen. Het is hét symbool van Georgië, dat je op al het promotiemateriaal voor het land terugvindt.
We moeten nog een keer terug naar Kazbegi, want de hoogste bergen hebben we niet zien liggen en het grootste deel van de tijd was dit ons uitzicht.
Echt weer voor een lokale soep met lokale limonade met dragon-smaak.
Terug in Tbilisi konden we wel een bad gebruiken. En waar kan dat beter dan in een traditioneel, 300 jaar oud badhuis? Dit is toch altijd weer een hele bijzondere ervaring, zeker als niemand Engels spreekt en je totaal niet weet wat de bedoeling is. En het is natuurlijk gescheiden, dus je staat er alleen (en bloot) voor. Fotograferen verboden, dus helaas geen foto.
Een verjaardagsontbijtje.
Op onze laatste dag in Tbilisi klommen we nogmaals de berg op,
helemaal naar de tv-toren op het hoogste punt. Een erg leuke wandeling én een prachtig uitzicht over de stad.
De twee weken zijn voorbij gevlogen. We willen graag nog een keer terug naar dit prachtige land om nog meer te wandelen en de bergen vaker uit de wolken te zien!